Waar de vroegere Ursulinenschool in hartje Hasselt prominent deel uitmaakte van het stadscentrum, is dat nu de beurt aan een in het oog springend nieuwbouwproject. De centrale speelplaats van toen maakte plaats voor een ‘binnenstraat’ die overgaat in een openbare ruimte. Daarrond: maar liefst 104 assistentiewoningen met bijbehorende faciliteiten. Met een slim ventilatiesysteem per appartement én buitenzonwering draagt Renson er bij aan een gezond en comfortabel binnenklimaat.
“Door de introductie van een nieuwe openbare binnenstraat op de plek van de vroegere speelplaats schakelen we publieke en semi-publieke plekken aan elkaar in de binnenstad. Dit is meteen ook de drager van het project,” beschrijft Christian Lemmens (a2o architecten) het idee achter deze duurzame ingreep als een architecturale meerwaarde voor het Hasseltse stadscentrum. Naast de assistentiewoningen bestaat Ursulinenhof ook uit een brasserie, onthaal, thuiszorg- en verpleegpost in het bouwblok met sobere baksteen en aluminium gevelafwerking. Een tweede – opvallend koperen – volume biedt ook onderdak aan de meer commerciële invullingen van het totaalproject: met orthoshop, kapsalon, kiné, logopedie en polyvalente ruimte in de glazen plint van het gebouw. Die 2 bouwblokken ‘omarmen’ de centrale ‘binnenstraat’ zoals de schoolgebouwen vroeger deden met de speelplaats. Beide volumes bestaan in totaal uit 5 bouwlagen.
Screens voorkomen oververhitting
Voor het ontwerp van de appartementen stond een gezond en comfortabel binnenklimaat van bij de eerste pennentrek hoog op de agenda. Buitenzonwering was dan wel een aanrader voor een gunstig E-peil en zelfs een verplichting volgens de wet op de assistentiewoningen, maar los daarvan waren zowel architect als bouwheer overtuigd van de keuze voor Fixscreen doekzonwering van Renson.
“Het grote voordeel is dat zelfs met de screens naar beneden het zicht naar buiten behouden blijft,” legt Christian Lemmens uit, “terwijl je toch de zon tegenhoudt nog voor die het glas kan bereiken en ervoor zou kunnen zorgen dat het binnen te snel opwarmt. Mooi meegenomen in functie van de architectuur van dit project is dat zowel de doekkasten als de zijgeleiders van die screens zo goed als helemaal weggewerkt konden worden in de gevel.
Zeker op de aluminium gevel was dat makkelijk te realiseren. Dat én het feit dat alle aluminium onderdelen van die doekzonwering in een kleur beschikbaar waren die de kleur van de ramen voor het hele project bij perfectie benaderden, maakt dat die helemaal niet storen in het ontwerp. Technisch bleek het wel een huzarenstukje om alle gevel-onderdelen perfect op elkaar te kunnen afstemmen: van gevelbekleding, over zonwering tot glazen borstwering voor de ramen. Gelukkig hielden we met al die facetten vroeg genoeg in het ontwerp rekening, zodat alles uiteindelijk prima op elkaar afgestemd kon worden.”
Dat ook de doekkleur van de Renson Fixscreens in een enorme waaier van kleuren beschikbaar is, draagt bovendien ook mee bij aan het uitzicht. Met een zelfde kleur voor de beide bouwvolumes (met nochtans telkens een andere gevelafwerking), zorgde dat voor een verrassend coherent resultaat.
De screens worden in dit project automatisch aangestuurd door een windvanger en zonnecellen, waardoor bewoners zich daarover alvast geen zorgen hoeven te maken. Al kunnen die per kamer ook individueel ‘overruled’ worden wanneer daar nood aan is. Windvast tot 130 km/u (!) als de Renson Fixscreens zijn, hoeft men zich ook hier op dat vlak geen zorgen te maken bij extreme weersomstandigheden.
Hoekramen: screens zonder storend hoekprofiel
In het ontwerp van het Ursulinenhof waren bepaalde flats voorzien van hoekramen. Uitgewerkt met koude beglazing (hoek op hoek beglazing zonder kolom in de hoek), was de architect specifiek op zoek naar een oplossing om ook hier subtiel buitendoekzonwering te kunnen integreren. Daarvoor kwam die opnieuw bij Renson terecht, dat met de Panovista Max een specifieke hoekzonwering in het assortiment heeft. De rits op de hoek zorgt ervoor dat zelfs met de screens naar beneden het panoramisch uitzicht door de hoekramen optimaal bewaard blijft. Want dat betekent dat er ook geen kabels of zijgeleiders in de weg zitten waar beide screens op de hoek samenkomen.
Slimme ventilatie per ruimte
Dat ‘ontzorgen’ ook op het vlak van gezonde binnenlucht een belangrijk thema was in dit nieuwbouwproject, blijkt uit de keuze voor het vraaggestuurde of ‘Smartzone’ C+ ventilatiesysteem. De Healthbox 3.0 regelt er als centrale ventilatie-unit per appartement de afvoer van vervuilde binnenlucht per ruimte. Dat betekent dat die enkel meer gaat ventileren in die kamers waar hij – op basis van continue metingen via detectoren per ruimte – een verhoging van het CO2-, vocht- of geurtjesgehalte detecteert in de binnenlucht. “Vooral de bouwheer had goede ervaringen met dit systeem,” weet Lemmens, “en dat gaf de doorslag voor deze keuze. “Uiteraard speelden de goede resultaten van vraaggestuurd ventileren op epb-gebied en dus ook op de verbruikskosten daarbij een grote rol, net zoals de beperkte afmetingen van de box en het feit dat er sprake is van een enkelvoudig luchtkanalensysteem. In de kleine bergingen was namelijk geen plaats voor een mastodont van een ventilatie-unit. Met de Healthbox tegen het plafond gemonteerd neemt die zelfs helemaal geen ander benutbare plaats in.”
De vervuilde binnenlucht die op die manier op maat per kamer afgevoerd wordt, wordt continu vervangen door verse buitenlucht via de Invisivent Air Basic raamverluchtingen van Renson die bovenop de ramen gemonteerd werden. Dat is meteen ook de reden waarom er van een dubbel luchtkanalennet geen sprake is.
Christian Lemmens: “Dat er via die Invisivent raamverluchtingen zelfs rechtstreeks verse lucht binnenkomt in de slaapkamers charmeerde de bouwheer enorm.” Dat zet het ‘Smartzone’ principe van dit ventilatiesysteem nog meer kracht bij, want zo zijn toe- en afvoer daar op een ideale manier op elkaar afgestemd voor de beste binnenluchtkwaliteit, ook ’s nachts.
“Maar het grote voordeel van dit C+ ventilatiesysteem is toch vooral dat bewoners er geen omkijken naar hebben,” besluit Christian Lemmens: “Dat dat volautomatisch zorgt voor de best mogelijke binnenluchtkwaliteit, zonder dat ze dat moeten kunnen bedienen. En dat was voor de bouwheer ook een duidelijke voorwaarde voor de andere technieken in dit project: energiezuinig wonen mag niet ten koste gaan van het gebruiksgemak en de woonkwaliteit.”