De geplande afbraak van de Antwerpse Stadsschouwbrug lokt gemengde reacties uit. FEREB, de federatie van bedrijven gespecialiseerd in betonherstellingen, vraagt zich af of betonherstel hier voldoende overwogen is. “In veel gevallen kan betonschade duurzaam hersteld worden, wat bijdraagt tot het milieu en ervoor zorgt dat monumenten behouden kunnen blijven”, aldus Thierry Pfleiderer.
Vorige week raakte bekend dat het Antwerpse stadsbestuur beslist heeft om de Stadsschouwburg te slopen. Het gebouw – het grootste theater van Vlaanderen – aangetast zijn door betonschade en niet meer aan de normen van een publiek gebouw voldoen. De geschatte renovatiekost van 30 miljoen euro zette het stadsbestuur er naar eigen zeggen toe aan om tot de sloop over te gaan.
FEREB betreurt alvast dat niet voor betonherstel gekozen wordt. “We kennen de technische details niet en weten dus niet precies hoe groot de betonschade in de Stadsschouwburg is. Feit is wel dat men nogal kort door de bocht is gegaan door de slechte staat van het gebouw aan betonschade te wijten. Het is bekend dat ook de technieken en de accommodatie verouderd zijn, en vele Antwerpenaren het een lelijk gebouw vinden dat op die plek misstaat. Betonschade is dus zeker niet de enige reden die het stadsbestuur aanzette tot de beslissing om het gebouw te slopen”, meent Thierry Pfleiderer van FEREB.
‘Reparatie is duurzamer’
Nochtans hoeft betonschade niet altijd te leiden tot het slopen van het gebouw. “In vele gevallen is duurzame reparatie mogelijk, zowel bij esthetische als structurele schade. Betonherstel draagt in grote mate bij tot het milieu, want er is geen afbraak nodig en minder aanvoer van nieuw beton leidt tot aanzienlijk minder CO2-uitstoot, gezien er geen cement moet geproduceerd worden en er geen transport nodig is. Er zijn tal van voorbeelden waarbij bestaande gebouwen gestript zijn en het beton hersteld, verstevigd en beschermd werd. Deze gebouwen werden volledig opnieuw ingericht en kregen bijvoorbeeld een andere functie, denk aan de reconversie van kantoorgebouwen naar appartementen.”
Behoud van de betonstructuur
FEREB kan geen sluitend antwoord bieden op de vraag in hoeverre betonherstel mogelijk is in het geval van de Stadsschouwburg zonder de technische details te kennen, maar denkt wel dat het mogelijk moet zijn om minstens de structuur van het gebouw te behouden, te herstellen en er een nieuwe functie aan te geven, in plaats van het volledig af te breken. Thierry Pfleiderer: “Het is uiteraard aan de bouwheer om de afweging te maken of betonherstel economisch haalbaar en interessant is, maar de kostprijs van betonherstel is slechts een onderdeel van het kostenplaatje van de volledige totaalrenovatie.”
Betonnen patrimonium
In elk geval zijn er voor FEREB meer dan redenen genoeg om de piste van betonherstel grondig te onderzoeken. “Naast de milieu-impact moeten we ook de architecturale waarde van betonconstructies in rekening brengen. Meer en meer gebouwen opgetrokken in beton zullen tot ons ‘historisch patrimonium’ gaan behoren. Betonherstel zal dus meer en meer aan de orde zijn”, besluit Thierry Pfleiderer.