Een van de belangrijkste keuzes die u als bouwheer moet maken is de keuze van het ruwbouwmateriaal waarmee u uw woning optrekt. Als de muren en verdiepingsvloeren daarbij in hetzelfde materiaal zijn, heeft dat enkele voordelen. Wat zijn die voordelen, en naar welke materialen moet u dan juist kijken?
In de houtskeletbouwsector is het normaal dat muren en verdiepingsvloeren uit hetzelfde materiaal bestaan. Maar ook met meer traditionele, massieve bouwmaterialen kan u de volledige ruwbouw neerzetten. Elk materiaal heeft zijn specifieke mogelijkheden en eigenschappen en het is aan de bouwheer om daar een keuze in te maken, Ik ga Bouwen & Renoveren geeft een overzicht van de aandachtspunten
Wat zijn de voordelen?
Waarom zou u overwegen om één bouwmateriaal te gebruiken voor zowel de muren als de vloeren van uw woonst? Er zijn een aantal goede argumenten voor:
Effect op bouwknopen en luchtdichtheid
Welk materiaal u ook gebruikt, een van de voordelen van een uniforme bouwstructuur is het minimaliseren van warmteverliezen bij bouwknopen tussen muur en vloer. Bij een bouwknoop zijn er immers twee belangrijke factoren: Ten eerste moeten de twee onderdelen op zichzelf luchtdicht, thermisch geïsoleerd en waterdicht zijn. Ten tweede moeten ze op elkaar aansluiten zonder afbreuk te doen aan die materiaaleigenschappen. Bij bouwknopen moet u dus kijken naar de eigenschappen van het gebruikte materiaal én naar de bouwmethode die u toepast. Hetzelfde materiaal voor de muren en vloeren van uw woning gebruiken maakt die keuze een stuk makkelijker.
Lambdawaarde
De lambdawaarde, de L uit het griekse alfabet, staat voor de warmtegeleidingscoëfficient van een materiaal. Ze geeft aan hoe goed een bepaald materiaal de warmte doorlaat. Hoe lager het getal, hoe beter het materiaal isoleert.
Materiaal |
Lambdawaarde (W/mK) |
Cellenbeton |
0,05-0.30 |
Terracotta |
0,56-0,91 |
Hout (balken, OSB-platen,…) |
0,13-0.20 |
Beton |
1,40-1.90 |
Gewapend beton |
2.0 |
Uitzetting
Een ander voordeel van het gebruik van hetzelfde materiaal is de gelijke uitzettingscoëfficiënt. Dat is de mate waarin het materiaal uitzet of krimpt bij verandering van temperaturen. Elk materiaal heeft een eigen uitzettingscoëfficiënt, en dat kan problematisch zijn. Verschillende materialen die op verschillende manieren uitzetten, kunnen immers spanningen veroorzaken en misschien wel tot scheuren leiden. Meestal plaatst men een voeg tussen de verschillende gebouwdelen om de beweging van het materiaal op te vangen. Muren en vloeren die hetzelfde reageren op die warmte- en koudeverschillen zetten natuurlijk op dezelfde manier uit. Het gevolg daarvan: minder kans op scheuren en aftekeningen.
Inertiecapaciteit
De thermische inertie van de materialen waaruit een woning is opgebouwd is ook een belangrijk aandachtspunt. Die thermische inertie staat voor de mate waarin een bouwmateriaal zonnewarmte kan opslaan en het later ook terug geleidelijk afgeven aan de omgeving. Massieve muren uit baksteen of beton hebben meer thermische inertie dan bijvoorbeeld hout. Een woning uit beton zal dus ‘s avonds, wanneer de buitentemperatuur gezakt is, z’n warmte op een vertraagde manier aan de omgeving afgeven. In de zomer blijft het overdag ook koeler door de warmteopname. De temperatuur binnenshuis blijft dus gelijkmatiger. Gebouwen waarvan vloeren en muren volledig zijn opgetrokken uit massieve materialen, zoals beton, profiteren hier het meeste van.
Welk materiaal?
