Iedereen die Hasselt de laatste drie jaar per trein in- of uit is gereden, heeft zich ongetwijfeld wel verwonderd over het imposante bouwwerk dat sinds december 2008 vlakbij het station geconstrueerd werd. Het betrof immers het meest prestigieuze Limburgse project van het decennium: het nieuwe gerechtsgebouw van Hasselt, een indrukwekkend staaltje icoonbouw van Lens°Ass en a2o Architecten in samenwerking met de gerenommeerde Duitse architect Jürgen Mayer. Het boomvormige pronkstuk is een eerste stap in de opwaardering van de eerder troosteloze stationsbuurt. Architectura sprak met architect Bart Lens (Lens°Ass) en projectleider Stijn Leenders (aannemer Democo), die beiden erg trots zijn op hun inbreng in dit unieke project.
TWINS
Ruim vijf jaar geleden schreef de nv Hasselt Stationsomgeving, bestaande uit het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Hasselt en studiebureau Eurostation / Euro Immo Star, een internationale wedstrijd uit voor de bouw van een multifunctioneel kantoorgebouw in de Hasseltse stationswijk. Dit zou de eerste fase worden in de realisatie van een masterplan van het stedelijk ontwerpbureau West-8, dat de hele stationsomgeving grondig gaat vernieuwen. Tal van ontwerpteams schreven zich in, maar het was het collectief TWINS dat aan het langste eind trok. TWINS is een samenwerkingsverband tussen Lens°Ass, a2o-architecten en het Berlijnse bureau van Jürgen Mayer. Vooral deze laatste heeft op internationaal vlak heel wat adelbrieven voor te leggen. “We beseften dat het hier niet enkel een functioneel gebouw betrof,” licht architect Bart Lens toe. “Het was vooral de icoonwaarde voor de stad Hasselt die benadrukt werd, en daarom zochten we iemand met een andere kijk op de stad. We wisten dat Jürgen veel in het buitenland actief is, en hij ging dan ook meteen in op onze uitnodiging.” Het collectief maakte een ontwerp dat inhoudelijk aansloot bij het wezen van de stad en de functionaliteit van het geplande gebouw. Terwijl Jürgen Mayer instond voor het ontwerp, namen a2o en Lens°Ass vooral de praktische kant van de zaak op zich. A2o hield zich bezig met de administratie en de aanbestedingen. Alle ontwerpen werden ook in hun kantoor getekend. Lens°Ass daarentegen nam de bouwdetaillering en de esthetische afwerking voor z’n rekening. Eurostation was verantwoordelijk was voor de planopmaak, de werfopvolging, de verslaggeving en de budgetoverwaking.
Het Mayer-effect
De creatieve inbreng van Jürgen Mayer in dit project is niet te onderschatten. Mayer is een Duitse architect die zich heeft gespecialiseerd in digitale architectuur: hij experimenteert veel met allerhande nieuwe digitale technieken en komt zo vaak met bizarre, maar erg vernieuwende oplossingen op de proppen. Na enige research te hebben gedaan over de stad Hasselt bedacht Mayer het uiteindelijke concept. “Jürgen had gezien dat er op het wapenschild van Hasselt twee bomen staan. De naam ‘Hasselt’ is immers afgeleid van het oude woord voor ‘hazelaar’. Aangezien het toch de bedoeling was om een icoon voor de stad neer te poten, leek het hem geen gek idee om de expressie van een boom te integreren in het ontwerp,” vertelt Lens. “Los daarvan bleek ook nog eens dat men vroeger op de voornaamste plaatsen in Europa recht sprak onder de oudste boom van de stad. De link met de uiteindelijke functie van het te ontwerpen gebouw was op die manier meteen gelegd.”
Het programma werd erg compact gehouden: er moest een structuur gebouwd worden op de ondergrondse parking die al in aanbouw was. Het struikelblok was helaas de haast willekeurige organische binnenstructuur die verwees naar de wilde groei van bomen. Het masterplan voorzag een strak afgelijnd budget, waardoor het onmogelijk was om het initiële ontwerp ten volle in de praktijk te brengen. Er werd dan ook een compromis op tafel gelegd: “Adriaan Geuze van West-8 stelde voor om de draagstructuur vrij rationeel te laten bouwen en om de architecturale kracht te bundelen in de buitenste schil. Het is dus een – op de gevel na – zeer ‘bouwbaar’ gebouw geworden.”
