Kunstenaar-fotograaf Herman van den Boom legt in zijn foto's de gebouwde Vlaamse ziel vast. Filip Canfyn omschrijft hem in een van zijn columns ook nog als 'chroniqueur van de gerafelde alledaagsheid. Roger Raveel met een lens.' Op architectura.be zetten we een aantal van zijn fotoreeksen in de kijker. Deze week brengt hij nog zo'n herkenbaar fenomeen in beeld: huis en zakenpand als eenheid, maar zelden als architectonische eenheid. Anne Kotzan schreef deze begeleidende tekst.
Links en rechts van de belangrijkste uitvalswegen van steden en stadjes behoren ze tot het landschap, de handelaren in rolluiken, in tweedehands auto's, erotische lingerie of ook privé-tankstations. Huis en zakenpand vormen een eenheid, in zeldzame gevallen ook een architectonische eenheid. De architectuur vertelt verhalen. Het Oude of het Nieuwe Huis, uitbreidingen of aparte gebouwen, gescheiden of verbindende hekken. De vraag welke eerst kwam, het residentiële of het zakenidee is als de beruchte kwestie van de kip en het ei. Gegroeid of door praktische overwegingen versmelten bedrijf en woonst tot een visitekaartje. Genesteld tussen de huizen, kerken en velden proberen de kleine ondernemers met hun etalages, posters en borden begeerte te wekken of te stillen. Moedig gaan ze de concurrentie met winkelcentra, groothandels en internet aan. In hun strijd om te overleven zouden ze allemaal potentiële klanten van Boorman en Laarmans kunnen zijn, die hen een twee-pagina artikel in de maag zouden splitsen in het "Het Nieuw Wereldtijdschrift", vandaag waarschijnlijk eerder een website in een "Internationale Internet Reclame Campagne". Wat het voordeel heeft dat ze uiteindelijk niet tonnen papier moeten opslaan. Of de opvolgers van Willem Elsschots protagonisten nog steeds actief zijn kan niet kan worden afgelezen aan de bouwwerken, maar wel dat mensen hun droom realiseren, het bezitten van eigen bedrijf. De persoonlijke handel heeft zijn aantrekkingskracht nog niet geheel verloren ondanks de globalisering en technologische vooruitgang.