Na twee succesvolle avonden sloot de lezing ‘Genk in Stelling’ de lezingenreeks naar aanleiding van de Dag van de Architectuur afgelopen woensdag af. Vijf projecten die op stapel staan werden door de ontwerpers zelf voorgesteld. De oude mijnterreinen van Waterschei, het plein voor het C-mine Cultuurcentrum, het sportcentrum en de scholensite rond de kunstschool zullen er over enkele jaren helemaal anders uitzien.
Kwaliteitsvolle architectuur is keuze van de opdrachtgever
De laatste lezing voor de winterslaap van Architectuurwijzer werd ingeleid door Tim Vekemans. Deze derde editie van ‘Genk in Stelling’, georganiseerd door Architectuurwijzer, Stad Genk en C-mine Cultuurcentrum, vormt het bewijs van de inzet van Genk op het vlak van creativiteit en kwaliteit voor de publieke ruimte en architectuur.
Men stelt vast dat het modewoord ‘duurzaamheid’ tot op vandaag veel te eng wordt geïnterpreteerd. Duurzaamheid heeft niet alleen betrekking op energie maar heeft ook banden met ‘regie’ en ‘goed opdrachtgeverschap’. In 1990 opperde Eric Antonis tijdens een congres over stedelijkheid en kwaliteit voor het eerst het idee van een stadsbouwmeester in Antwerpen. Men was immers van mening dat de overheden tekort schoten op het vlak van een kwalitatief architectuurbeleid. In 1999 werd Bob Van Reeth als eerste Vlaamse Bouwmeester aangesteld. Hij stelde dat kwaliteitsvolle architectuur een keuze is van de opdrachtgever. Genk heeft deze boodschap goed begrepen want zij bouwt aan haar stad. Dit werd o.a. aangetoond met de vijf ambitieuze projecten die werden voorgesteld.
Boekerij wordt hippe plek
Schepen van cultuur Anniek Nagels verontschuldigde de burgemeester Wim Dries en schepen van ruimtelijke ordening Michaël Dhoore. Zij zaten op dat moment in het Stamford Bridge stadion voor de match Chelsea – KRC Genk.
De schepen zag verschillende linken tussen kunst en architectuur, zo ontsnappen beiden niet aan de publieke opinie en net zoals een kunstenaar creëert, zo ontwerpt de architect. Daarnaast haalt ze de Genkse bibliotheek aan als hét levende bewijs van de kracht van architecturale gebouwen. Vroeger werd de bibliotheek, die zich in het stadshuis bevond, wel eens smalend ‘boekerij’ genoemd. Nu de bibliotheek is verhuisd, kent het 1 000 meer ontleners en 100 000 meer ontleningen. Bovendien is het een hippe plek geworden waar verschillende leeftijden, culturen... elkaar ontmoeten. Genk wil hiermee niet per se aan citymarketing doen, de stad wil vooral haar goede werking en diensten tonen.
Duurzaam op alle vlakken
André Kempe, van het Rotterdame Atelier Kempe Thill, mocht de spits afbijten. Samen met Osar ontwierp het bureau de tweede cluster die zal worden ingeplant in het masterplan van HUB voor het Thor Wetenschapspark op de oude mijnterreinen van Waterschei.
Op ontdekking onder het plein
De volgende architect die het woord nam, was Halewijn Lievens van NU architectuuratelier uit Gent. Bij aanvang van het project ‘mine experience’ waren de mijnen totaal nieuw voor hen. Het feit dat de oude ventilatietunnels nooit waren gebouwd om mensen in te laten circuleren wist hen te overtuigen om deel te nemen aan de wedstrijd. Ze stonden voor de uitdaging mensen massaal in deze geamputeerde ventilatieschacht te krijgen. Ook het ondergrondse sprak hen aan, niet zo zeer de mijn zelf, maar wel het beklemmende gevoel, het idee van geen uitzicht te hebben.
Momentaal zijn bouwvakkers druk in de weer met de geheime verbindingen onder het plein voor het C-mine Cultuurcentrum klaar te maken voor bezoek. De architecten willen van het project geen mijnmuseum maken maar een belevenis over ‘nu’ in plaats van terug te kijken in het verleden.
