Een prachtproject als Docks Bruxsel verdient een prachtdak

In oktober 2016 opent Docks Bruxsel zijn deuren aan de Van Praetbrug, ten noorden van Brussel. Het is het eerste shoppingcenter dat sinds 2000 in de hoofdstad wordt gebouwd en het grootste dat er in een kwarteeuw wordt neergezet. En meer dan een opeenhoping van winkels alleen, zal Docks Bruxsel garant staan voor een origineel aanbod van winkelmogelijkheden, activiteiten, cultuur en vrijetijdsbestedingen in een heel uniek kader. Een verdienste die voor een heel groot deel op het palmares te schrijven valt van architectenbureau ART & BUILD, die voor dit project zijn vertrouwen stelde in marktleider in zinken dak- en gevelsystemen VMZINC.

Van ‘wasteland’ tot levendige stadswijk

“Aan de basis van het project Docks Bruxsel liggen een ambitie en een visie die een intense samenwerking met overheden impliceerden”, vertelt Lilia Poptcheva van ART & BUILD. Wij en de bouwheer, vastgoedontwikkelings- en investeringsonderneming Equilis, beschouwden Docks Bruxsel dan ook niet louter als een ‘gewoon’ shoppingcenter maar als een echt stadsontwikkelingsproject dat kaderde in een langetermijnvisie over de bestemming van het terrein. Alles moest nog uitgevonden worden.

Het terrein van 4 ha lag er vroeger verlaten bij en was als het ware afgesloten van de rest van de stad omdat het ingesloten was tussen het Kanaal en de Zenne. Nochtans betreft het hier echt cultureel erfgoed van het Brussels Gewest. Het was het eerste industriële broeinest in de hoofdstad. Op de site stond eerst een fabriek waarin bedrukte katoenen stoffen werden geproduceerd en aan het eind van de 19de eeuw vestigde Jean-Baptiste Godin er zich met zijn fabriek van gietijzeren kachels. Deze utopische socialist is een opvallende figuur in de industriële en sociale geschiedenis. Hij boekte grote successen met zijn fabriek en ontwikkelde een origineel sociaal programma om ‘de arbeiders te laten profiteren van de rijkdom. Hij liet zijn arbeiders genieten van sociale zekerheid en richtte naast zijn fabrieken zogenaamde ‘familistères’ op, waardoor zijn arbeiders ook over een gezonde en comfortabele woning konden beschikken, een beroep konden doen op collectieve voorzieningen als wasplaats, school, feestzaal, bibliotheek…

Dit immaterieel patrimonium heeft ons ertoe aangezet om die vrijgevige visie opnieuw op te roepen en van Docks Bruxsel een nieuwe, dynamische wijk met een mix van activiteiten  – commerciële, productieve en recreatieve – te maken. Zo komen er ook restaurants, een evenementenzaal  met 1.500 plaatsen,  een bioscoopcomplex met 8 kleinere zalen voor de liefhebbers van ‘de betere film’  en een indoorrecreatiecentrum voor Koezio: een groepsgevoelbevorderend recreatieconcept, ongezien in België, dat fysieke en mentale behendigheid vereist en een oppervlakte van 6.000 vierkante meter bestrijkt.  Docks Bruxsel moest dus een echte toegankelijke wijk op mensenmaat worden waar alle facetten van de stedelijke levensstijl tot ontplooiing kunnen komen. Een attractieve wijk ook, die het stadscentrum en Schaarbeek op een heel natuurlijke manier met elkaar zou  verbinden en een al even natuurlijke verlenging van de omliggende stedelijke structuren zou worden.  Ten slotte moest het ook een heel duurzame wijk worden. We koesteren samen met Equilis de ambitie om aan te tonen dat een commercieel project in België een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk kon nalaten door gebruik te maken van de natuurlijke bronnen op de site: het water van het kanaal, de warmte van de nabijgelegen verbrandingsoven, de zon…

En al zitten we momenteel nog in een laatste werffase, toch denk ik te mogen besluiten dat we in al die opzetten met glans zijn geslaagd. Zo is onlangs de BREAAM-quotering ‘Excellent’ aan Docks Bruxsel toegekend, de hoogst mogelijke score die je op het vlak van duurzaam bouwen kan krijgen. In deze fase gaat het om een tussentijdse certificatie die verband houdt met de bouwtechnieken die toegepast zullen worden. De definitieve certificatie komt er uiteraard pas na de inhuldiging van het gebouw. Maar toch is dit al een mooie première voor een winkelcentrum, en het is sowieso uniek in België.

