Over de stage geraakt men het binnen en buiten de Orde nooit eens. Ook niet bij de beroepsverenigingen noch bij de stagemeesters, noch bij de stagiairs zelf. Velen hebben een mening, weinigen hebben kennis van zaken.
Voor Napoleon waren het de gilden die bepaalden wie een ‘beschermd’ beroep mocht uitoefenen of niet. Daar kwam vaak veel afscherming en corporatisme bij kijken en dat zinde Napoleon niet. Opleidingen zouden voortaan via het onderwijs gebeuren en het zou de exclusiviteit van het onderwijs worden om diploma’s af te leveren voor een erkenning. Dat een opleiding binnen het onderwijs nooit volledig kan zijn is evident en daarom zijn de stages uitgevonden. Vooral voor die beroepen die leiden naar een zelfstandige praktijk.
Stages zijn een zeer paternalistische aangelegenheid waarbij zowel de stagiair als de stagemeester vragende partij zijn. En wie iets kent van onderhandelen weet dat als twee vragende partijen moeten samenwerken, er ook twee verliezers zijn. De ene wil kennis en ervaring vergaren, waarvan hij weet dat die niet altijd oplevert wat hij ervan verwacht had en de andere wil daar diensten voor in ruil, waarvan hij weet dat die nog zeer veel gebreken vertonen.
Het paternalisme zit hem in het feit dat het voor beiden een kortstondige verloving zal zijn, want van zodra de stagiair de mogelijkheid ziet om op eigen benen te staan is het gedaan met de samenwerking. De stagemeester kan opnieuw beginnen en de niet-meer-stagiair belandt in een onzeker avontuur.
Waar ligt de fout?
Dat het diploma zowel de tittel als de uitoefening van het beroep genereert. Dat laatste kan al vanaf dag één in België, mits de gediplomeerde netjes zijn stageverplichtingen volbrengt en de Excel-fiche op het einde van de rit geen al te erge hiaten vertoont.
En telkens opnieuw rijzen de vragen: welke vakken moeten nu wel of niet gegeven worden in het curriculum? Moeten er geen stages ingelast worden tijdens de opleiding? Moeten de stagemeesters het eigen werk van de stagiair mee begeleiden? Allemaal vragen die nooit tot een bevredigende oplossing zullen komen, want ze blijven steeds in hetzelfde zieke bedje woelen.
Wat is dan de oplossing?
Vanaf volgend academiejaar levert het onderwijs enkel nog de titel af van Master in de Architectuurwetenschappen. Punt. Hiermee heeft de titularis de mogelijkheid te gaan werken op een architectenbureau als hij daar zin in heeft.
Wil hij verder gaan en zelf op de tabel van de Orde komen te staan, dan zal hij ten vroegste na drie jaar na het behalen van zijn titel, een proef kunnen afleggen op basis van een portfolio waarmee hij bewijst om over voldoende kennis, ervaring en ondernemingslogica te beschikken om het beroep zelfstandig uit te voeren. Wie daarover moet oordelen? Een college van deskundigen uit de Orde, het onderwijs, de beroepsverenigingen en misschien zelfs vanuit het ministerie van ondernemen.
Alleen maar winners in dit proces: de Orde moet zich niet meer bezig houden met het bijhouden van stagefiches en zinloze controles, wat al een ernstige besparing zou zijn zodat de Orde kan investeren in een beter professioneel kader. En er zijn geen stagiairs meer. Alleen volwaardige startende medewerkers zoals in alle andere sectoren van onze samenleving.
Het resultaat zal zijn dat op er termijn minder architectenbureaus op de markt komen die het na een paar jaren moeten opgeven wegens niet rendabel. Het onderwijs en de orde moeten hiervoor eens ernstig gaan samenzitten en dat plan verder uitwerken. De minister zal zeker volgen.
Is dit nu zo spectaculair?
In de ogen van de mandatarissen van de Orde wellicht wel, want ze moeten een deel van hun macht en invloed afgeven en dat zal dus niet gemakkelijk losgelaten worden. En in de ogen van de decanen wellicht ook, maar dat is minder erg, want die weten zelf niet goed op welk been ze moeten dansen met hun programma’s.
Weet dat in heel veel landen over de hele wereld, van de USA over Japan tot in het Verenigd Koninkrijk, het systeem loopt zoals geschetst. Alleen in die landen waar Napoleon heeft huisgehouden, loopt het fout.
Dat al diegenen die vooral een mening hebben, zich eens verdiepen hoe het verloopt in die landen waar er geen stageverplichting is. Terloops, in de VS - het land van het vrij ondernemerschap, toch? - duurt het gemiddeld zeven à acht jaren alvorens afgestudeerden voldoende kennis en ervaring hebben opgedaan om opgenomen te worden bij het NCARB (National Centre of the Architects Registration Board). Kijkt u maar eens op hun site.