Hanne Mangelschots en Maarten Desmet: “Kan je als architect of als burger tout court vandaag niét maatschappelijk geëngageerd zijn?”

Onze maatschappij is in volle transitie en dat voelen we allemaal aan den lijve. Ook op ruimtelijk vlak is de uitdaging groot en architecten en stedenbouwkundig ontwerpers kunnen hier een belangrijke impact hebben. Maar is het de taak van architecten om maatschappelijk geëngageerd te zijn? Architectura vroeg het aan Hanne Mangelschots en Maarten Desmet van respectievelijk Architecture Workroom Brussels en Endeavour, voor wie dat engagement een evidentie is. “Architecten gaan vandaag een veel breder spectrum bezetten dat verder gaat dan ‘de bouwende architect’. Anderzijds gaan we die bouwende architecten blijven nodig hebben, ook in het licht van de transities die onze maatschappij aan het doormaken is”, aldus Hanne Mangelschots.

Hanne Mangelschots is ingenieur-architect en sinds 2017 aan de slag bij Architecture Workroom Brussels. Daar is ze onder meer curator van de tentoonstelling Prefigurations, die de bijdrage van architectuur en ontwerp aan maatschappelijke veranderingen onthult. Maarten Desmet is architect van opleiding en een van de oprichters van Endeavour, een sociale onderneming die aan onderzoek, innovatie en consultancy in de stedenbouw doet om steden meer duurzaam en inclusief te maken.  


Om met de deur in huis te vallen: beschouwen jullie zichzelf als architect pur sang?  

Hanne: “Dat is een strikvraag, want je zou ons een alternatief type architect of ontwerper kunnen noemen. Wij zijn nog altijd bezig met de ruimtelijke omgeving, maar bouwen niet. Toch neem ik veel van de vaardigheden die ik als architect geleerd heb vandaag nog mee. Maar voor sommigen vallen wij allicht niet onder de categorie van ‘architect’.”

Maarten: “Ik ben het helemaal eens met die analyse. Het is niet verwonderlijk dat maatschappelijk engagement vanuit de architect komt. Het heeft tenslotte veel te maken met de hard en soft skills die je als architect leert. En om op de vraag te antwoorden: ook als je niet bouwt, kan je architect zijn.”

 

Hoe zijn jullie bij Endeavour en Architecture Workroom Brussels terechtgekomen?  

Maarten: “Wij waren met een aantal architecten en stedelijk planners actief in burgerbewegingen die zich inzetten voor de stad en hadden de indruk dat er een kloof was tussen de ontwerppraktijk en precies dat maatschappelijk engagement. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe rol als facilitator tussen de ontwerppraktijk en haar stakeholders. Wij geloven heel sterk in co-creatie, want hoewel er al pogingen waren om aan participatie te doen, gebeurde dit op een nogal lineaire manier en vaak te laat in het proces. Wij zijn tools voor co-creatieve processen beginnen ontwikkelen en hebben daar een businessmodel rond kunnen opbouwen.”

Hanne: "Ik wist van bij de start dat ik iets wilde doen dat architectuur en ontwerp veel breder inzet dan het pure bouwen. AWB had zich toen ik begon met werken al ontwikkeld als een hybride tussen een cultuurorganisatie en een ontwerpcollectief en denktank en dat sprak mij erg aan. Wij houden ons bezig met het vertalen van de grote opgaven waar we als samenleving op moeten antwoorden naar tastbare, werkbare projecten. Die hebben zowel een fysieke impact, door zaken anders te gaan inrichten, als een sociale, door op een andere wijze met elkaar te gaan samenleven.”

Jullie halen het zelf al aan. De ‘klassieke’ architect ontwerpt een product: een gebouw. Jullie leggen zich meer toe op het proces en stellen een maatschappelijk engagement centraal. Is dat een taak van de architect?

Maarten: “Ik ben over precies die vraag in dialoog gegaan met een tiental ‘geëngageerde’ architecten naar aanleiding van het volgende Architectuurboek Vlaanderen. Moet een architect geëngageerd zijn? Niets of niemand zegt dat dat moet, ook ik niet, maar je ziet wel heel wat tendensen opkomen die meestal vertrekken vanuit persoonlijke keuzes van architecten. Zo zijn er heel wat jonge studenten die in een heel andere samenleving afstuderen dan de oudere generaties en voor wie het een evidentie is om zich in te zetten voor een maatschappelijk doel. Anderzijds zijn er ook veel architecten die bij een eerder klassiek architectenbureau werken en een kloof voelen tussen wat ze bouwen en maatschappelijke problemen zoals klimaatverandering of het woonvraagstuk. Dan is het mooi dat er bureaus bestaan zoals AWB die ontwerppraktijk en sociaal ondernemen samenbrengen. Maar dat is nog niet mainstream. Je ziet meer en meer bureaus die ecologisch gaan bouwen of onderzoek doen naar betaalbaar wonen, maar de finaliteit zal altijd blijven om het bureau draaiende te houden met bouwprojecten. Langs de andere kant zijn er initiatieven zoals Pool is Cool die vertrekken vanuit een maatschappelijk doel en na enige tijd moeten gaan nadenken hoe ze ook financieel kunnen blijven draaien. De uitdaging bestaat erin om dat maatschappelijk engagement te vertalen naar een duurzaam businessmodel, en dat zie je nog niet zo vaak.”

