Tilburg en Turnhout hebben dezelfde zandgrond, dezelfde begroeiing, de bewoners hebben een gelijkaardige inborst en hetzelfde geloof. En toch zal iedereen merken dat de Belgen en de Nederlanders op totaal verschillende manieren wonen. Die verschillen kan u doorheen Paul D’Haeses foto’s gaan bezichtigen in de Warande in Turnhout, tussen 20 juni en 30 augustus.
Wonen op het platteland, werken in de stad
In België heerste bij de katholiek-liberale politici altijd de opvatting dat de burger zo vrij mogelijk moest zijn in het organiseren van zijn woning. Daardoor verstedelijkte het platteland in een sneltempo. Daarbij komt nog eens dat België in het begin van de 19de eeuw een pioniersrol speelde op het vlak van spoorwegen, waardoor arbeiders in de stad gingen werken en tegelijkertijd op het platteland konden blijven wonen. De Wet de Taeye van 1949 gaf de Belgen bovendien een sterke impuls te bouwen zonder ruimtelijke sturing van overheidswege. De combinatie van bovenstaande factoren maakten van het huis met tuin ten slotte het dominante bouwmodel.
Wonen in de randstad om woon-werkverkeer te beperken
In Nederland verliep de bouw van percelen veeleer op een planmatige manier, aangezien de verstedelijking binnen een strikt wettelijk kader moest gebeuren. De belangrijkste reden hiervoor was enerzijds de slechte bouwgrond in het politiek en cultureel dominante landsdeel, de zogenaamde randstad, en anderzijds de dreiging van de zee. De natuur kon in Nederland namelijk enkel dankzij collectieve inspanningen in bedwang gehouden worden.
Een typisch voorbeeld van deze door de overheid vastgelegde verstedelijking zijn de jaarringen die de Nederlandse steden structureren. In deze ordening worden woonwijken naar buiten toe jonger en hebben ze elk hun eigen rigoureuze stedenbouwkundige en architectonisch kenmerken. Zo voorzag de Vinex-nota van 1991 dat nieuwe woonwijken rond verstedelijkte gebieden moesten komen om onder andere het autoverkeer tussen wonen, werken en voorzieningen te beperken en om de dreigende leegloop van middelgrote steden te voorkomen.
Wonen we echt zo verschillend?
Voor zijn tentoonstelling in opdracht van de architectuurcentra CAST (Tilburg) en AR-TUR (Turnhout) toont Paul D’Haese zes typische en ook atypische woonomgevingen aan beide zijden van de grens: in Turnhout de sociale woonwijk Parkwijk, de zich ontwikkelende Heizijdse velden en de binnenstedelijke buurt Meuletiende, in Tilburg de hergestructureerde wijk Groeseind, de historische linten en de Vinexwijk Koolhoven. D’Haeses blik op deze omgevingen is tegelijk spontaan en kritisch, zijn beelden zijn geometrisch en verstild en nodigen uit tot nadere inspecite. De vraag die hij met zijn beelden wil stellen is: wonen we dan echt zo verschillend?
De tentoonstelling is gratis en loopt nog tot 30 augustus 2015 in cultuurhuis De Warande, Warandestraat 42, 2300 Turnhout.