Maar wat ons vooral in vervoering heeft gebracht, bij het vorderen van de werf, was de kwaliteit van de ruimtes, het licht en de materialen… De reacties van mensen die de werf al hebben bezocht en die veeleer de esthetiek en de atmosfeer van het project beoordelen zijn dan ook stuk voor stuk hartverwarmend lovend.” 

 

Menselijke en bedrijvige ‘keien’  

“Nochtans moesten we als architectenbureau praktisch vanuit niets anders dan de locatie van de site beginnen”, gaat Lilia Poptcheva van ART & BUILD  verder. “Ingeplant tussen het Kanaal en de Zenne, staat de site van Docks Bruxsel letterlijk met de voeten in het water. Het project is ook deels uit het water gewonnen, want om een soort van riem voor de rivieren te maken, hebben we bepaalde stukken grond moeten vullen met beton. Om daarna alles af te breken, op het oudste gebouw op de site na – de voormalige toonzaal van Godin die om haar vele houten kolommen door de werknemers de ‘kathedraal’ werd genoemd. Die moest samen met de ‘familistère’ op het aanpalende terrein een volwaardig erfgoed vormen en kreeg in ons ontwerp de rol van centraal punt van de site, van ontmoetingsplaats als verbinding tussen verleden en toekomst, toebedeeld. Van daaruit is alles op architecturaal vlak eigenlijk heel organisch gegroeid.

We voorzagen op de site een geheel van gebouwen met verschillende architecturale identiteiten, weerspiegeld door elk hun eigen materiaalgebruik, met ruime verbindingen en veel natuurlijk daglicht en daartussenin ook heel wat ruime en gevarieerde buitenruimtes: een centraal plein, een tuin, wandelroutes, overdekte en niet-overdekte delen, vegetatieve en minerale delen… Daarnaast deelden we de site verticaal in 2 niveaus in zonder dat dit opvalt, want door op elk van de niveaus een ingang te voorzien heb je eigenlijk steevast het gevoel dat je op het gelijkvloers bent. Elke winkel wil trouwens het liefst op het gelijkvloers zitten, en in Docks gaat dat dus gelden voor elke huurder (lacht).  

Zoals in een wijk, strekt het parcours van de bezoeker zich uit over straatjes en pleintjes, omzoomd door gebouwen. Deze straatjes en pleintjes zijn grotendeels bedekt, om tegen stormen te beschermen,  maar tegelijkertijd laat het grote dakvenster op zo veel mogelijk plaatsen heel genereus de hemel binnen.

Het algemeen ‘rationeel’ kader wordt onderbroken door organische volumes – ‘keien’ in de rivier als het ware -  die voor verrassingen doorheen het parcours zorgen, elk hun eigen functie, hun eigen ‘look & feel’ en hun eigen atmosfeer. Doorheen de hele site speelden we zo met mixen van materialen, van licht en van schaduw, om zoveel mogelijk verschillende uitzichten en percepties te ontlokken… 

Die organische architecturale inplanting heeft als doel om de site echt als een warme en menselijke wijk te laten aanvoelen enerzijds, en anderzijds om de dynamiek en de bedrijvigheid uit het industriële verleden weer op te roepen en de bezoeker ook nu aan te zetten tot een mix van activiteiten, gaande van shopping en vrije tijd tot werk.

Dat dubbele streven, naar die menselijkheid en naar dat industriële, weerspiegelt zich ook in de materiaalkeuze. Afhankelijk van het type plaats werkten we met baksteen, met beton, met cortenstaal, met hout, met terracotta of met zink. Materialen die allemaal op en top duurzaam zijn en ons helpen om een ‘Excellent’-quotering van BREEAM te halen, maar bovenal ook stuk voor stuk warme en nobele materialen die het industrieel verleden oproepen.”

