Sinds 2002 wordt jaarlijks de Vlaamse Scriptieprijs uitgereikt aan het eindwerk dat door de jury van dienst als het meest verdienstelijke afstudeerwerk wordt beschouwd. Op de laatste editie was deze eer weggelegd voor ingenieur-architect Hannes Pieters. Deze jong architect mocht de prestigieuze prijs in ontvangst nemen uit de handen van Vlaams minister van Media Ingrid Lieten (SP.A) en koniging Paola. Hij voerde een uitvoerig onderzoek naar de relatie tussen architectuur, stedenbouw en interieurdesign met natievorming. Dit deed hij aan de hand van een grondige studie van de totstandkoming van de Kunstberg en Koninklijke Bibliotheek van België, beter bekend als de Albertina, in het hart van onze hoofdstad.
Volgens de jury, waarin onder meer professor Paul Lagasse (UGent), VTM-journalist Faroek Özgünes en auteur Margot Vanderstraeten zaten, schreef hij ''een vlotte en direct publiceerbare eindverhandeling, die ondanks de historische invalshoek nog steeds brandend actueel is''. In 2009 was het immers exact veertig jaar geleden dat de officiële inhuldiging van de Koning Albert I‐Bibliotheek te Brussel plaatsvond. Een ideale gelegenheid dus om net in dat academiejaar de ontstaansgeschiedenis, de invloed en de betekenis van dit architecturale en stedenbouwkundige geheel van naderbij te onderzoeken. Samen met de ingrijpende heraanleg van de Kunstberg vormt de totstandkoming van de ‘Albertina’‐bibliotheek immers een markant en intrigerend hoofdstuk binnen de 20ste eeuwse architectuurgeschiedenis van Brussel.
In zijn eindverhandeling ging Pieters op zoek naar de samenhang tussen stedenbouw en architectuur met politieke cultuur. Door het vergelijken van talrijke ontwerpen voor de site en het imponerende gebouw –er waren immers diverse stedenbouw- en architectuurwedstrijden- werd hierbij onderzocht op welke manier de vele ontwerpers omgingen met de politiek geladen opdracht om op deze intrigerende plek (de Brusselse Kunstberg) een nieuw ‘nationaal’ symbool te creëren.
Bovendien ging het onderzoek nog een stap verder: naast de stedenbouwkundige inplanting en het ontwerp van de bibliotheek werd vervolgens ook onderzocht hoe het interieur –een totaalproject van de Kortrijkse Kunstwerkstede De Coene- blijk gaf aan het idee van een representatief nationaal gebouw. De studie kreeg een bijkomende interessante dimensie doordat de periode tussen de eerste ontwerpen en de uiteindelijke opening meer dan 40 jaar beslaat. Dit stelde de auteur in staat om tevens de evoluties binnen de ontwerpen doorheen vier decennia te traceren.