Sporthal met een ruimte zoals een kerk
Het volgende project dat Genk in stelling heeft staan, is de uitbreiding van het sportcentrum gelegen aan het zwembad met het indrukwekkende schaaldak. Architect Isia Isgour tekende een hypardak op twee poten waarbij zo’n 74 meter wordt overspannen met twee betonnen vleugels van 6 cm dik.
De plek die tijdens de wedstrijdfase werd gereserveerd voor de twee sporthallen (met o.a. danszaal, 6 basketbalvelden…) bevond zich op het laagste punt in het glooiende landschap rondom het zwembad waar men het dak in vol ornaat kan bewonderen. Bovendien zou een nieuw gebouw op deze plek het zicht naar de drie indrukwekkende schoorstenen hypothekeren. Bel Architecten vroegen zich af of Genk wel een uitbreiding wou die dit zicht zou wegnemen.
Inkompoort van het wetenschapspark
Jascha Rondou van POLO Architects kwam het project ‘Incubator’ presenteren. POLO Architects worden de toekomstige buren van Atelier Kempe Thill/Osar op het wetenschapspark van Waterschei. Zij maakten het winnende ontwerp voor de eerste cluster, vlak langs de historische site, van het masterplan ontwerpen door HUB.
Het uitgangspunt van dit ontwerp was het parkeren, zoals een trap dat is bij het ontwerpen van een gezinswoning. Hoe dieper men zou parkeren, hoe meer flexibiliteit men bovengronds kon hanteren. Anderzijds betekende dieper graven ook dat men meer mijnsteen moest afvoeren en elders stockeren. Een compromis werd gevonden in het half ondergronds parkeren. Hierdoor kon men een dek, esplanade realiseren waarop men een uitkijk heeft over de grootschalige site.
De ruimte als leraar
Het laatste project van de avond, de uitbreiding van de kunstschool van Genk en de nieuwbouw voor Regina Mundi werd voorgesteld door Luc Vanmuysen van A2O architecten uit Hasselt.
De school Regina Mundi wou haar huidige site verlaten en zich vestigen in de buurt van de andere scholen zoals het college en de kunstschool. Deze kunstschool wou zich tegelijkertijd een nieuw gezicht aanmeten. Vanmuysen haalde hierbij een stelling van Otto Seydel (2004) aan: “Een leerling heeft 3 leraren; de andere leerlingen, de leraren en de ruimte”.
Het ontwerp werd op verschillende niveaus bekeken. Op het niveau van de stad wou men het campusmodel behouden met een open omgeving en relaties tussen de verschillende gebouwen. Hierbij is een vloeiende doorwaadbaarheid van belang. Ook werd er aandacht besteed aan het groen, een betere ontsluiting van de scholen, een gemeenschappelijke parking en sportterreinen die door iedere school gebruikt zouden kunnen worden.
Wanneer we de site zelf bekijken, wordt de nieuwe school gevormd door een lange blok waaraan een sporthal gekoppeld is. Van de kunstschool, een aaneenschakeling van verschillende volumes, zal het deel dat op geen enkele wijze ‘een school’ uitstraalt, afgebroken worden. Op deze vrijgekomen plaats wordt een tegenvorm van het bestaande gecreëerd. Een luifel , die de randen van de site volgt, vormt de afscherming van de speelplaats en verbindt beide scholen met elkaar.
Het programma voor Regina Mundi bestond uit twee grote delen: de school en de sporthal. Het schoolvolume werd opgesplitst met daartussen een boeiende tussenruimte in de vorm van een atrium die wordt verlicht door lichtkoepels. De eetzaal, aan de zijde van de speelplaats, kan aan één zijde volledig opengezet worden. Ook de lokalen werden ruimtelijk ontworpen met hoge plafonds en maximale daglichttoetreding dankzij vensters die reiken van vloer tot plafond.
Om de lengte van het bouwblok, opgetrokken in beton en glas, te breken, werd de sporthal deels in de grond voorzien. Hierdoor komt het op hetzelfde niveau als de luifel.
Nieuwe sprekers na een korte pauze
Bij het afsluiten van de avond werden de sprekers van de AZ-lezingen, die in het voorjaar van 2012 worden georganiseerd, bekend gemaakt. Architectuurwijzer verwelkomt in de Zebrazaal van Hasselt het Rotterdamse bureau STAR strategies + architecture, het Hasseltse bureau Broekx-Schiepers, Raumlabor uit Berlijn en David Kohn Architects uit Londen.