Circulair bouwen zal grote veranderingen teweegbrengen in de bouwwereld. Om de sector alvast vertrouwd te maken met die nieuwe manier van bouwen heeft Kamp C er een integrale visie rond ontwikkeld, gestoeld op zeven pijlers. In dit artikel licht Peter-Paul van den Berg van Kamp C de tweede pijler toe: circulair ontwerpen.
Aan de basis van elk circulair gebouw ligt een circulair ontwerp. Daarin wordt een gebouw zo uitgetekend dat je het later kan uitbreiden, inkrimpen, verplaatsen of zelfs een andere functie geven. Circulair ontwerpen kent verschillende vormen, die perfect met elkaar te combineren zijn. Zo kan een circulair ontwerp modulair zijn, veranderingsgericht en/of functieloos.
Modulair ontwerpen
Een modulair ontwerp werkt met standaardonderdelen en vaste maten. Net zoals een deur vandaag al een standaardformaat heeft, zal dat in de toekomst ook gelden voor andere bouwonderdelen. Denk maar aan raamkozijnen, trappen en wandpanelen die massaal geprefabriceerd worden en vervolgens vliegensvlug gemonteerd worden op de bouwwerf. Dat is niet alleen goedkoper, ook de kwaliteit gaat er vaak op vooruit. Bij het monteren is het belangrijk dat je de standaardcomponenten met droge verbindingen ‘vastklikt’. Je moet ieder onderdeel immers eenvoudig kunnen demonteren, zodat het later hergebruikt kan worden. Dat is het demontabel en ‘remontabel’ maken van componenten. Op die manier kan je zelfs volledige huisjes modulair ontwerpen en prefabriceren. De modules, op voorhand gemaakt in een fabriek, moeten dan ter plekke enkel nog aan elkaar geklikt worden. Zo bouw je in enkele uren tijd een modulair huis dat je later weer demonteert, verhuist en ergens anders neerzet.
Veranderingsgericht ontwerpen
Een tweede vorm van circulair ontwerpen gaat ervan uit dat je de functie van een gebouw maar voor hoogstens twintig jaar kan voorspellen. Een veranderingsgericht ontwerp houdt er daarom rekening mee wat de functie van het gebouw in de toekomst zal worden aangepast. Dat betekent dat het gebouw van in het begin zo ontworpen wordt dat het later eenvoudig van functie kan veranderen zonder dat je het moet slopen en opnieuw moet beginnen bouwen. Een gebouw dat eerst als kantoor dienstdoet, kan bijvoorbeeld na twintig jaar in een zorgflat transformeren en nog later in een studentenflat of schoolgebouw.
Functieloos ontwerpen
Tot slot kan je een gebouw op zo’n manier ontwerpen dat de gebruikers ervan een grote vrijheid hebben bij de inrichting. Dat heet functieloos bouwen, want de gebruiker vult zelf de functies in waar hij behoefte aan heeft. In Japan zijn bijvoorbeeld al flatgebouwen gezet die functieloos werden ontworpen. Die gebouwen bestaan enkel uit buitenwanden, verdiepingen en een binnenkolom met daarin de aan- en afvoerpunten voor alle technieken. De rest van de ruimte is leeg en kunnen de bewoners zelf invullen. Zo kan de ene bewoner ervoor kiezen om zijn keuken vooraan te plaatsen, terwijl de andere die liever aan de achterkant van het gebouw heeft. Hoe het appartement wordt ingedeeld, staat helemaal vrij. Ook een kantoorgebouw kan je op die manier bekijken. Het gebouw moet dan zo weinig mogelijk beperkingen hebben zodat de functie makkelijk aanpasbaar is. Waar eerst een auditorium voor vijfhonderd personen staat, kan enkele jaren later bijvoorbeeld extra bureauruimte komen. Daarvoor zijn grote overspanningen en ruimtes nodig, die je zonder al te veel inspanningen opnieuw kan indelen.
Samengevat: een circulair ontwerp is modulair (demontabel en remontabel), veranderingsgericht en/of functieloos.