Bijna 1 op 2 (ver)bouwers denkt dat een goed geïsoleerde bouwschil niet volstaat om minder energie te verbruiken. Daarom investeert bijna 1 op 2 bouwers in energiebesparende toepassingen zoals zonnepanelen en een warmtepomp. Maar dat is niet altijd de meest kost- en energie-efficiënte keuze. De focus van de meeste bouwers ligt dan ook te veel op het terugverdieneffect in plaats van op het rendement, stelt UNILIN Insulation.
Hoger rendement
UNILIN Insulation pleit er daarom voor om vooraf ook het rendement te berekenen, in plaats van dat enkel voor de terugverdientijd van energiebesparende toepassingen en bouwmethodes te doen. Hierdoor wil het vermijden dat bouwers op extra kosten worden gejaagd. Wie maximaal investeert in de isolatie van de bouwschil heeft minder nood aan extra energiebesparende technieken.
Volgens een studie van van Unilin geloven bouwers eerder in het energie besparende effect van zonnepanelen, een warmtepomp en een zonneboiler dan in extra isolatie van de bouwschil. Zo'n 85% is er van overtuigd dat de installatie van externe technieken noodzakelijk is om energie te besparen. Slechts 57% vindt dat een goede isolatie van het dak, de ramen en de muren hiervoor volstaat. Dat verklaart waarom 4 op 10 bouwers niet meer investeert in isolatie dan nodig is om het wettelijk verplichte E-peil te halen.
“Het is nochtans veel rendabeler om bij de aanvang van het project maximaal te investeren in een goed geïsoleerde en luchtdichte bouwschil. Zo is men niet alleen voorbereid op een verdere verlaging van het E-peil, maar behoudt de woning ook haar verkoopwaarde. Het rendement van een goed geïsoleerde bouwschil is op termijn ook hoger dan dat van externe installaties”, aldus Veronique Mattheeuws, marketing directeur UNILIN Division Insulation.
Overleg
Omdat het steeds moeilijker wordt om de juiste keuze te maken voor energie-efficiënte materialen en bouwmethodes, volgt de (ver)bouwer vaak het advies van professionals op, waaronder dat van de architect. Daarbij valt op dat slechts 1 op 3 vooraf de berekening kreeg van het terugverdieneffect van energiebesparende installaties. Opmerkelijk is ook dat 1 op 3 bouwers na de start van de bouw nog extra moest investeren in energiebesparende toepassingen om het wettelijk verplichte E-peil te kunnen halen.
“De cijfers tonen aan dat er nood is aan een duidelijke inschatting en berekening van het rendement, en niet zozeer van de terugverdientijd. Alleen zo kan de (ver)bouwer in overleg met de architect de beste keuze maken om zijn woning energiezuinig te (ver)bouwen”, besluit Veronique Mattheeuws.