ETICS met harde bekledingen

Samengestelde systemen bestaande uit in situ verlijmde harde bekledingen op een buitenisolatie (ETICS met harde bekledingen) kennen een groeiend succes (zie de WTCB-Dossiers 2011/4.11). Het WTCB is op vraag van verschillende Technische Comités van start gegaan met een aantal studies en onderzoeken om de prestaties van deze systemen in kaart te brengen en bij te dragen aan de opstelling van een referentiedocument omtrent de aan het systeem en zijn onderdelen te stellen prestatie-eisen en de ontwerp- en uitvoeringsaanbevelingen.

Dit artikel stelt een deel van de onderzoeksresultaten voor onder de vorm van aanbevelingen. De beschouwde systemen bestaan uit bevestigingsmiddelen (schotelpluggen en kleefproduct), stijve isolatieplaten en een afwerking, opgebouwd uit een eventueel gewapend grondpleister dat de waterdichtheid verzekert, een tegellijm (doorgaans een mortellijm ‘C’ volgens de norm NBN EN 12004), een harde bekleding en een voegproduct.


De verlijming moet over minstens 60 % van het oppervlak van de isolatieplaten en over de volledige omtrek van het legvlak gerealiseerd worden. Indien er een gewapend grondpleister aanwezig is, moet de schotel van de mechanische bevestiging bovenop het in het verse grondpleister ingewerkte wapeningsnet geplaatst worden. De harde bekleding wordt door middel van een dubbele verlijming aangebracht teneinde een quasi volledige verlijming (100 %) te garanderen.

Deze ETICS zijn ‘gesloten’ systemen. Dit wil zeggen dat enkel de onderdelen die door de systeemhouder (hierna ‘fabrikant’ genoemd) beschreven worden in de technische documentatie of in de ATG (www.butgb.be), gebruikt mogen worden. Het is uit den boze om materialen van verschillende systemen met elkaar te combineren.

We moeten echter vaststellen dat er vooralsnog slechts weinig systemen over een technische goedkeuring beschikken. De prestatie-eisen worden bijgevolg in detail beschreven, opdat ze als basis zouden kunnen dienen voor het goedkeuringsorganisme, de systeemfabrikant en de aannemer die geconfronteerd wordt met een specifieke werf.

 

Keuze van de harde bekleding

Er zijn verschillende harde bekledingen die in deze context aangewend kunnen worden: denken we hierbij maar even aan steenstrips van gebakken klei (NBN B 23-004), keramische tegels (NBN EN 14411) en natuursteentegels (NBN EN 12057 en 1469). Ook het gebruik van andere bekledingstypes, zoals agglomeraattegels (klasse A, NBN EN 15286), is niet uitgesloten.

De harde bekleding moet aan tal van specificaties en/of eisen voldoen, die bijvoorbeeld verband houden met de vorstbestendigheid en/of de weerstand tegen thermische schokken, de dimensionale stabiliteit, de waterdampdiffusieweerstand ...

Donkerkleurige bekledingen, gekenmerkt door een hoge zonneabsorptiefactor ‘αe’ (*) (NBN EN 410), kunnen bij blootstelling aan een rechtstreekse bezonning temperaturen van meer dan 70 °C bereiken. De prestaties van het systeem en zijn onderdelen worden echter slechts tot een temperatuur van 70 °C beoordeeld. Bijgevolg wordt het gebruik van een bekleding met een energieabsorptiecoëfficiënt van meer dan 0,7 (70 %) voor een dergelijke blootstelling afgeraden, tenzij er een specifieke studie van de situatie uitgevoerd wordt. De fabrikant kan het gebruik van donkerdere kleuren (αe > 0,7) immers verdedigen, wanneer de bekleding voldoende dik is en/of haar thermische geleidbaarheid laag genoeg is (in dit opzicht minder ongunstig).

Zoals reeds aangehaald werd in de WTCB-Dossiers 2015/2.11, wordt er voor tegelwerken alsmaar vaker gebruik­gemaakt van grotere – en bijgevolg moeilijker te plaatsen – tegels. We willen er echter op wijzen dat de huidige ervaring met voormelde ETICS – en dan vooral indien de bekleding uit grootformaattegels bestaat – eerder beperkt is.

 

Weerstand tegen klimatologische belastingen (duurzaamheid)

Het risico op hechtingsproblemen en het verlies van functionele eigenschappen (zoals de waterdichtheid) ten gevolge van de klimatologische belastingen (hygrothermische schommelingen, thermische schokken, slagregen, vorst-dooicycli) moet beperkt worden. Hiertoe dient de weerstand tegen klimatologische belastingen van het systeem beoordeeld te worden volgens de Belgische ontwerpnorm prNBN B 62-400 (omzetting van de BUtgb-procedure BA-521-1).

 

Lees dit artikel verder op de website van het WTCB. 

Deel dit artikel:
Onze partners