Enzymgebaseerde reiniging van biologisch vervuilde bouwdelen

De courant gebruikte reinigingsmethoden voor biologisch vervuilde bouwdelen zijn omwille van het gebruik van hoge waterdrukken en chemicaliën veelal schadelijk voor de ondergrond, de gezondheid van de gebruiker en het milieu. Gelet op hun gerichte en minder schadelijke werking, zouden de reeds in bepaalde reinigingsmiddelen toegepaste enzymen (bv. voor de verwijdering van vlekken uit natuursteen) in deze context een goed alternatief kunnen vormen. Het WTCB gaat dieper in op de biologische vervuiling en maakt een vergelijking van de klassieke reinigingsbehandeling met de enzymgebaseerde reiniging.

Biologische vervuiling van bouwdelen

Een biologische vervuiling wordt veroorzaakt door het samenleven van verschillende organismen zoals bacteriën, cyanobacteriën en algen. Deze bouwen rondom zich een slijmlaag op die enerzijds voor een goede aanhechting aan het oppervlak zorgt en anderzijds de uitbreiding van de vervuiling met complexere organismen zoals korstmossen, mossen en zelfs planten in de hand werkt.

Cyanobacteriën, algen, mossen en korstmossen doen net zoals planten aan fotosynthese. Dit betekent dat ze voor hun voedingsstoffen slechts in zeer beperkte mate afhankelijk zijn van het oppervlak waarop ze groeien. De beschikbaarheid van water vormt echter wel een noodzakelijke vereiste om hun groei mogelijk te maken. De voornaamste vochtbronnen voor de gebouwschil zijn (windgedreven) regenval en afstroming, alsook oppervlaktecondensatie. Dit laatste verschijnsel treedt op wanneer de oppervlaktetemperatuur onder het dauwpunt van de omgevingslucht daalt. Enkele huidige bouwtrends, waaronder het gebruik van systemen met een beperkte thermische inertie, zorgen voor een stijging van de gevoeligheid van de gebouwschil voor condensatiefenomenen en van het ermee gepaard gaande risico op de ontwikkeling van een biologische vervuiling.

In een vroeg ontwikkelingsstadium vormt een biologische vervuiling voornamelijk een esthetisch probleem. Naarmate deze vervuiling zich voortzet, verhoogt echter ook het risico op beschadigingen. Zo kunnen mossen die tussen de randen van een dakbedekking groeien, fungeren als een waterreservoir, wat leidt tot een verhoogde capillaire opzuiging tussen de materialen. De organismen kunnen tevens een versnelde verwering van het oppervlak en microscheurtjes met zich meebrengen, door bijvoorbeeld bepaalde zuren uit te scheiden of vocht langer vast te houden.

 

Klassieke reinigingsbenadering

Een enquête onder professionele reinigingsbedrijven toonde aan dat de reiniging van biologisch vervuilde dakoppervlakken meestal bestaat uit een waterdrukreiniging en een nabehandeling met een biocidegebaseerd (*) product. De tweede meest gebruikte methode bestaat uit een voorbehandeling met een biocide gevolgd door een waterdrukreiniging. Hiertoe worden hoofdzakelijk chemische mengsels aangewend die als actief bestanddeel een quaternaire ammoniumverbinding bevatten. Dergelijke producten vallen onder de biocideregelgeving, wat betekent dat het op de Belgische markt aanbieden en het gebruik ervan toegestaan is mits toelating van de Federale Overheidsdienst ‘Volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu’. Dit blijft nog zeker zo tot 2019 wanneer op basis van een beoordelingsprogramma dat het effect van bestaande werkzame stoffen (waaronder quaternaire ammoniumverbindingen) op mens, dier en milieu onderzoekt, een advies uitgesproken zal worden over het gebruik van deze producten.

 

Enzymgebaseerde producten als alternatief

Hoewel enzymgebaseerde producten eveneens chemische mengsels zijn, bevatten deze als actief bestanddeel enzymen in plaats van een chemisch biocide. Enzymen zijn eiwitten die onder andere de bouwstenen en de aanhechting van een biologische vervuiling kunnen afbreken. Momenteel zijn er op de Belgische markt reeds enkele enzymgebaseerde producten beschikbaar, die specifiek gericht zijn tegen de biologische of atmosferische vervuiling van buitenoppervlakken. Dergelijke producten vallen vooralsnog niet onder de biociderichtlijn.

 

Lees dit artikel verder op de website van het WTCB >>

Deel dit artikel:
Onze partners