DWARSBEUK (Johan Rutgeerts): Rondjes draaien

Nu het nieuw te bouwen Jan Breydelstadion in Brugge nog maar eens is afgekeurd door de Raad voor Betwistingen – iedereen die dit artikel leest, weet wel over welk soort betwistingen we spreken – moet de minister voor Ruimtelijke Ordening een nieuwe beslissing nemen. Ze krijgt daar vijf maanden de tijd voor. Het mag sneller, maar het geeft ook niet dat het langer duurt.

Dat stemt Leo Van Broeck tot het maken van bedenkingen op zijn FB-pagina. Hij vraagt zich af of er niet een nieuw instrument moet gevonden worden waarbij alle facetten, contouren, randvoorwaarden, volumes, lichttoetreding, vervuiling en dergelijk op voorhand worden vastgelegd, met inspraak van de buurtbewoners, belanghebbenden en de onvermijdelijke onwankelbare tegenstanders.  Van Broeck pleit voor een juridisch waterdicht instrument waarbij, na openbaar onderzoek, bezwaren en mogelijke procedures, de weg vrij is om in één traject de omgevingsvergunning aan te vragen en goedgekeurd te krijgen. Van Broeck merkt terecht op dat nieuwe aanvragen indienen veel energie en geld kost en dat de architect hier niet altijd voor vergoed wordt. Veel opdrachtgevers percipiëren het bekomen van een vergunning als een resultaatsverbintenis waar de architect het risico moet aanvaarden.

Eigenlijk moeten we niet ver zoeken. Het instrument bestaat al, al meer dan honderd jaar. We moeten het niet ingewikkelder maken dan het al is. Vroeger noemde men het een BPA, nu een RUP. In zo’n RUP kan men alles vastleggen wat men maar wil, met screening, met inspraak, met participatie, normeringen, exploitatievoorwaarden; you name it, you get it.

In casu zou zelfs kunnen vastgelegd worden hoe luid supporters slechts mogen juichen als er gescoord wordt. Op basis daarvan dan een omgevingsvergunning aanvragen zou dan in principe een fluitje van een cent moeten zijn.

Het juridische wereldje redeneert wel anders. Om het even welke jurist zal wel ergens een openingetje vinden om een procedure aan te spannen teneinde de zaak terug naar af te sturen. Juristen zijn daarin bedreven en gedreven. Altijd vinden ze wel iets dat voor interpretatie vatbaar is,  in deze of gene richting en hopla, we zijn weer eens vertrokken. Procedures zijn in onze cultuur geen resultaatsverbintenissen; ze zijn soms niet meer een avontuurlijke reis door de wandelgangen van de rechtspraak waarbij niemand op voorhand de uitslag kan voorspellen.

Wat mij meer verontrust in deze zaak is de uitspraak van de burgemeester van Brugge, die toegeeft dat stricto senso, het stedelijk reglement zegt dat alle noodzakelijke parkeergelegenheden op eigen terrein moeten gebeuren en er zich dus een – tijdelijke ? – aanpassing van de gemeentelijke bouwverordeningen opdringt.  Dat zal menig opdrachtgever verbazen. Iets opheffen in het reglement omdat voetbal de belangrijkste bijzaak ter wereld is ? Wat met de burgers die ook graag zouden hebben dat die voor hen belangrijke aanvragen het reglement tijdelijk eens aangepast- en door de gemeenteraad goedgekeurd wordt.

Was ik jurist, ik zou de burgemeester en de minister laten betijen, want hier zit vast en zeker weer een zaak in.

Deel dit artikel:
Onze partners