“Een burger heeft veel meer kennis over de plek waar hij woont of werkt dan de architect die daar toevallig een ontwerpwedstrijd heeft gewonnen”

Onze maatschappij is in volle transitie en dat voelen we allemaal aan den lijve. Ook op ruimtelijk vlak is de uitdaging groot en architecten en stedenbouwkundig ontwerpers kunnen hier een belangrijke impact hebben. Maar is het de taak van architecten om maatschappelijk geëngageerd te zijn? Architectura vroeg het aan Hanne Mangelschots en Maarten Desmet van respectievelijk Architecture Workroom Brussels en Endeavour, voor wie dat engagement een evidentie is. In het tweede deel van dit interview gaan beide architecten dieper in op het belang van participatie en van duurzame bedrijfsmodellen. “We moeten afstappen van het idee dat de architect een alleswetend expert is, en dankbaar zijn voor alle kennis die ons wordt aangereikt. Een burger heeft tenslotte veel meer kennis over de plek waar hij woont of werkt dan de architect die daar toevallig een ontwerpwedstrijd heeft gewonnen”, aldus Maarten Desmet. Lees hier ook deel I. 

Er wordt vandaag veel gesproken over participatie maar vaak blijft dit nog beperkt tot de klassieke infovergaderingen. Wat zijn manieren om als ontwerper dit proces te begeleiden? Hoe pakken jullie dat aan bij Endeavour?

“Wij doen aan sociaal ruimtelijk onderzoek in opdracht van overheden, om de gebruikers en de ruimtelijke omgeving in een bepaalde context beter te leren kennen. Anderzijds begeleiden wij co-creatieprocessen, waarbij de finaliteit een veelal ruimtelijke transformatie is. Wij brengen dat gebruikersperspectief zo vroeg mogelijk binnen in het proces, omdat er dan nog veel ruimte voor inbreng is. De sleutel is om de betrokkenen au sérieux te nemen en hen mee te laten nadenken over ruimtelijke verandering. Dat betekent niet dat iedereen architect is. Door dat co-creatieproces juist aan te pakken kan je duidelijke rollen definiëren en kan iedereen zijn bijdrage leveren in zijn rol. Een burger heeft tenslotte veel meer kennis over de plek waar hij woont of werkt dan de architect die daar toevallig een ontwerpwedstrijd heeft gewonnen. En omgekeerd kan de architect in dialoog met de burger ook kennis overdragen en inspireren. Het is niet de burger die gaat ontwerpen, het is de burger die in dialoog gaat met de architect en kennis overdraagt die de architect niet heeft. Deze processen vragen een zekere bescheidenheid of openheid van een architect. We moeten afstappen van het idee dat de architect een alleswetend expert is, en dankbaar zijn voor alle kennis die wordt aangereikt. Net dat maakt een ontwerp veel gelaagder.”

Participatie zit, althans in dat vroege stadium, nog niet ingebakken in ontwerpopdrachten. Is daar nog een sprong te maken?

Maarten: “Veel architecten willen die participatie graag vroeger in het ontwerpproces voeren, maar dat is moeilijk in de klassieke wedstrijdprocedures, waarbij je een kandidatuur moet indienen en tijdens de selectieprocedure al een visie moet voorstellen zonder echt met de gebruikers in dialoog te gaan. Als architect word ook je niet getraind om aan participatie te doen en dat is in se ook niet de taak van de ontwerper. Daarvoor is een neutrale partij nodig. In theorie zou dat ook de Vlaams Bouwmeester kunnen zijn.”

Hanne: “Participatie op een goede manier voeren, vraagt tijd. En nochtans is dat gebruikersperspectief de sleutel tot succes. Veranderingen zoals onze voedselproductie terug lokaal brengen of hele wijken samen gaan renoveren, gaan echt niet gebeuren als de burgers dat niet willen, of het niet gekoppeld is aan de noden die zij hebben. Als we kijken naar de energietransitie bijvoorbeeld gebeuren pilootprojecten vaak in die wijken die er het meeste nood aan hebben, meestal eerder kwetsbare wijken, waar de ramen soms letterlijk uit de appartementen vallen. Als je aan de mensen die daar wonen gaat vertellen dat je met hen wilt participeren over de energietransitie, zal dat niet werken. Je moet eigenlijk twee stappen terug zetten en eerst kijken wat mensen nodig hebben en hoe we bijvoorbeeld hernieuwbare energie als een hefboom kunnen gebruiken om die zaken te veranderen. Zeker bij de complexe transities waar we het hier over hebben, kan je maar beter vertrekken vanuit de mensen die het zullen moeten gaan doen.”

