Een blik op de gerenoveerde Loods 22 in Gent

Op 10 mei konden architecten, studiebureaus en producenten hun hartje weer ophalen op I am Architect. Dat het dit jaar een bijzonder geslaagde editie was, is niet enkel te danken aan de vele boeiende lezingen die er gehouden te werden. Ook de unieke locatie, meer bepaald Loods 22 in Gent, heeft daar zeker toe bijgedragen. Bij wijze van voorproefje op wat komen ging, gaf Francis Catteeuw van Compagnie O meer uitleg bij de renovatie van de unieke loods. Architectura luisterde aandachtig mee.

Op 10 mei konden architecten, studiebureaus en producenten hun hartje weer ophalen op I am Architect. Dat het dit jaar een bijzonder geslaagde editie was, is niet enkel te danken aan de vele boeiende lezingen die er gehouden te werden. Ook de unieke locatie, meer bepaald Loods 22 in Gent, heeft daar zeker toe bijgedragen. Bij wijze van voorproefje op wat komen ging, gaf Francis Catteeuw van Compagnie O meer uitleg bij de renovatie van de unieke loods. Architectura luisterde aandachtig mee.


Turbulent verleden

Loods 22 is een beschermde loods aan de Gentse Voorhaven. Samen met loodsen 20 en 23 vormt ze het enige restant van de ooit zo bloeiende lokale handelsactiviteit. De loodsen werden eind 19e eeuw opgetrokken als op- en overslagloods van katoen en waren dus een belangrijke schakel in de Gentse textielindustrie. Halverwege de twintigste eeuw raakten ze in verval door de delokalisering van deze textielindustrie en werden ze zelfs gedeeltelijk afgebroken. Loodsen 21 en 24 ondergingen dit droeve lot. Omstreeks de jaren 80 kwam er gelukkig een kentering. Doordat projectontwikkelaars industriële sites gingen aankopen en verouderde panden omvormden tot woningcollectieven met luxueuze lofts, kreeg ook de Gentse Voorhavenwijk een nieuwe impuls. Volledige pakhuizen werden op die manier geleidelijk aan gerenoveerd. Met loods 22 werd een van de meest prominente artefacten van het industrieel verleden in 2010 eindelijk geherwaardeerd.





Woon- en handelsfuncties

De loods heeft een oppervlakte van 4000 m² (100 x 40 m) en telt drie bouwlagen. De lichte, statische stalen bovenbouw steunt op een halfondergrondse bakstenen kelder. Het dak bestaat uit een dubbele rij Polonceau-spanten die telkens twintig meter overspannen. De vijf meter brede uitkragende luifel, die het katoen tijdens het laden en het lossen tegen de regen moest beschermen, draagt ook nu nog bij tot het unieke silhouet van de loods. “Om de loodsen er voor de buitenwereld nog authentiek te laten uitzien, hebben we de wanden ook iets dieper geplaatst en hebben we voor grote glasvlakken gekozen,” aldus architect Francis Catteeuw.
De gelijkvloerse verdieping, die vanaf de halfbovengrondse sokkel rondom de loods toegankelijk is, is bestemd voor handel en diensten. De verdieping biedt plaats aan twintig woonlofts die ontsloten zijn vanuit twee inkompartijen.






Authentiek industrieel karakter

Hoewel de loods volledig gerenoveerd is, behoudt ze voor een groot deel haar originele industriële schaal en structuur (met een strak kolommen- en balkengrid). “Er kwam veel studiewerk aan te pas,” vertelde architect Francis Catteeuw. “Er waren dan ook erg veel parameters om rekening mee te houden: brandveiligheid, akoestiek, stabiliteit, technieken, enz. Voor een vervallen loods zonder muren lag dit allemaal niet zo simpel. We hebben bijvoorbeeld geopteerd voor ontdubbelde gipskartonwanden om ervoor te zorgen dat de wanden bij brand elkaar niet als dominosteentjes omkegelen. De ontdubbelde wanden komen ook de akoestiek ten goede. Het is immers de bedoeling dat de bewoners van de lofts – ondanks het feit dat ze vrij dicht op elkaar wonen – zo weinig mogelijk hinder ondervinden.”



 

Ook  de nabijgelegen loods 23 zal binnenkort overigens een nieuwe, gelijkaardige bestemming krijgen.

Foto's: Compagnie O
 

Deel dit artikel:
Onze partners