Het zal je maar gebeuren: ettelijke duizenden euro’s neertellen en na de plaatsing van je nieuwe bitumen dakbedekking moeten vaststellen dat er sprake is van water- of luchtlekken. Een vervelend gevolg dat tal van oorzaken kan hebben, weet Michel Buvé, éminence grise met 43 jaar ervaring in het vak: “Een plat dak met bitumen dakbanen is absoluut geen probleemdak, zeker als de architect, de eventuele hoofdaannemer en de dakdekker alle richtlijnen en good practices in acht nemen”, stelt hij formeel.
Missen is menselijk, en dus is het niet uitgesloten dat de plaatsing van een dakbedekking minder secuur gebeurt dan zou moeten. Iemand die als de beste weet waar het schoentje wringt, is Michel Buvé. Buvé was tot 2003 technisch directeur bij Derbigum en daarna tot eind 2014 technisch directeur bij een dakdekkersbedrijf. Hij is bovendien nog actief als voorzitter van BEVAD, zetelt ook in tal van WTCB-commissies en -werkgroepen en is vandaag als gepensioneerde nog steeds technisch adviseur bij Derbigum. “Globaal genomen kan je twee soorten gebreken onderscheiden bij de uitvoering van platte daken: productgebreken en plaatsingsgebreken. Bij de plaatsingsgebreken kan je nog een extra onderscheid maken tussen conceptuele onjuistheden (bijvoorbeeld niet de geschikte materialen gekozen) en tekortkomingen bij het plaatsen van het materiaal zelf.” In dit derde artikel van de Bitubel-reeks omtrent bitumineuze platte daken zet Michel Buvé de meest courante euvels op een rijtje en geeft hij enkele waardevolle tips ter verbetering.
“Gecertificeerde materialen zijn duurder, maar garanderen kwaliteit voor hun meerprijs en leveren op lange termijn een veel beter resultaat”
Certificering
“In België is het verplicht om gecertificeerde dakbedekkingsmaterialen te gebruiken. In grote, publieke werken met externe controle wordt deze richtlijn goed nageleefd, maar in kleinere of private projecten helaas niet altijd. Sommige dakafdichters zoeken de goedkoopste dakbanen op de markt die niet allemaal volgens de officiële geplogenheden gekeurd zijn en geproduceerd zijn onder een wit label. Zulke producten zullen lang niet dezelfde levensduur garanderen als kwalitatievere varianten. Materialen die minstens 2 euro per vierkante meter goedkoper zijn, zullen het mits een goede plaatsing misschien wel tien jaar uithouden. Maar in vergelijking met de levensduur van kwalitatievere producten, die minstens twintig en in het beste geval zelfs veertig jaar meegaan, is dat natuurlijk peanuts. Gekeurde materialen zijn duurder omdat ze de certificeringskosten mee verrekenen in de verkoopprijs, maar garanderen dan ook wel kwaliteit voor hun meerprijs en leveren op lange termijn een veel beter resultaat (ook op financieel vlak). Het is aan architecten om de juiste systemen voor te schrijven en aan dakdekkers om de juiste materialen te gebruiken.”
Krappe uitvoeringstermijn
“De meeste tekortkomingen bij de plaatsing zelf zijn allicht te wijten aan de (krappe) uitvoeringstermijn die dakdekkers opgelegd krijgen van hoofdaannemers. Dit maakt dat ze mogelijk minder nauwkeurig kunnen werken, dat ze onderaannemers moeten inschakelen die minder goed werk leveren of dat ze soms zelfs verplicht zijn om bij slechte weers- of werfomstandigheden te werken (bijvoorbeeld op een natte of bevroren schuimbeton) en dan nog een oplossing moeten zoeken om de deadline te kunnen halen, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit van de dakbedekking. Weigeren is delicaat gezien de eventuele dwangsommen die verbonden zijn aan laattijdige oplevering.”
Nood aan opleiding
“Uiteraard zijn er ook plaatsingsgebreken die te wijten zijn aan de dakafdichter. Er kunnen vele oorzaken zijn: de goede manschappen niet ter beschikking hebben, onderaannemers die niet voldoen, (moeten) werken met slecht materieel, personeel dat gewend is met een bepaald materiaal te werken en de techniek om ander materiaal te plaatsen onvoldoende beheerst (bijvoorbeeld een team dat gewoon is om met synthetische dakbanen te werken en plots bitumen dakbanen moet plaatsen zonder de vereiste opleiding), werknemers die over het algemeen onvoldoende opgeleid zijn … Vooral dit laatste aspect is een prangende kwestie. Heel wat producenten – voornamelijk de Bitubel-leden – hebben eigen trainingscenters, maar lang niet alle dakafdichters maken er gebruik van.”
“Het gebrek aan opleiding is een prangende kwestie. De Bitubel-leden hebben eigen trainingscenters, maar lang niet alle dakdekkers maken er gebruik van”
Nieuwe eisen inzake luchtdichtheid
“Een oorzaak voor gebrekkige plaatsing die pas sinds een aantal jaar aan de orde is, zijn de veranderde eisen inzake luchtdichtheid. In plaats van een dak waterdicht te maken, moet de dakafdichter er gezien de steeds strengere EPB-richtlijnen nu ook voor zorgen dat de dakconstructie luchtdicht is. Dit wil concreet zeggen dat de dampremmende laag voldoende hoog geplaatst moet worden aan de zijkanten van het dak en rond alle doorvoeren, afvoeren of buizen die door het dak heen gaan, zodat je ze perfect luchtdicht kan aansluiten.
