Op vrijdag 26 april 2019 nodigde FEBELCEM journalisten, politici en experts uit in de fabriek CBR (HeidelbergCement Group) in Lixhe (Visé) om enkele vooroordelen over beton uit de wereld te hebben. Beton een onvriendelijk bouwmateriaal? Dat blijkt alvast niet uit recente studies. Zo bewijst één van de eerste concrete toepassingen van de TOTEM-tool dat beton een doordachte en duurzame keuze is.
Laten we eerst een ongelukkig misverstand ophelderen: wanneer we het hebben over de 'betonstop', dan gaat het niet om het materiaal beton, maar wel om de stedelijke wildgroei. De term 'betonstop' is daarom ongelukkig.
Verder kijken dan de CO2-uitstoot tijdens de productie
Het was niet de bedoeling van FEBELCEM om alle bouwmaterialen tegen elkaar af te wegen. Maar de vergelijking met hout kwam meerdere keren terug. Hout wordt vaak aanzien als het ecologische materiaal bij uitstek, maar niets is minder waar, volgens FEBELCEM. De organisatie pleit voor een analyse van de volledige levenscyclus van materialen, voordat conclusies worden getrokken.
Natuurlijk is de grondstof van beton, kalksteen, niet hernieuwbaar. De productie van cement, bindend beton, resulteert in CO2-uitstoot. De cementindustrie werkt ook aan het terugdringen hiervan, onder meer dankzij een drastische daling van het gebruik van fossiele brandstoffen tijdens het productieproces. In tegenstelling tot hout, dat meestal wordt verbrand aan het einde van de levensduur, wordt het beton echter 100% gerecycleerd om aggregaten te maken. En eenmaal versneden, neemt hout geen CO2 meer op. Daarom is het volgens sommigen beter om massaal te herbebossen in plaats van in hout te bouwen.
TOTEM
Begin 2018 lanceerden de drie Gewesten TOTEM, de ‘Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials in buildings’. Met deze online software kunnen ontwerpers de milieubelasting van complete gebouwprojecten op een objectieve manier inschatten. De totale milieu-impact wordt geanalyseerd aan de hand van de gekende CEN indicatoren (cfr. de Europese norm 15804), aangevuld met een reeks zogenoemde CEN+ indicatoren (ILCD/PEF). Het betreft de volledige levenscyclus, vanaf de productiefase van de materialen tot en met de behandeling van het sloopafval. Het resultaat wordt uitgedrukt als een kost in euro per m² bruto vloeroppervlak. Ook het energieverbruik tijdens de gebruiksfase (EPB-eisen of Passiefstandaard) wordt in rekening gebracht.
De Universiteit van Leuven (KUL) heeft op vraag van FEBELCEM, de TOTEM-tool toegepast enerzijds op een rijwoning en anderzijds op een appartementsgebouw. Voor de doorlichting is gebruikgemaakt van de TOTEM-bibliotheek die diverse materialencombinaties voor vloeren, daken, gevels (incl. ramen) en binnenwanden bevat.
In het geval van de rijwoning werden drie bouwtechnieken vergeleken: baksteen, beton en houtskelet. Het verschil in milieukost tussen de drie varianten blijkt insignificant, namelijk minder dan 5 %. Beton bekleedt de middenpositie tussen baksteen en houtskelet. Gemiddeld 85 % van de milieukost is afkomstig van de materialen, en 15 % van het energieverbruik tijdens de gebruiksfase. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat de huidige versie van TOTEM nog niet de mogelijkheid biedt de voordelen van thermische inertie te verrekenen.
Ook voor het appartementsgebouw werden drie constructievarianten vergeleken: staal, beton en CLT (‘cross laminated timber’). Gemiddeld zijn hier de materialen verantwoordelijk voor ca. 90 % van de milieu-impact, het energieverbruik in de gebruiksfase voor 10 %. Er tekenen zich echter duidelijke verschillen af tussen de verschillende varianten, zeker voor wat de milieukost tijdens de productiefase betreft. Die ligt bij beton bijna de helft lager in vergelijking met staal, en bijna 30 % lager dan bij CLT.
Pilootprojecten op CBR Lixhe
Benoît Gastout, directeur van de CBR-fabriek in Lixhe, presenteerde vervolgens de voordelen van zijn fabriek, waaronder twee innovatieprojecten die in uitvoering zijn. Deze projecten illustreren op concrete wijze de inspanningen van de cementindustrie om de CO2-uitstoot te verminderen.