Eduardo Souto de Moura bewondert zijn Beurs-, Meeting-, en Congresgebouw voor het eerst in Brugge

Volle zaal in het gloednieuwe Beurs, Meeting- en Congrescentrum (BMCC) in Brugge vorig weekend. Niemand minder dan Pritzker Prize-winnaar Eduardo Souto de Moura was er te gast op uitnodiging van Archipel voor een lezing over het mede door hem ontworpen gebouw. Het werd een verhaal over architecturale tradities maar ook over de vruchtbare samenwerking met META architectuurbureau, die als het ware in de sterren geschreven stond.

Het BMCC in Brugge heeft eind vorig jaar zijn grote opening gemist wegens corona, maar het complex heeft ondanks de opening in mineur een vliegende start genomen: vandaag draait het BMCC op volle toeren en ontvangt het bijna dagelijks evenementen. Architectura kreeg in februari al een rondleiding van Eric Soors van META architectuurbureau en André Campos van het Portugese Souto de Moura Architects – je hoort het binnenkort in onze podcast - maar voor Eduardo Souto de Moura zelf was het afgelopen weekend – opnieuw omwille van dat vermaledijde coronavirus –de eerste keer dat hij het voltooide gebouw met eigen ogen kon aanschouwen. ‘Het is prachtig geworden, een verdienste van het ganse bouwteam’, zei hij daarover.

 

Familieverhaal

Het nieuwe beurs- en congresgebouw is het resultaat van een Design & Build-wedstrijd, gewonnen in 2017 door Souto de Moura, META architectuurbureau en hoofdaannemer CFE. Voor de ingewijden is het allicht geen nieuws dat achter samenwerking tussen Souto de Moura en META een familieverhaal schuilgaat. Het nieuwe BMCC is er namelijk gekomen ter vervanging van de reeds bestaande beurshal, in 1967 ontworpen als tijdelijke constructie door Groep Planning. Ignaas Deboutte, vader van Niklaas Deboutte van META, stond mee aan de wieg van Groep Planning, en het was Bart Canfyn – zoon van die andere Groep Planning-oprichter Willy Canfyn – die META in contact bracht met Eduardo Souto de Moura. ‘We ontdekten dat we dezelfde architecturale taal spreken en zijn intussen ook vrienden geworden’, zei Souto de Moura over de samenwerking.

Het had ook anders kunnen lopen, vernamen we van Brugs burgemeester Dirk De Fauw, want het stadsbestuur speelde eerst met het idee om de nieuwe beurshal te combineren met een groot hotel of zelfs een voetbalstadion buiten de stad. Uiteindelijk viel de keuze toch op een beursgebouw gecombineerd met congrescentrum binnen de stadsmuren, op een boogscheut van ’t Zand en dat andere hedendaagse architectuuricoon in Brugge: het Concertgebouw van Robbrecht en Daem. META en Souto de Moura werden geselecteerd uit tien kandidaat-inzendingen en dat heeft de stad zich nog niet beklaagd. Dat Brugge niet alleen met zijn historische grandeur maar ook hedendaagse architectuur wilt uitpakken, bewijst ook BRUSK, de tentoonstellingshal waarvan de bouw deze zomer van start gaat.

Tijdens zijn lezing ging Eduardo Souto de Moura dieper in op het ontwerp van het BMCC en enkele andere van zijn recente projecten en de manier waarop zijn vormentaal steevast verwijst naar architecturale tradities, van in de Oudheid tot Le Corbusier. ‘Ik hou niet van de typische grijze beurshallen zonder ruimte voor natuurlijke elementen. Wij hebben in Brugge dan ook resoluut gekozen voor een transparant gebouw op een open plein met een luifel als uitnodigend gebaar naar de buurt toe. De bomen rondom gaan een dialoog aan met het gebouw en creëren een soort van filter. Net zoals de filosoof Dérida placht te doen, hebben wij hier ook in de kantlijn geschreven’, vertelde de Portugese ontwerper.  