 

Schubbendaken in VMZINC

“De 3 ‘keien’ die het project interpungeren en die vrijetijdsbestedingen als functie hebben – ze herbergen een evenementenzaal en cinema’s - zijn bedekt met zink, een totaal van 7.000 à 8.000 m² oppervlakte. Zo overkoepelt en verbindt zink de commerciële gebouwen, waarvan de ene gevel met terracotta bekleed is, de tweede met hout en de derde met geperforeerde staalplaten. Geen gewone daken, maar overkappingen in een heel organische, zachte vorm die op sommige plaatsen als het ware uitstulpen als keien die op een heel delicate manier op een glasblad zijn gelegd.

Zink vormde voor dat dak het ideale materiaal omdat het heel  ‘kneedbaar’ is. We kozen voor kleine schubvormige plaatjes - ‘écailles’ - in VMZINC, met heel wat verschillende dimensies, afhankelijk van de plaatsing op het dak, omdat die een warm en natuurlijk schubachtig effect hebben, als een huid, en - opnieuw als een huid - de glooiende vormen van het dak volgen. En dat doen ze naadloos, dankzij de perfecte plaatsing door Jacobs & Sohn – Mutsch et Fils die zich tot mijn grote fascinatie als een soort van beeldhouwers in zink toonden, en dankzij de technische assistentie door het team van VMZINC van in de voorbereiding tot op de werf.”

 

Apostel voor AZENGAR                  

“Een tweede iets dat ons geweldig fascineerde bij VMZINC was het nieuwe oppervlakteaspect AZENGAR® dat ze toen net aan het ontwikkelen waren. Dit matte, heterogene en zeer licht aspect dat ons door VMZINC werd voorgesteld, vormde het perfecte antwoord op onze architecturale behoeftes en paste daarenboven perfect in ons ecologisch plaatje. Aan de basis van AZENGAR liggen immers uitgesproken ecologische ontwikkelings- en industrialisatieprocedés die ervoor zorgen dat  het een oppervlakteaspect is met een geringe invloed op het milieu.

AZENGAR is zink dat al van meet af aan is geëtst. Voor ons was dat ideaal om drie redenen. In de eerste plaats omdat een grote oppervlakte van de zinken schubbendaken nog eens extra overdekt is met een groot glazen dak en het zonde zou zijn mocht die anders patineren dan de zinken daken die met de buitenlucht en de klimatologische omstandigheden in contact staan – want dat zou afbreuk doen aan de verbindingsfunctie tussen de 3 ‘keien’ die zink in Docks Bruxsel vervult. In de tweede plaats omdat een dak in AZENGAR een brute en authentieke oerlook heeft, ruw en expressief, alsof het al eeuwenlang weer en wind heeft getrotseerd. En in de derde plaats omdat AZENGAR veel heldere, zelfs witte nuances en een heterogene ruwe structuur vertoont, waardoor het eruit ziet als het zink op de monumentale daken in Parijs, iets tijdloos en kosmopolitisch dus.

Als architectenbureau waren we dus onmiddellijk gewonnen voor AZENGAR, maar de klant hiervan overtuigen, was een ander paar mouwen. (lacht) Begrijpelijk ook. VMZINC had op dat moment nog geen enkele referentie in AZENGAR. Maar ook hier hebben de mensen van VMZINC ons enorm goed ondersteund om de keuze voor AZENGAR® aan onze klant te verkopen. Door heel veel informatie over het industrieel procedé te geven, door stalen voor ons mee te brengen enzovoort. Met succes gelukkig. Want een prachtproject als dit verdient de prachtigste dakbekleding die zowel architect als bouwheer als de toekomstige bezoekers zich maar kunnen inbeelden. Dus,” besluit Lilia Poptcheva van ART & BUILD, “Docks Bruxsel verdient absoluut een dak in AZENGAR® van VMZINC”.

Deel dit artikel:
Met medewerking van
Onze partners