Welk materiaal en welke bouwmethode u gebruikt speelt natuurlijk ook een grote rol. Wij lijsten hier de belangrijkste op.
Houtskeletbouw
Houtskeletbouw wint stilaan aan populariteit. Het is een snelle bouwmethode, waarbij de constructeur de onderdelen (dak, vloeren,…) op voorhand fabriceert en op de bouwplaats in elkaar zet. De houten constructie is ook veel lichter, wat goed uitkomt als u een extra verdieping op een bestaand huis wil plaatsen of de woning een zwakke fundering heeft. De balkenstructuur maakt houtskeletbouw ook een flexibel product, de vrijheid bij het ontwerp is dus groot. Er zijn ook nadelen aan een houten ruwbouw. De thermische inertie is zwak, en het hout houdt het geluid moeilijk tegen.
Bij houtskeletbouw kan de opleg van de vloer op twee manieren gebeuren. Bij de platformmethode wordt het gebouw verdieping per verdieping opgebouwd waarbij de vloer een platform vormt voor de bouw van de volgende verdieping. De OSB-platen (vaak gebruikte houtplaten bij houtskeletbouw, vervaardigd uit samengeperste houtsnippers) die zorgen voor de luchtdichtheid worden daarbij onderbroken. Dat zorgt voor extra energieverlies.
Bij de balloonmethode wordt de continuïteit van de buitenwand niet onderbroken, met een positief gevolg voor de luchtdichtheid. Toch kiezen architecten meer voor de eerste methode. De elementen zijn namelijk kleiner, wat de opbouw vergemakkelijkt.
Betonbouw
Beton is vooral een sterk product. Zoals aangehaald is de inertiecapaciteit van beton heel hoog, wat meespeelt in een goede EPB-prestatie. De draagkracht en maximale overspanning zijn ook troeven dankzij de sterke, gewapende verbinding tussen muur en vloer. Met klassiek gewapende betonwelfsels kan men tot een overspanning van 7 meter gaan, terwijl u bij houtskeletbouw maximaal rond 5 meter eindigt. Die welfsels, holle betonelementen die geprefabriceerd zijn in de fabriek, worden naast elkaar geplaatst om een doorlopende, massieve vloer te vormen. De akoestische eigenschappen van beton zijn ook sterk, waardoor u minder akoestische isolatie nodig hebt. Betonbouw is, omdat het over zware onderdelen gaat, wel meer geschikt voor nieuwbouw dan voor renovatie. Daarbij komt nog dat zwaar verkeer toegang moet hebben tot de werf, want de welfsels moeten met een kraan op hun plaats terechtkomen.
Lang waren er in beton geen oplossingen voor bouwknopen tussen vloeren en muren op de markt. Daar komt stilaan verandering in. Meer en meer betonblokken op de markt hebben een voldoende grote isolatiewaarde om aan de EPB-regelgeving voor bouwknopen te voldoen. Het is dus de samenstelling van de blokken die verbetert, de bouwmethode blijft hetzelfde.
Prefab-beton
Wie werkt met prefab-beton verzamelt veel van de hiervoor genoemde voordelen. Bij ‘The concrete house’ uit Olen bijvoorbeeld bouwen ze lage energiewoningen in gladde geprefabriceerde betonelementen. De muren en vloeren zijn met elkaar verbonden met een sterke, gewapende, betonnen verbinding en hebben dus ook een grote draagkracht en overspanning, tot wel 7 meter. Dat is veel groter dan standaardwelfsels en geeft de bouwheer meer indelingsvrijheid. Het gelijkvloers kan één grote leefruimte worden, zonder nood aan dragende muren. Prefab-beton is dus ook erg geschikt voor metershoge ramen, ideaal voor wie houdt van open, moderne architectuur. Dat is wel ook wel nodig om prefab-beton toe te passen, want bij andere stijlen, zoals typische Vlaamse pastoriestijl, is dit bouwmateriaal niet concurrentieel. Zorg er ook voor dat alles goed voorbereid is voor de woning geplaatst wordt, zoals de locatie van de leidingen en de stopcontacten. Bouwen in prefab-beton gaat heel snel, maar het is moeilijk om achteraf aanpassingen aan de ruwbouw uit te voeren.