Uit eigen ondervinding weet ik echter dat de dampremmende laag lang niet op alle daken hoog genoeg komt om naadloos te kunnen worden aangesloten op de dakhuid, dus nog niet alle dakdekkers lijken zich al bewust van het belang hiervan. Een aantal jaar geleden was luchtdichtheid helemaal nog niet aan de orde, maar tegenwoordig staat de nood aan compartimentering rond een afvoer beschreven in de TV 244 omtrent aansluitingsdetails bij platte daken. Ik stel me de vraag of dit in de praktijk ook al vaak zo wordt toegepast. Het is allicht geen kwestie van kwade wil: de dakdekker beseft simpelweg niet dat het nu zijn taak is om dit in orde te brengen. Bij het aanbrengen van dakbedekking wordt er vooral in functie van het vermijden van waterlekken gedacht (scheuren, krimp, slecht gelaste naden, loskomende opstanden …), terwijl luchtlekken evenzeer de nodige aandacht vereisen – bijvoorbeeld om te verhinderen dat de dakisolatie in contact komt met vochtige lucht.”
“Bij het aanbrengen van de dakbedekking moet de dakafdichter niet alleen zorgen voor een waterdicht dak maar moet hij ook aandacht schenken aan de luchtdichtheid”
Waar kan het nog mislopen bij de plaatsing van bitumen dakbanen?
“Bij het controleren van de uitgevoerde werken is het handig om steeds een checklist bij de hand te hebben met vermelding van alle mogelijke gebreken bij uitvoering. Dit kan een nuttig instrument zijn om het uitvoerend personeel van het dakafdichtingsbedrijf bewust te maken van de kwaliteit van hun werk en het belang van een correcte uitvoering. Deze lijst gaat hoofdzakelijk over alle mogelijke aansluitingen tussen de bitumen dakbanen onderling en tussen de dakbanen en de in de dakopbouw ingebouwde elementen. De breedte van de overlapping en de waterdichtheid van de lasverbinding zijn cruciaal. Bij een goed gelaste overlapverbinding zijn de bitumen dakbanen goed aan elkaar gekleefd. Een continue bitumenrups die uit de overlap komt, geeft extra vertrouwen in de uitvoeringskwaliteit. Andere plaatsen waar aansluitingen kunnen voorkomen zijn lichtkoepels, lichtstraten, opgaand metselwerk, bewegingsvoegen, dakkolken, spuwers, dakdoorbrekingen, sokkels, dakgoten en aansluitingen aan dakrand- en muuraansluitingsprofielen. Bij sommige complexe details kan afwerking met een vloeibare afdichting een interessante oplossing bieden. Vloeibare systemen voor aansluitingsdetails zijn echter geen ‘wondermiddelen’, en dus moet men zeker voldoende rekening houden met de verenigbaarheid tussen de gebruikte materialen en met de plaatsingsrichtlijnen van de betreffende fabrikant. Naast aandacht voor dakdetails vragen de plaatsingsrichtlijnen ook aandacht voor het legpatroon (overlappingen van de onder- en eindlagen mogen bijvoorbeeld niet samenvallen) en het vermijden van blaasvorming tussen de verschillende lagen. Bijkomende informatie over de plaatsing van bitumen dakbanen en aansluitingsdetails vind je terug in de technische voorlichtingsnota’s TV 215 en 244 van het WTCB.”
“Bij een goed gelaste overlapverbinding zijn de bitumen dakbanen goed aan elkaar gekleefd en een continue bitumenrups die uit de overlap komt geeft extra vertrouwen in de kwaliteit van uitvoering.”
Technisch advies vragen en durven investeren in kwaliteit
“Kortom: er kan heel wat mislopen bij de plaatsing van bitumen dakbanen, maar de oplossingen liggen voor de hand. Mijn eerste tip is er één voor architecten: laat je adviseren. Geen kwaad woord over architecten, die deze dagen van alle markten thuis moeten zijn en onmogelijk alles kunnen weten. Het kan dan ook gebeuren dat er al eens een verkeerd materiaal voorgeschreven wordt, zeker in kleinere projecten – iets wat de dakafichter uiteindelijk vaak wel zal rechttrekken. Stel je in dat geval niet defensief op, maar constructief. Laat je assisteren door de fabrikanten van bitumen dakbanen of de aangestelde dakafdichter, die vertrouwd zijn met de materie en een geschikte oplossing kunnen uitwerken.
Voorts moeten hoofdaannemers hun dakafdichters voldoende tijd geven om kwalitatief werk af te leveren en moeten architecten, dakafdichters of dakeigenaars kiezen voor goede, gecertificeerde materialen.
Als je opteert voor een gecertificeerd product, een goede dakafdichter met goed materieel en opgeleid personeel aan het werk zet en extra aandacht besteedt aan water- en luchtdichtheid, kan een tweelaags bitumen dak makkelijk veertig jaar mee. Uiteraard vraagt dit een extra investering, maar die verdien je in vergelijking met minder kwalitatieve daken dubbel en dik terug dankzij de ongeëvenaarde levensduur. En last but not least … na al die jaren zijn de meeste bitumen dakbanen nog recycleerbaar ook.”
Meer info over bitumineuze platte daken vindt u op www.bitumeninfo.be.