 

Een gebouw als een dier

Souto de Moura verwijst tijdens de lezing wel vaker naar zijn gebouwen als dieren. In het geval van het BMCC doet het zijaanzicht denken aan een van de leeuwen van Delos, met de voorgevel als zijn aangezicht, de beurshal als zijn lichaam, en zijn gezeten benen links. ‘Gezien het hier toch om een gebouw van een zeker belang gaat, had het dier een uitgesproken gezicht nodig’, vertelde Souto de Moura. ‘Na veel onderzoek kwamen we uit bij deze strenge cadans van kolommen. Aangezien we bouwen voor de 21ste eeuw en allerminst willen refereren naar de fascistische architectuur, hebben we er dankzij de moderne staaltechnologie een lichte constructie van kunnen maken. We hebben een ondanks de massieve verschijningsvorm een licht gebouw gecreëerd dat de grond niet raakt, en als het ware zweeft.’

Artisanale baksteen

Ook aan de keuze van de baksteen is veel onderzoek voorafgegaan. De kleur en textuur zijn afgestemd op 25 Brugse bakstenen gevels. ‘De fabrikant (Vande Moortel, nvdr.) is erin geslaagd om de voegen quasi onzichtbaar te maken, met een prachtig resultaat. Het is een baksteen met een artisanaal karakter, met geschiedenis. We hebben nu eenmaal de pretentie dat we hier een gebouw hebben neergezet dat net als de rest van het Brugse patrimonium jaren en jaren zal meegaan’, aldus Souto de Moura.

 

Als een schilderij van Brugge

Met een transparante beurshal op het gelijkvloerse niveau is het congresgedeelte gestapeld vormgegeven, met een auditorium, vergaderzalen en cateringruimte helemaal bovenaan, waarvan het terras een prachtig uitzicht biedt over Brugge. ‘Het is een uitzicht waar ik veel van houd, precies omdat het omkaderd wordt door de bakstenen pijlers, zoals bij een schilderij. En zoals Le Corbusier zei: ‘Les choses ne sont pas importants, c’est ce qui est entre les choses qui est important’.’

 

Echo’s van architecturale tradities

Zoals het nieuwe beursgebouw voortbouwt op de traditie van de Brugse architectuur, komen echo’s van architecturale tradities in zowat alle gebouwen van Souto de Moura terug. Zo besprak hij in Brugge ook zijn eerste theater: La Comédie in het Franse Clermont-Ferrand, waarvoor hij ten rade ging bij het Théâtre des Champs-Elysées van Auguste Perret, of zijn woning in Quinta de Lago, waar referenties naar Le Corbusier en Aldo Rossi nooit ver weg zijn. ‘Architecten noemen dat dan ‘een eerbetoon’, maar als je kopieert, zeg dan gewoon dat het een kopie is’, zei hij daarover.  

Dat Eduardo Souto De Moura veel aandacht besteedt aan de inpassing in de omgeving bewijst ook de energiecentrale bij de Foz Tua-dam nabij Porto die hij ontwierp middenin het door UNESCO als werelderfgoed erkend wijnlandschap van Alto Douro. Om de omgeving zo min mogelijk te verstoren, creëerde Souto de Moura geen gebouw maar een beeld van machines ingeschoven in het landschap, naar analogie met zijn beroemde in de rotsen uitgehouwen Braga-stadion.

 

Toekomstperspectieven

De eer om de lezing van Souto de Moura af te sluiten, was aan Niklaas Deboutte, die afsloot met een boutade: ‘We hebben samen veel gegeten, gelachen en soms gedronken. Misschien is dat wel de essentie om tot een goed ontwerp te komen.’

Voor Eduardo Souto de Moura is het BMCC zijn tweede gebouw op Belgische bodem, na crematorium Uitzicht in Kortrijk, en allicht niet het laatste. Het is nu wachten op de realisatie van het crematorium in Evere en wie weet is er nog meer op komst. Souto de Moura liet zich in Brugge alvast ontvallen dat hij en META praten over meer projecten samen, misschien zelfs op Belgische bodem. Wordt vervolgd...



Deel dit artikel:
Onze partners