Een groot voordeel van prefab-beton is ook nog dat de hele ruwbouwconstructie aan de buitenzijde ingepakt is met isolatiemateriaal. Die loopt dus over de hele woning door. Dat is heel eenvoudig en zorgt ervoor dat u geen aandacht moet schenken aan bouwknopen.
Cellenbeton
Cellenbeton, een lichte, met luchtporiën gevulde betonsoort, is een andere mogelijkheid. In ons land is het materiaal vooral bekend onder de naam Ytong. Het heeft verschillende goede eigenschappen, zo is het een heel licht materiaal dat geen druklaag nodig heeft op de welfsels. Daarbij worden de vloeren verlijmd aan de muurblokken, waardoor ze perfect luchtdicht zijn. Die verlijming zorgt er ook voor dat het gebouw heel snel recht staat. Het gebouw moet zonder mortel immers niet drogen, waardoor u een cascowoning (een water- en winddichte woning) in één dag kunt afwerken. De belangrijkste eigenschap van cellenbeton is echter de hoge isolatiewaarde van het materiaal, wat het te danken aan de kleine luchtbellen in zijn structuur. De lambdawaarde is bij de laagste op de markt. Door muren en vloeren in cellenbeton te combineren vermijdt u daarnaast ook bouwknopen en extra bouwfysische problemen. Een laatste voordeel is de prijs. Bijkomende isolatie is niet nodig, wat materiaalkosten en werkuren uitspaart. Het lichte gewicht van de vloeren maakt dat u ook minder moet investeren in de dragende structuur.
Terracotta
Werken met terracotta, de typische baksteen, voor vloeren en muren kan ook interessant zijn. Zeker wanneer u op een kleine, moeilijk bereikbare plaats moet werken. De elementen zijn namelijk licht en makkelijk te hanteren. Hoe werkt het? Balken met een kern van beton worden parallel op de dragende muren geplaatst. Tussen die balken komen dan ‘potten’, ofwel vulstenen uit baksteen. Op die basis komt dan een betonnen druklaag. Zo ontstaat een draagvloer die aan de onderzijde volledig uit gebakken aarde bestaat. Een nadeel aan werken met terracotta is dat het een arbeidsintensief werk is, maar het is wél een werk dat u zelf ook kan uitvoeren. U kan dus wat uitsparen door hier geen vakman voor in te huren.
Een technisch voordeel is trouwens de lage uitzettingscoëfficiënt van baksteen. De elementen hebben weinig hinder van krimpen of uitzetten en zijn dus vormvast. U moet zich dus geen zorgen maken om scheuren in het pleisterwerk.
Op de werf gegoten beton
Betonnen muren en vloeren die ter plaatse worden gegoten zijn ook een mogelijkheid. Die krijgen dan ter plaatse een stevige wapening. Voor draagvloeren op de begane grond is dit een veel toegepaste oplossing, het is immers ideaal om speciale, op maat gemaakte vormen te bekomen. Voor verdiepingsvloeren is dit echter een erg dure oplossing. Die techniek vraagt immers om zware bekistingswerken en is een erg tijdrovende activiteit, wat de prijs de hoogte injaagt.
Prijzen
Een belangrijke factor is natuurlijk het kostenplaatje. Hieronder vindt u enkele richtprijzen, inclusief plaatsingskosten, maar exclusief btw. (Bron Livios e.a.)
Materiaal |
Muurprijs (per m²) |
Vloerprijs (per m²) |
Hout |
95-145 |
90-150 |
Beton |
60-70 |
50-60 |
Terracotta |
60-70 |
55-65 |
Cellenbeton |
45-80 |
60-100 |
Prefab-beton |
Hangt sterk af van woning tot woning |
50-60 |
Noot: Dit artikel verscheen eerder in Ik ga bouwen en verbouwen.