Gedetailleerde verlichtingssferen in restaurant Sergio Herman

Sergio Herman. In om het even welke sector spreekt de naam van de beroemde kok tot de verbeelding. Veeleisend is een adjectief dat voor hem uitgevonden lijkt. Dat de inrichting van zijn nieuwe restaurant The Jane in Antwerpen tot in de details zou moeten kloppen, was dan ook te verwachten. Het blad Projecto peilde bij architectenbureau VRV Architecten en designstudio Piet Boon naar de visie en uitvoering van het ontwerp. 

CONCEPTUELE VISIE

 De kapel van het voormalige militaire hospitaal in Berchem. Niet veel mensen zouden zich eraan wagen om op zo'n verrassende locatie een luxueuze eettempel te beginnen. Bij The Jane loopt het adagium 'food is our religion' nochtans als een rode draad door het ontwerp. Zo werd het altaar omgetoverd tot een open keuken en waar vroeger het orgel stond, weerklinkt nu een heel soort ander muziek, tijdens de maandelijkse Night Sessions in de Upper Room Bar. Het inventieve concept werd uitgedokterd door designstudio Piet Boon en architectenbureau VRV Architecten. Rienk Wiersma, designer bij Piet Boon, vertelt: “We zijn in een vroeg stadium bij het ontwerp betrokken. Door de vriendschappelijke relatie met Sergio hadden we alle vertrouwen en gaven ze ons carte blanche. Als thema kozen we voor 'fine dining meets rock 'n roll'.” Van dat laatste getuigt onder meer de gigantische schedel die de ruimte oplicht. De architecten en designers startten vanaf een site die jarenlang ongemoeid is gebleven, en bij aanvang een vervallen karakter had. Vanuit het geloof in authenticiteit, functionaliteit en materialen die 'mooi oud worden', koos designstudio Piet Boon ervoor om slechts het hoognodige te restaureren in de kapel en het overige decor te conserveren. Zo bleef het plafond van het vroegere godshuis intact.

 

KEUKEN ALS ALTAAR

Een belangrijke eis was dat zo'n 150 gasten plaats moesten krijgen in het restaurant, met genoeg privacy. Daarnaast was de keuken uiteraard de topprioriteit. “De zeer uitgebreide keuken en de dienstfuncties werden ondergebracht in de zijkapellen en in de kelder”, legt Jan Van Rooy, architect bij VRV Architecten, uit. “Bij de uitvoering ging veel aandacht naar het wegwerken van de omvangrijke technische elementen, zodat het karakter van de bestaande ruimte behouden blijft. Dat was ook het geval bij het lichtsysteem. Alle bedrading moest worden weggewerkt, zonder de ornamenten en afwerkingen te beschadigen.” Een andere uitdaging was om in het bewuste pand het juiste vermogen binnen te krijgen. Nick en Sergio koken namelijk niet op gas, maar op inductie. De oplossing daarvoor bleek uiteindelijk simpel: voor The Jane is er een ondergrondse parking waar de uitbaters 25 parkeerplaatsen kochten. Vanuit die parking hebben de installateurs een doorboring uitgevoerd richting de voormalige kapel, zodat Eandis probleemloos het gevraagde vermogen van 1.000 ampère kon aansluiten.

 

Sex on a plate

Vooral de scherpe deadline bleek bij dit project een uitdaging. Architect Jan Van Rooy (VRV Architecten): “Qua moeilijkheden bij de realisatie was er een bijzonder strakke uitvoeringstermijn die enkel kon worden aangehouden door een bijna dagelijkse werfcontrole en nauw overleg met de verschillende bouwpartners.” Ook designer Rienk Wiersma benadrukt het belang van dialoog: “Door op regelmatige momenten te overleggen met lokale partijen kun je het beste resultaat krijgen. Iedereen was zich erg bewust van het niveau van ambitie. We hadden een goede relatie met VRV Architecten dat tot op het einde op de locatie aanwezig was. Er is keihard gewerkt door alle partijen, maar de voldoening achteraf was des te groter. Toen de geprogrammeerde sferen aan Sergio gepresenteerd werden, was hij zeer enthousiast: ‘Sex on a plate’ was zijn bekende uitroep.”

