In deze nieuwe aflevering van DWARSBEUK stelt Johan Rutgeerts in vraag of de vele wateroverlast alleen maar te wijten is aan de sterk toegenomen verstedelijking. Hij wijst met de vinger ook richting de landbouwers die regen van hun velden zonder vertraging richting riolering stuwen.
Het zal steeds vaker voorspelbaar nieuws worden: als het na lange droogtes weer eens boenk patat gaat regenen, dan gaan de nieuwsredacties weer met een cameraploeg in ondergelopen kelders duiken en de modder in beeld brengen die tussen alle spullen daar blijft logeren. Dat het eraan komt kunnen we met zekerheid stellen; de vraag is alleen waar. Op de VRT staan ze met een paar ploegen stand-by om weer uit te rukken. Vettige ellende is dat.
Als grote schuldige wordt onze sterk toegenomen verstedelijking aangewezen en de te kleine rioolbuizen die dat allemaal niet kunnen slikken. Daar is iets van, maar lang niet alles.De vele hectaren landbouwgrond waar aardappelen en maïs geteeld worden, hebben een veel groter aandeel in dat verhardingsverhaal dan dat ze bij de omgevingsloketten willen weten, laat staan willen toegeven. Agrarische experten weten het maar al te goed: die teelten brengen goed op. Patatten voor de export, maïs voor de varkens en dus ook voor de export. En als het ferm regent, dringt tussen deze aanplantingen bijna geen water in de grond en loopt alles naar de grachten en de beken.
Daar is weinig tegen te beginnen. Tenzij de gemeenten elke stad, gemeente, dorp en gehucht voorzien van een overloopbekken dat mag en zal vollopen alvorens de putdeksels van de duikers springen.
Je zou ook kunnen vragen aan de boeren dat ze stelselmatig meer weilanden, wintergraan, grasland of luzerne bouwen maar dat staat gelijk met de teeltvrijheid van de reeds veel geplaagde boeren beknotten middels een regelneverij die nog ingewikkelder is dan ons distopisch belastingsysteem.
Ze mogen op de departementen stedelijke ontwikkeling – omgeving, ruimtelijke ordening, u noemt het zoals u wilt - gerust bekommerd zijn over het teveel aan verharding maar het zijn niet diè vierkante meters terrassen, gangpaden, opritten, zwembaden en tuinhuisjes die voor al die ellende bij wateroverlast zorgen; die vele hectaren landbouwgronden vol gewassen die regen van hun velden zonder vertraging richting riolering stuwen hebben hun bekommernis veel meer nodig.
Het mag eens ophouden met die absurde haarklieverij rond verhardingen rondom de woning die de laatste jaren de beoordeling van omgevingsvergunningen beheersen. Die verhardingen zijn zachte ruis tegenover het kolkend watergeweld dat van onze velden de woongebieden doet verzuipen. Het valt mij overigens op dat bij de vele parkeerhavens die het Vlaams Gewest aanlegt rond opritten van autosnelwegen, verhardingen daar blijkbaar geen taboe zijn.
Die van uw terrasje wel.