Het in het oog springende cortenstaalkunstwerk in de voortuin liegt er niet om: het nieuwe Ziekenhuis Maas en Kempen in Maaseik is een uniek staaltje zorgbouw, ontworpen door archipelago | ar-te en djGA. Een transparante inkompartij verbindt vier blokken met een eigen structuur, functie, afwerking en identiteit. Het resultaat is een ‘healing environment’ die gezien de beperkte bouwhoogte van het geheel optimaal geïntegreerd is in de groene omgeving.
‘De aanhouder wint’, zo zouden we de lange voorgeschiedenis van dit spraakmakende ziekenhuisproject treffend kunnen samenvatten. Het nieuwe zorgcomplex in Maaseik, dat de twee gedateerde vestigingen van Ziekenhuis Maas en Kempen in Maaseik en Bree vervangt, stond al lang op de agenda, maar vormde ettelijke jaren de inzet van een verhitte politieke discussie. Bovendien lieten ook het consensus omtrent de locatie en de bijhorende administratieve goedkeuringen enige tijd op zich wachten, waardoor de realisatie van het project telkens weer vertraging opliep. Nadat het ontwerp op aangeven van VIPA ook nog eens moest worden aangepast – een lastige evenwichtsoefening waarbij er alsnog een ziekenhuisblok sneuvelde – kon de bouw in september 2014 dan toch eindelijk van start gaan.
Vastgoedmodel
Bijna drie jaar later pronkt er op een groene site aan de rand van Maaseik een fraai laagbouwziekenhuis met een markante identiteit – het eerste van zijn soort in Vlaanderen. Het complex heeft een capaciteit van 226 bedden en een bruto vloeroppervlakte van 33.250 m². Het is opgevat als een verzameling volumes met een eigen functie en identiteit, die strategisch gepositioneerd zijn rond een transparant inkomgedeelte. “Het ziekenhuis is ontwikkeld op basis van een uitgekiend vastgoedmodel”, vertelt Lieven De Vadder van archipelago | ar-te, die samen met het Nederlandse dJGA dienst deden als ontwerper. “Dat houdt in dat de ziekenhuisfuncties ondergebracht zijn in vier afzonderlijke blokken met een eigen karakter. De linkerzijde van het perceel is integraal voorbehouden voor het verblijfsgedeelte (‘Hotel’). De drie andere bouwdelen bevinden zich aan de rechterzijde, met aan de achterkant een blok dat bestemd is voor logistieke functies zoals keukens, labo’s, de apotheek, magazijnen en de wasserij (‘Fabriek’). Centraal in die constellatie vind je het eigenlijke hart van het ziekenhuis: een volume met het operatiekwartier, de intensive care, de spoedgevallen en de medische beeldvorming (‘Hot Floor’). Vooraan hebben we nog een administratief blok gerealiseerd waarin eveneens een dagziekenhuis met consultatieruimtes vervat zit (‘Kantoor’). De vier entiteiten zijn met elkaar verbonden via gangen, luchtbruggen en een transparant inkomgedeelte, dat onder meer plaats biedt aan het onthaal en het bezoekersrestaurant.”
Elk blok heeft een eigen draagstructuur, eigen technieken en een eigen gevelbekleding, waardoor er een leesbaar geheel ontstaat.
Diverse afwerkingen
Die specifieke indeling is eveneens doorgetrokken in de opbouw en de afwerking van de verschillende gebouwen. Elk blok heeft een eigen draagstructuur, eigen technieken en een eigen gevelbekleding, waardoor er een ‘leesbaar’ geheel ontstaat. “De uitstraling van de volumes geeft aan welke functie ze hebben, zodat patiënten, bezoekers en personeel zich vlot kunnen oriënteren”, legt Lieven De Vadder uit. “Het Hotel is afgewerkt met een combinatie van crepi, zwarte gevelsteen en zwart aluminium schrijnwerk. De crepi keert terug in het Kantoor met polykliniek, waar het een visuele dialoog aangaat met verdiepingshoog houten schrijnwerk (accoya). Hetzelfde hout tref je ook aan in de inkomhal. Daar fungeert het als gordijngevelstructuur en markeert het samen met een donkere leisteenpartij een fraai onthaal. Een kleurrijk glaskunstwerk, dat horizontaal doorloopt over de volledig beglaasde gevel van het inkomgedeelte, verleent deze ruimte een sfeervol cachet. De Hot Floor, het hart van het ziekenhuis, is rijkelijk bekleed met meerkleurige aluminiumcassettes, waardoor het contrasteert met de industriële look van de witte golfplaten op de aanpalende Fabriek. De materialen spreken een eigen taal die telkens naar de specifieke functie van elk bouwdeel verwijst, maar tegelijk ook de samenhang tussen de verschillende blokken respecteert.”
Integratie in het landschap
Hoewel de uitstraling van de verschillende volumes verschilt, is er sprake van onderlinge samenhang en een coherent totaalbeeld. Naast de beperkte bouwhoogte – maximum drie bouwlagen – zorgt ook de integratie in het omliggende landschap ervoor dat de verschillende entiteiten gepercipieerd worden als deel van een groter geheel. “Het markante profiel van het verblijfsgedeelte (een F in spiegelschrift) en de spievormige centrale binnentuin maken dat het omliggend groen erg diep kan doordringen – haast tot in de kern van het complex”, aldus Lieven De Vadder. “Dat gegeven zal er samen met de massaal aangeplante bomen, planten en grassen voor zorgen dat het nieuwe ziekenhuis op termijn letterlijk en figuurlijk zal worden opgenomen in het landschap. Patiënten en bezoekers zullen het geheel niet beleven als een ‘ziekenhuis’, maar als een healing environment. We geloven sterk in de gedachte dat contact met een groene omgeving een positieve invloed heeft op het uiteindelijke genezingsproces van de patiënten en het welbevinden van personeel en bezoekers. Dat je vanuit elke ruimte zicht hebt op het groen en kan genieten van een overvloed aan natuurlijk daglicht – zelfs in het OK, wat toch vrij uniek is – zal bijdragen tot de kracht van de zorg die in het nieuwe Ziekenhuis Maas en Kempen verstrekt wordt.”