The German Wave
De gevels van het gerechtsgebouw, die geleverd en gemonteerd werden door Limeparts, dat ter ontwikkeling van de ingewikkelde gevelconstructie ook betrokken werd bij het ontwerpproces, bestaan uit een ontdubbelde huid. De buitenste laag is op vraag van Lens volledig uit hout (Woodlam en gepatineerde Kerto-platen) opgebouwd: “Je kan een boomstructuur toch moeilijk in aluminium gaan bouwen? De authentieke uitstraling was voor mij van groot belang.” De buitenlaag werd opgevuld met glas en op sommige plaatsen aangevuld met een karakteristieke geperforeerde metalen huid, die afgestemd is op enkele eisen van het gemeentebestuur: “Men wilde een transparant gebouw dat met z’n open karakter de nieuwe visie op het functioneren van het rechtsapparaat illustreert. Al snel bleek echter dat een volledige glazen huid niet haalbaar was, vooral naar temperatuur en zonnewering toe. We hebben dan geopteerd voor een combinatie met een door Jürgen digitaal ontwikkelde rastervorm die haast als de nerf van een blad uiteengezet kan worden. De moeilijkheid hierbij was de graad van perforatie: we moesten absoluut dertig procent zonnewering voorzien om het gebouw deftig te kunnen klimatiseren. Gaas was echter geen optie, we wilden een soort ‘wave’ met grote gaten die het geheel een grote expressie geeft.” De exacte balans tussen glas en raster werd afgestemd op de oriëntering van het gebouw. Langs de kant van het station (de zuidkant) is het aandeel van het zonwerende raster groter dan aan de noordkant (waar de centrale ingang zich bevindt). Achter de aluminium bekleding werden er looppasserellen voorzien om de gevels goed en veilig te kunnen onderhouden.
Plannen en puzzelen
Om de experimentele gevel gerealiseerd te krijgen, is er een bouwteam opgericht met Eurostation (dat de aanbestedingen in orde bracht), TWINS en de tijdelijke vereniging Democo - Cordeel - Interbuild. Dit team, dat ongeveer 150 mensen telt, heeft eerst een vol jaar op theoretisch niveau samengewerkt om tot uitvoerbare oplossingen te komen en alle details op elkaar afgestemd te krijgen. Na deze lange studietermijn kon men pas overgaan tot de effectieve constructie. Stijn Leenders, die als projectleider meewerkte aan de gevelopbouw, legt uit hoe die uiteindelijk exact tot stand is gekomen: “Eerst werd er een prefabbetonnen skeletstructuur geplaatst waartussen er prefabplintbalken werden opgehangen. Van zodra deze basis er stond, kon de gevelopbouw beginnen. De eerste fase bestond uit het plaatsen van de houten binnenramen. Vervolgens konden alle knooppunten waterdicht gemaakt worden en kon men de screenkasten boven de binnenramen maken. Dan heeft men stalen consoles (die de looppasserellen tussen de dubbele gevels dragen) om de 1,35 meter tegen de plintbalken gemonteerd. Eens dit gebeurd was, kon de binnenkant van de gevel geïsoleerd worden en bekleed worden met cassettes. Tot slot werden de roosters geplaatst, wat betekende dat men aan de montage van de gelamelleerde houten liggers kon beginnen. De open plekken die hierbij ontstonden, konden worden ingevuld met glas en cassettegevel. De allerlaatste stap was het aanbrengen van de Kerto-bekleding tussen de beglazingen en de cassettes.”
Ook de integratie van de schuine glasvlakken die de centrale ingang flankeren verliep allerminst eenvoudig. Alles moest eerst in 3D uitgetekend worden. Nadien werden er vanuit het gebouw stellingplateaus gemaakt om de dichtingen en de cassettes stap voor stap te kunnen aanbrengen. Het heeft weken geduurd vooraleer dit deel van de gevel enigszins vorm kreeg.
Al deze processen werden door verschillende gespecialiseerde firma's uitgevoerd, dit echter pas nadat alle details uitvoerig bediscussieerd waren door de verschillende betrokken partijen. Het spreekt dus voor zich dat het coördineren van al deze werkzaamheden een waar huzarenstukje was.
Groot maar bescheiden
Een van de grootste troeven van het gebouw is dat het ondanks z'n grote massa toch erg compact is opgebouwd. Men heeft geopteerd voor Gyproc-wanden om de constructie relatief licht te houden. Eurostation, het studiebureau dat de technische kant van de zaak voor z'n rekening nam, heeft bovendien alles in het werk gesteld om het geheel zo duurzaam mogelijk gebouwd te krijgen. In de eerste plaats biedt de dubbele buitenschil al het nodige thermische comfort. Binnenin het gebouw is alles optimaal geïsoleerd. Binnen de discrete context van een gerechtsgebouw is ook de akoestiek uiteraard van erg groot belang. Deze wordt op peil gehouden door dubbele deuren en wanden en geperforeerde plafonds met absorberende isolatie.
Waar de vijf rechterlijke organen zich voorheen op verschillende locaties bevonden, zijn ze nu allemaal gegroepeerd worden in dit ene monumentale rechtscomplex. Het hoofdgebouw, dat zich in de sokkel bevindt, bestaat uit zes bouwlagen en is bestemd voor kantoren en rechtszalen. Deze situeren zich aan de buitenkant en worden gevoed met buitenlicht. De gesloten ruimtes en cellen zijn meer naar het midden toe geplaatst.
Op het gelijkvloers is er een grote bibliotheek die gemeenschappelijk gebruikt wordt door de Hasseltse rechtsfaculteit en de gerechtelijke diensten. De boomstructuur bovenop de sokkel, die twaalf verdiepingen hoog is, biedt plaats aan de administratieve diensten. Het bovenste niveau is volledig vrijgemaakt en fungeert als vergader- en ceremonieruimte. Onder de grond bevat het complex twee parkeergarages en een uitgebreid archief.