 

DEENSE DOMOTICA

Het vertrekpunt voor het domoticasysteem was dat men de volledige elektrische installatie centraal moest kunnen bedienen en verschillende standaardinstellingen moest kunnen programmeren. De oorsprong van het systeem ligt in Denemarken, waar het niet alleen in de industrie, maar ook steeds meer in gewone gebouwen werd geïntegreerd. “Ons nieuwe Smart-house domoticasysteem is eigenlijk een voortzetting en evolutie van het bekende Dupline® systeem”, aldus Peter Martens van Carlo Gavazzi. “Dankzij het systeem kan een comfortabele leefomgeving worden gecreëerd, terwijl er toch een energiebesparing wordt gerealiseerd. Momenteel zijn we toe aan de tweede generatie van Smart-house (SHWEB), zoals die ook in The Jane werd geplaatst. Dat is eigenlijk een webplatform waardoor het automatisatiesysteem volledig aangestuurd kan worden via smartphone of tablet. De webserver verleent bovendien toegang tot de datalogger waarin energiegegevens, de temperatuur en andere info worden bewaard. Zo krijgt de gebruiker een duidelijk overzicht van welke apparaten er actief zijn en hoeveel die verbruiken.”

Vereenvoudigde bekabeling

De bus- en stroomdraden volgen hetzelfde logische pad. De schakeldraden die nodig zijn bij de traditionele toestellen, kunnen worden weggelaten dankzij het gebruik van decentrale relais. De installatie kan daardoor vrij snel gebeuren en zelfs op het laatste moment kunnen er nog eenvoudig wijzigingen worden aangebracht. De bus heeft geen speciale kabelafsluiter of kabelstructuur nodig. Eveneens vernieuwend is dat er geen adressering van modules meer nodig is. Het systeem bewaakt daarnaast alle aangesloten apparaten en meldt wanneer er een defect is. De busbelasting wordt permanent bewaakt en elke afwijking wordt meteen opgespoord en gemeld. Alle informatie over kortsluiting, busspanning en -belasting, ruis en kwaliteit van de bussignalen, wordt opgeslagen in een bestand dat zowel lokaal als vanop afstand toegankelijk is en op elk moment kan worden geraadpleegd, wat tijd en geld bespaart. Een wizardtool moet de configuratie van het domoticasysteem zeer eenvoudig maken. Wiersma benadrukt het belang van dit laatste: “Bij het domoticasysteem was een eenvoudige besturing zeer belangrijk. Dit komt omdat niet altijd hetzelfde personeel verantwoordelijk is voor de bediening.”

Uitgebreide mogelijkheden

Net als bij vele domoticasystemen zijn de mogelijkheden om toestellen erop aan te sluiten zeer uitgebreid. “In eerste instantie wordt de verlichting uiteraard veelal aangesloten op een domoticasysteem”, aldus Martens. “Lichten kunnen worden gedimd en via de domotica kunnen er sferen vooraf worden ingesteld, zodat er met één druk op de knop een nieuwe sfeer opgeroepen kan worden. Sensoren kunnen de lichtsterkte detecteren, zodat die constant op eenzelfde niveau gehouden wordt, rekening houdend met wijzigende buitenomstandigheden.” Gescheiden systemen In The Jane opteerde men ervoor om enkel de verlichting te laten aansturen door het domoticasysteem. De architecten hebben er zeer bewust voor gekozen om de diverse technieken gescheiden te houden. Zo is de verwarming een apart systeem, net als de ventilatie, brandbeveiliging of inbraakwering. Het verlichtings-systeem is met andere woorden een van de vele systemen die draaien binnen The Jane, maar het is wel het enige dat van domotica gebruikmaakt. De keuze voor aparte systemen valt te begrijpen. Als voormalige kapel is The Jane immers een heel moeilijk gebouw om te sturen. Door het complexe karakter van enerzijds het gebouw en anderzijds de diverse aanwezige technieken bestond het risico dat men door het bos de bomen niet meer zou zien wanneer alles op één enkel domoticasysteem zou worden aangesloten. Daarom heeft men ook wijselijk beslist om dat niet te doen. Het creëert voor de bouwheer eveneens duidelijke aanspreekpunten wanneer er iets zou mislopen.

