Onze grondstoffig zijn niet eeuwig voorradig en raken uitgeput. Daarom is het cruciaal om te zoeken naar materiaaloplossingen. Volgens Els Zijlstra van MaterialDistrict zijn we op de goede weg. “Naast de energietransitie vindt er ook een grondstoffentransitie plaats”, zei Zijlstra tijdens haar lezing op Architect@Work.
“De fossiele brandstoffen zijn over 200 jaar op”, stelt Els Zijlstra van MaterialDistrict vast. “Dat heeft ook een impact op de productie van kunststoffen, waar petroleum aan te pas komt. Ook metalen zijn niet eeuwig voorradig. Op steenachtigen kunnen we terugvallen, maar die zijn niet echt goed voor het milieu.” Daardoor zijn innovatieve materiaaloplossingen noodzakelijk. “Nieuwe materialen moeten aan steeds meer eisen voldoen. Ze moeten duurzaam zijn, betaalbaar, snel plaatsbaar, lichtgewichten, CO2-neutraal…” Toch ziet Zijlstra het positief in. “Naast de energietransitie vindt er ook een grondstoffentransitie plaats”, meent Zijlstra. Ze ziet ontwikkelingen die een antwoord bieden op de uitputbaarheid: circulariteit, maar ook technocycle, biocycle, performance en nieuwe technologieën.
Technocycle
Het woord circulariteit klinkt al bekend in de oren. Daarbij worden materialen in de bouw zo veel mogelijk hergebruikt. Bij Techno cycle kiest men specifiek voor materialen die niet biogebaseerd zijn, zoals kunststof en beton. “StoneCycling is een bedrijf dat aan techno cycle doet”, vertelt Zijlstra. “Door oude bakstenen te vermalen en nieuwe grondstoffen toe te voegen, maakt het bedrijf nieuwe bakstenen.” Ook kunststof kan dienen als bron om natuursteenachtige materialen te vervaardigen.
“Alles draait daarbij om fusie: we produceren nooit een stof die zuiver uit beton of hout bestaat. Vroeger was dat not done om een lichtgewicht versie van natuursteen af te leveren. We merken dat de jongere generaties daar wel voor openstaan.” En dat biedt kansen. Andere stoffen, denk daarbij aan metaal, zijn misschien niet 100% recycleerbaar. “We kunnen ze wel nog altijd hergebruiken”, vindt Zijlstra. “Zo kan metaal worden gebruikt als een soort pigment dat kleur geeft aan kunststof.”
Alles wat groeit of bloeit
Een derde gegeven is de biocycle. Dat zijn materialen afkomstig van organismen die zichzelf voortplanten. Of zoals Zijlstra het kort en bondig uitlegt: “Alles wat groeit of bloeit.” Maar hoe kunnen we materialen laten groeien? “Door middel van algen, paddenstoelen, schimmels en allerlei micro-organismen”, stelt Zijlstra vast. Een voorbeeld daarvan is mycelium (zwamvlok), een deel van een schimmel dat draadvormige sporen vormt. “Als je daar stukjes hout of afval bij gooit, bindt mycelium de deeltjes aan elkaar.” Zo gebruikte de Italiaanse architect Carlo Ratti de groene grondstof om een park te construeren. Hij liet mycelium ter plaatse groeien in een mal. Volgens Zijlstra biedt biocycle dan ook grote voordelen. “Het is goedkoop en groeit razendsnel. Bovendien heeft het een negatieve CO2-uitstoot. Voor algen geldt hetzelfde.”
“Performance, wat het materiaal kan presteren, is zeker niet onbelangrijk”, zegt Zijlstra. Ze haalt daarbij een voorbeeld aan van bouwstoffen die een verkoelende functie hebben. “Zo deed ETA onderzoek naar slim materiaal dat verandert door een externe trigger, in dit geval de temperatuur. De ‘Sweating Roof’ is zowel hydrofiel als hydrofoob. Als je dat op je dak legt, bespaar je 60% aan energiekosten aan airconditioning.”
Nieuwe technieken
Tot slot beschikken we over nieuwe technieken die materialen vormgeven. Een van de meest populaire tegenwoordig is 3D-printen. Ook voor de wederopbouw van de Notre-Dame kan de techniek misschien iets betekenen. “Het Nederlandse Concr3de stelt voor om stukken van het gebouw, zoals de vuurspuwers, in 3D te printen. De assen van de brand dienen dan als bouwstof. Dat maakt het relatief betaalbaar.” Ook andere technieken zijn in trek. Zijlstra denkt daarbij aan transparant beton. Het materiaal is al 15 jaar gekend, maar staat steeds meer op punt. “Dat is positief. Natuurlijk licht is veel gezonder dan welke artificiële lichtbron dan ook. Je maakt er gelukshormonen door aan.” Zo gaan gezondheid en innovatie hand in hand.
“Wat mij betreft is I Light van Italcementi de laatste en beste versie van transparant beton”, vertelt Zijlstra. Ze pleit ervoor om hier niet bij te stoppen en te blijven zoeken naar oplossingen. “I Light was er dan ook niet geweest zonder de eerste experimenten 15 jaar geleden.”