Julie Mabilde van het Team Vlaams Bouwmeester, publiceerde op haar website een artikel dat ze oorspronkelijk schreef voor het boek ‘Klimaat en sociale rechtvaardigheid’ van Denktank Minerva. Omdat ze er heel bevattelijk in uitlegt wat de relatie is tussen onze ruimtelijke ordening en klimaat- en andere problemen, brengen we het ook graag op architectura.be. Dan doen we omwille van de lengte van het stuk wel in meerdere ‘afleveringen’. Vandaag deel 1: Klimaat is een ruimtelijk vraagstuk.
De manier waarop we wonen in Vlaanderen heeft een enorme impact op milieu en klimaat, en kosten en baten zijn volledig uit evenwicht. We moeten onze bebouwde omgeving dus herdenken: verdichten, in steden, stadsranden, en nabij knooppunten van openbaar vervoer, maar op zo’n manier dat ook de lusten en lasten solidair gedragen worden. Daarom is het belangrijk in te zetten op een groter, kwaliteitsvol, en betaalbaar aanbod woningen in die kernen. Het versnipperde grondeigendom, vaak in handen van individuele eigenaars, maakt dit echter een bijzonder moeilijke opgave. Om de noodzakelijke verdichting en de aanpassing van ons bestaande woonpatrimonium aan de nieuwe normen en veranderende noden op een efficiënte manier aan te pakken, en daarbij ook inclusief en betaalbaar te maken, zijn daarom twee strategieën aangewezen: van een aanpak van de bebouwde omgeving op perceelsniveau naar een aanpak op wijkniveau met collectievere woonvormen, en werk maken van een diverser aanbod aan opdrachtgevers- en eigenaarsmodellen, als tegenwicht voor de dominantie van de private vastgoedmarkt.
"Het klimaatdebat verzandt in Vlaanderen al snel in technische discussies over emissies en nieuwe technologieën, en verwordt zo tot een technocratisch debat tussen – al dan niet zelfverklaarde – experten. Om Vlaanderen klimaatbestendig te maken, ligt een belangrijke opgave nochtans eerder in het herdenken van onze manier van wonen en in de renovatie van onze bestaande bebouwing."
Het klimaatdebat zoals het gevoerd wordt in Vlaanderen verzandt al snel in technische discussies over emissies en nieuwe technologieën, en verwordt zo tot een technocratisch debat tussen – al dan niet zelfverklaarde – experten. Om Vlaanderen klimaatbestendig te maken, ligt een belangrijke opgave nochtans eerder in het herdenken van onze manier van wonen en in de renovatie van onze bestaande bebouwing. Deze opgave heeft minder nood aan technologische oplossingen dan wel aan een maatschappelijk debat over hoe we in de toekomst zullen wonen en bouwen. Wanneer we het bijvoorbeeld hebben over energie ligt de grootste winst niet in het uitrollen van de meest performante en kostenefficiënte nieuwe hernieuwbare technologieën, maar in het laten dalen van het verbruik. Dat principe, waarbij de actie met de grootste impact erin bestaat het gebruik naar beneden te brengen, geldt bij uitbreiding ook voor mobiliteit, voor watergebruik, of voor het vrijwaren van onze open ruimte. Die logica maakt van het halen van de klimaatdoelstellingen, of breder geformuleerd het duurzamer maken van onze leefomgeving, veeleer een ruimtelijke of ontwerpkwestie dan een louter technische discussie.
Meer auto's, hoger energieverbruik, wateroverlast en -tekort en minder groen
De ruimtelijke versnippering in Vlaanderen – in Europa zijn we, op het rotsachtige Malta na, recordhouder wat betreft ruimtegebruik en verharding – is immers medeoorzaak van onze klimaat- en energieproblemen, of staat in elk geval een goede oplossing in de weg. Omdat we erg verspreid wonen hebben we ook een erg uitgebreid wegennetwerk, wat resulteert in meer afgelegde kilometers en de dominantie van autoverkeer. Door het grote aandeel vrijstaande woningen zijn onze huizen weinig compact en (te) groot in verhouding tot het Europese gemiddelde, waardoor het energieverbruik veel hoger ligt. Het hoge aandeel verharding zorgt ook voor wateroverlast bij – door klimaatverandering steeds vaker voorkomende – piekbuien, terwijl het versneld afvoeren van dat regenwater naar rioleringen, in plaats van het te laten infiltreren in de bodem of te bufferen, ervoor zorgt dat we in de zomer geconfronteerd worden met watertekorten tijdens langere periodes van droogte. Bovendien nemen groen en natuur klimaatregulerende functies op, maar de open ruimte staat door onze hoge bebouwingsgraad sterk onder druk.