Sinds 2012 is er een nieuwe wetgeving rond brandweerstand van verlaagde plafonds van kracht. De methoden voor bepaling van de brandweerstand van verlaagde plafonds en de nationale classificaties zijn vervangen door een nieuw systeem. De criteria van stabiliteit, vlamdichtheid en thermische isolatie komen op vergelijkbare wijze terug, maar de classificatie conform de EN 13501-2 verschilt. Een overgangsfase van vier jaar moest fabrikanten in staat stellen om hun producten aan die nieuwe regelgeving aan te passen. Die overgangsfase liep af op 30 november 2016.
Hoog tijd dus om eens op een rijtje te zetten wat er allemaal precies wijzigt en waar verlaagde plafonds aan moeten voldoen op het vlak van reactie bij brand, brandstabiliteit en brandweerstand. We steken ons licht op bij Florence van Knippenbergh, technisch adviseur bij Rockfon België: “In het KB ‘Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing’ van 12/07/2012 staan materiaaleisen en constructie-eisen beschreven. Als we het over materiaaleisen hebben spreken we over reactie bij brand, bij constructie-eisen gaat het over brandweerstand.”
Reactie bij brand
Brandreactie is een materiaaleis die gaat over de brandbaarheid van materiaal. De Europese brandclassificatie voor bouwmaterialen onderscheidt zich in zeven hoofdklassen, waarbij klasse A1 staat voor onbrandbare producten en klasse A2 staat voor praktisch onbrandbare producten. Vanaf klasse A2 moeten er aanvullende classificaties toegevoegd worden zoals rookontwikkeling en vorming van brandende druppels en deeltjes. Het is uiteraard van belang om zoveel mogelijk bouwmaterialen te gebruiken van de klassen A1 of A2. “De Rockfon-plafonds zitten in klassen A1 en A2”, zegt Florence van Knippenbergh. “In het KB 12/07/2012 zijn de basiseisen opgenomen afhankelijk van het type gebouw, type ruimte (evacuatieweg, keukens,… .) en type bewoner”, zegt Florence van Knippenbergh.
Brandstabiliteit
De basisnorm beschreven in het KB van 12/07/2016 stelt: ‘In evacuatiewegen, de voor publiek toegankelijke lokalen en de collectieve keukens hebben de verlaagde plafonds EI30 volgens de NBN EN 13501-2 en EN 1364-2 OF hebben ze een stabiliteit bij brand van 30 minuten volgens de NBN 713.020.’
Hoe wordt nu de brandstabiliteit gemeten? “Daarbij kijken we naar de vervorming van het plafond onder een bepaald type vloer, waarbij de temperatuur in het plenum wordt gemeten. Gedurende 10 minuten mag er niets naar beneden vallen om de evacuatie van personen te garanderen. Het profielensysteem moet wel 30 minuten blijven hangen om de interventie van hulpdiensten toe te laten”, zegt Florence van Knippenbergh
Brandweerstand
“De brandweerstand van een bouwelement is de tijdspanne waarin het zijn functie behoud tijdens een brand. Deze brandweerstand wordt gemeten in tijd (minuten). Tot voor kort werd dat conform de NBN 713.020 uitgedrukt in een RF waarde. In de nieuwe Europese classificatienorm EN13501 spreekt men niet meer over RF maar over REI (voor bouwelementen met een dragende-en scheidende functie), R30 voor bouwelementen met uitsluitende een dragende functie en EI voor bouwelementen met uitsluitende een scheidende functie”, legt Florence van Knippenbergh uit.
De brandweerstand (REI) gaat over het volledige element, dus vloerconstructie, inclusief het eronder opgehangen plafondsysteem.
Bij brandweerstand wordt gekeken naar het gedrag van de vloer. Wat is de bijdrage van het onderliggende plafond als bescherming van de bovengelegen vloer. De temperatuur wordt niet in het plenum maar boven op de vloer gemeten. De eisen van brandweerstand verschillen naar gelang het type gebouw als ook de hoogte van het gebouw: laag, middelhoog of hoog.