 

Hoe ziet de architect van de toekomst er voor jullie uit?

Hanne: “De architect van de toekomst is heel veelzijdig. Hij/zij heeft ook de sociale vaardigheden om heel goed te kunnen samenwerken, zowel met andere architecten als met experts en burgers, om projecten op het getouw te zetten die zich niet op één aspect toespitsen, maar die maatschappelijke uitdagingen in zijn geheel aanpakken.”

Maarten: “Vanuit mijn ervaring en perspectief hoop ik dat er meer richting het hybride model wordt gewerkt van een ontwerpbureau dat maatschappelijke impact wilt hebben, hoe klein ook, en tegelijk gestoeld is op een duurzaam businessmodel. Ik sta er soms versteld van hoe sommige architectenbureaus op bedrijfsvlak in elkaar zitten. Hoe zij draaien op onderbetaalde stagiairs die weinig zekerheid hebben over hun toekomst, maar ook omgekeerd: jonge stagiairs die komen shoppen en twee jaar kennis opdoen en dan elders aan de slag gaan of hun eigen bureau oprichten. Aan de andere kant zie ik ook ‘de geëngageerde architect’ die in zo’n bureau werkt om rond te komen en daarnaast ‘iets belangrijks’ doet, of subsidies moet gaan zoeken om dat gedaan te krijgen. Ik heb bewondering voor bureaus die een evenwicht gevonden hebben tussen hun maatschappelijke impact en wat commercieel interessant is, en hun impact daarmee versterken. Denk maar aan Rotor: hoe meer gerecupereerde materialen zij verkopen, hoe meer middelen zij genereren om te pionieren in hun projecten. Ik beweer niet dat alle architecten sociale ondernemers moeten zijn, maar ze moeten op zijn minst beter nadenken over hoe ze gaan ondernemen en samenwerken. Dat ondernemersaspect is geen bijzaak en toch is het in onze sector nog heel nieuw. Heel wat initiatieven in ons land die op dat engagement werken, worden automatisch een vzw. Maar het is niet omdat je iets bijdraagt tot de goede zaak, dat je geen winst mag maken. Je hoeft niet of een geëngageerde vzw of een grote nv te zijn die alleen maar bouwt. Er zijn veel vormen daartussenin. Endeavour is vandaag een cv en dat is een zoektocht geweest. We hadden net zo goed een vzw kunnen oprichten maar hadden simpelweg goesting om een bedrijf te runnen.”  

Hanne: “AWB is een nog altijd een vzw en kiest daar bewust voor. Wij willen zo weinig mogelijk als een bedrijf beschouwd worden om die onafhankelijkheid uit te dragen, als neutraal innovatiehuis dat vanuit een culturele missie wil agenderen. Daar zit een belangrijk verschil met de rol van Endeavour. De essentie is dat je sociaal kan ondernemen op verschillende manieren en je moet die manier kiezen die het best bij jou past.”

Wie zijn jullie inspiratiebronnen die dat engagement in de praktijk brengen?

Hanne: “Architecten die hun ontwerpcapaciteiten inzetten binnen een bredere maatschappelijke relevantie vind ik heel inspirerend. Ik denk bijvoorbeeld aan OOZE in Nederland die fantastische kleinschalige ingrepen doen, maar net zo goed schakelen naar complexe water- en energiesystemen. In het kader van ons project De Grote Verbouwing heb ik Collectif dallas ontdekt; een klein Brussels bureau dat artistieke installaties maakt die gaan over maatschappelijk relevante thema’s zoals ontharding en waterrecuperatie.”

Maarten: “Het is misschien geen voorbeeld uit onze eigen sector, maar wat mij inspireert is de Instroom Academy van sterrenchef Seppe Nobels omdat hij vanuit zijn vakgebied innoveert. Hij leidt nieuwkomers op in zijn restaurant die na enkele weken aan de slag gaan op de reguliere arbeidsmarkt, met succes. Het is een goed verdienmodel want het is een gerenommeerd en drukbezocht restaurant waarvan de maatschappelijke missie heel duidelijk is. Voor mij betekent geëngageerd zijn dat je vanuit de rol die je hebt in de samenleving je verantwoordelijkheid opneemt. Ik verwacht niet van de bewoner van het appartement met de kapotte ramen waarover Hanne sprak hetzelfde als van mijn burgemeester of van een architect. Het komt erop aan om binnen je mogelijkheden je maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen.”

Deel dit artikel:
Onze partners