De Orde van Architecten liet onlangs een marktonderzoek uitvoeren door Essencia om tr peilen naar in hoeverre potentiële (ver)bouwers voldoende op de hoogte zijn van wat een architect kan betekenen. Voor Johan Rutgeerts brengt het onderzoek tot enkele ontnuchtende conclusies naar voren.
De eerste groep respondenten zijn die opdrachtgevers die ofwel geen architect nodig hadden bij hun geplande werkzaamheden ofwel een architect in hun contract opgedrongen kregen via de aloude gekende formule van de sleutel-op-de-deurjongens. Dat de medewerking en het gevoel van meerwaarde van een architect hier zeer laag scoort is toch geen verrassing. Dat is de bevestiging van wat we al sinds de jaren zestig weten. Dat is vergelijkbaar met een goedkope reis naar Spanje of Turkije waarbij de deelnemers nadien klagen dat ze niets aan de kok van het hotel te zeggen hadden. Bij de sleutel-op-de-deurjongens is het verhaal al meer dan een halve eeuw gekend en het zal er niet op verbeteren. Daar is de architect eerder persona non grata die vriendelijk verzocht wordt zich te onthouden van enige inmenging bij het ontwerp, laat staan dat hij op werfbezoeken aanwezig zou mogen zijn.
Over naar de tweede groep van het onderzoek: de categorie van opdrachtgevers die als particulieren bewust kozen voor een architect. Hier is de tevredenheidsscore over hun inbreng zeer hoog. Meer dan 8 op 10 in de aanvangsfase en tot aan de oplevering is die nog steeds 7,9. Dat lijkt mij een grote onderscheiding. Dat is ver boven het gemiddelde dat de architectuurstudenten tijdens hun opleiding haalden. Sommige jaren scoren er een paar met een grote onderscheiding, onderscheidingen zijn er wel altijd maar het merendeel studeert af met een grote of kleine voldoening.
"Die hoge tevredenheidsscore die de opdrachtgevers aan hun architecten geven is een pluim voor die vele duizenden architecten die zich dagelijks de naad uit de kleren werken om hun opdrachtgevers door de complexiteit van het bouwen te helpen."
Dat er discussies of problemen zijn met de categorie van de min-34 jarigen rond het takenpakket verwondert mij niet. Het is de groep die vaak over beperkte middelen en budgetten beschikt en eerder geneigd is op alles te beknibbelen, ook op het ereloon. Maar het is ook die groep die vaak het maximum aan prestaties verwacht.
Dat er steeds meer particulieren zijn die discussiëren rond technische oplossingen hoeft ook niet te verwonderen. Dankzij Architect Google lijkt elke leek van alles wel iets te weten, maar mist diezelfde leek vaak het grotere plaatje. Vraag maar aan andere vrije beroepers hoeveel tijd ze moeten ze moeten spenderen aan het weerleggen van halve waarheden die gevonden worden op Dokter Google of Advocaat Google.
Maar een gemiddelde kwaliteitsscore halen van bijna acht op tien, dat kan tellen.
Voor de goede orde: de Orde heeft daar, voor zover ik weet, geen verdienste aan. De verdienste ligt volledig bij het korps maar het is wel leuk dit te lezen op de site van de Orde. De Orde zou dat via haar goed werkende persdienst daar wel wat meer ruchtbaarheid aan mogen geven.
Over die derde onderzoeksgroep – de projectontwikkelaars - moeten we het later nog eens hebben.