De stad Genk wil zich architecturaal in de kijker zetten. Na een kantorencomplex ontworpen door Mario Botta wil de stad nu een stadsbaken laten optrekken aan de Hasseltse Steenweg. Het project, een meesterproef van Vlaams Bouwmeester, ging naar Gijs De Cock. De opdracht is tweeledig. Het eerste luik bestaat uit het ontwerpen van een representatief baken bij het binnenrijden van Genk. Anderzijds zal dit baken ook dienst doen als woongebouw met 32 wooneenheden en ruimte voor kmo op het gelijkvloers.
De stad Genk wil zich architecturaal in de kijker zetten. Na het kantorencomplex ontworpen door Mario Botta wil de stad nu een stadsbaken laten optrekken aan de Hasseltse Steenweg. Het project, een meesterproef van Vlaams Bouwmeester, ging naar Gijs De Cock. De opdracht is tweeledig. Het eerste luik bestaat uit het ontwerpen van een representatief baken bij het binnenrijden van Genk. Anderzijds zal dit baken ook dienst doen als woongebouw met 32 wooneenheden en ruimte voor kmo op het gelijkvloers. Deze opdracht is een uitdaging omwille van de totaal tegengestelde functies van het gebouw: het representatieve baken dat gecombineerd wordt met de woonfunctie dat in essentie introvert wil blijven.
Perspectief voorzijdeDe Hasseltse steenweg bezit geen duidelijk begin- en eindpunt. Het is een eindeloze aaneenschakeling van winkeldozen en reclameborden. Anderzijds schuilt er vlakbij een prachtig natuurlandschap achter deze ‘dozen’. Het gebouw bevindt zich op een scharnierpunt tussen deze twee contexten. Om deze dualiteit te benadrukken, opteerde Gijs de Cock voor een gebouw met een janushoofd. Janus, een Romeinse godheid, wordt in de beeldhouwkunst afgebeeld met zowel aan de voorzijde als de achterzijde een ander gelaat.
Perspectief achterzijdeAan de zijde van de steenweg maakt het gelaat van het nieuwe gebouw zich kenbaar als monumentaal en abstract aan de passant, als een baken dat de overgang markeert van periferie naar stad. De schaal is hier op maat van de voorbijsnellende auto. Het andere gezicht is dat van de individuele bewoners en wordt geconcipieerd op maat van de wandelaar die terugkeert uit het natuurgebied. Een strategische rotatie van elke verdieping zorgt voor een variatie in de grootte van appartementen.
De zijde van het gebouw aan de Hasseltweg heeft een houten gevel volgens een traditioneel Japans procédé shou-sugi-ban, waarbij het hout aan de oppervlakte verkoold wordt en zo een zilverachtige glans krijgt. Op deze manier wordt het hout op een natuurlijke wijze weersbestendig. De verkoolde gevel draagt bij tot het uitgesproken gelaat van het gebouw als baken in de omgeving van de voormalige mijnstad.