 

VIJF SFEERSCENARIO'S

 Zaalverantwoordelijke Robert Meijboom wou in zijn zaal heel snel van sfeer kunnen veranderen. Daarom werden in het domoticasysteem vijf sfeerscenario’s vooraf ingesteld. Door de vele glas-in-loodramen krijg je in The Jane een heel aparte lichtinval. Centraal hangt ook een indrukwekkende kroonluchter van wel 800 kilo. Wiersma: “Er is veel aandacht besteed aan het plaatsen van de grote kroonluchter. Deze heeft een aparte constructie boven het zichtbare plafond.” In totaal werden er in The Jane zo’n 200 lichtpunten verwerkt, waarvan de vermelde kroonluchter (met zijn 140 ledlichtjes) geldt als één lichtpunt. Het is dan ook duidelijk dat de verantwoordelijken van de zaal geen tijd hebben om elk lichtpunt apart te bedienen. Het creëren van een nieuwe sfeer moest heel snel en eenvoudig kunnen verlopen, zodat er zo weinig mogelijk tijd verloren zou gaan.

Kamperen

Om de lichtsferen op punt te stellen, voerde Carlo Gavazzi een lichtstudie uit. Daarnaast kampeerde de installateur verschillende dagen in The Jane om de sferen te kunnen instellen. Alleen op die manier konden de verschillende soorten natuurlijke lichtinval gedetailleerd bekeken worden, om daar via de verlichting op in te spelen. Het resultaat is dat de lunchverlichting helemaal anders is dan de predinnerverlichting. Daarnaast is er ook nog het licht voor tijdens het diner. Kok Nick Bril ontpopt zich ook graag tot dj. Dat kan op de eerste verdieping, waar een Upper Room werd ingericht voor laatavondamusement. Ook dat vraagt een aangepaste verlichting. De eerste instelling van de sferen werd uitgevoerd door de installateurs. Daarna zijn er nog verfijningen gebeurd met onder andere Meijboom en de studio van Piet Boon.

Sfeerovergang

Wanneer van de predinner- naar de dinnersfeer wordt overgegaan, verandert er nogal wat in The Jane. Niet alleen moet het licht in de zaal gedimd worden, ook het licht in de keuken wordt minder fel. Zodra de werkzaamheden in de keuken voorbij zijn, moet het storende licht uit de keuken verder gedimd worden. Om de keuken te kuisen, wordt weer andere verlichting gebruikt. De ledstrips bijvoorbeeld die onder de kasten hangen om de werkbladen te verlichten, worden uitgeschakeld wanneer de keuken stopt. Het bepalen van de diverse sferen gaat dus tot op dat detailniveau.

 

KILOMETERS KABELS

 Een project als dit had normalerwijs ook enkele obstakels te overwinnen. The Jane is gevestigd in een oude kapel. Daar wil een restaurantuitbater uiteraard geen bundel kabels zien lopen. De uitdaging lag er dan ook in om de kilometers kabel die in het restaurant verwerkt moesten worden, zo veel mogelijk weg te steken. Ook de leidingen moesten doordacht weggestoken worden. Van Rooy: “Uitzonderlijke aandacht werd besteed aan het volledige verloop van leidingen zonder beschadiging van de te behouden afwerkingen en ornamenten.”

Onze partners