Hanne: “Ook ik merk dat architecten vandaag een veel breder spectrum gaan bezetten dat verder gaat dan ‘de bouwende architect’. Rotor, BC en Miss Miyagi zijn enkele typische voorbeelden. Anderzijds gaan we die bouwende architecten blijven nodig hebben, ook in het licht van de transities die onze maatschappij aan het doormaken is. We hebben architecten nodig die vanuit een breder maatschappelijk kader vorm kunnen geven aan die gebouwen en publieke plekken die we nu en in de toekomst nodig zullen hebben. Dit is dan ook absoluut geen pleidooi om architecten te laten stoppen met bouwen. Een mentaliteitswijziging is wel aan de orde in die zin dat de sector moet accepteren dat er niet één soort architect bestaat.”

Maarten: “Peter Eisenman maakt een interessant onderscheid tussen ‘ a project’ en ‘a practice’. Als een architect een project heeft, geeft hij de wereld vorm. Als een architect een practice heeft, wordt hij door de wereld beïnvloed. Dat is een meer vraaggestuurde manier van werken. Beide hebben bestaansrecht en het één is niet beter dan het ander. We gaan allebei nodig hebben.”

Hanne: “Misschien is de vraag niet of een architect geëngageerd moet zijn maar of je als burger tout court vandaag niét begaan kan zijn met de maatschappelijke uitdagingen waar onze samenleving voor staat. Ook architecten hebben hier een rol in te spelen.”


Is de jongere generatie architecten meer bezig met de grote maatschappelijke uitdagingen en de rol die hij/zij hierin kunnen spelen?

Maarten: “Ik denk van wel. Die ‘honger’ merk ik aan het toenemend aantal sollicitanten bij Endeavour. De generatie van klimaatjongeren op de arbeidsmarkt gaat veel meer kiezen voor dat hogere maatschappelijke doel. Onderzoek van Deloitte heeft onlangs nog uitgewezen dat de millennial bereid is om zo’n 3-400 dollar of toch een significant deel van zijn/haar loon in te leveren indien het bedrijf waar hij/zij aan de slag gaat duurzaam is.’

Hanne: “Ik ben het helemaal eens met Maarten maar merk wel dat er een zekere remming is om voluit voor dat engagement te gaan. Het is nog altijd de logische weg om eerst stage te doen, waarna je een ‘echte architect’ bent en je jezelf kan beginnen positioneren. Het ontbreken van een formele erkenning van die verschillende soorten architecten, is voor veel pas afgestudeerden een remmende factor.”

Maarten: “Het zou absoluut helpen als die maatschappelijke dienstverlening ook erkend wordt als een vorm van architectuurstage.”

 

Welke zijn de grote maatschappelijke werven waar architecten een impact kunnen hebben?

Hanne: “Een aantal werven ligt voor de hand omdat ze met wonen te maken hebben. Hou houden we het wonen betaalbaar? Hoe maken we onze woningen klaar voor de energietransitie? Hoe gaan we ze renoveren? Circulariteit is daar een belangrijk aspect van. Minder voor de hand liggende werven zijn lokale voedselproductie, watervoorziening, landschappen en open ruimte.”

“Als architect kan je in die transities een andere rol opnemen als procesbegeleider en verbinder tussen expertises. Maar ook door te bouwen kan je als architect impact hebben, denk maar aan het vormgeven van nieuwe stadsboerderijen, recyclageparken, productieve activiteit in de stad,... Architectuur kan deze nieuwe functies als geen ander verweven met het stedelijk weefsel. Onze tentoonstelling ‘Prefigurations’ - die nu in ons kantoor in Brussel te bezichtigen is in het kader van De Grote Verbouwing 2020-2030 - gaat precies daarover: hoe kan ontwerp in de bouwende zin van het woord ook een rol spelen in al die bredere maatschappelijke transities? We hebben daarvoor 39 projecten geselecteerd die samen het verhaal vertellen van tien ‘toekomstplekken’ of type omgevingen die we massaal gaan moeten bouwen om de maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden, maar waarvoor de regelgeving nog ontbreekt of waarvan we de typologieën nog aan het ontwikkelen zijn. De titel van de tentoonstelling is dan ook ‘Prefigurations’, voorafbeeldingen die al een glimp tonen van de projecten die we overal gaan moeten uitbouwen. Van elk van deze type-projecten hebben we er heel veel tegelijk nodig: een gigantische verbouwing van onze leefomgeving.”

Maarten: “De maatschappelijke werven die Hanne aanhaalt worden vandaag gelukkig meer en meer erkend. Onze invalshoek is vooral de manier waarop je ze ontwerpt. We mogen als architecten niet de fout maken om die projecten topdown te gaan ontwerpen, maar vertrekken vanuit de gebruikers die uiteindelijk die nieuwe vormen van wonen of energievoorziening zullen moeten aannemen. Wij gaan expliciet op zoek naar hoe we gebruikers voldoende eigenaarschap kunnen geven over een project en hoe we het kunnen afstemmen op hun noden en wensen zodanig dat project in kwestie meer kans op slagen heeft.  ‘User-centered design’ is heel gangbaar in andere sectoren – denk maar aan product design – maar in zaken zoals de stad en de ruimte – in mijn ogen toch veel belangrijker is dan sommige producten – gebeurt dat veel minder of zelfs niet.’  

In het tweede deel van het interview kan je meer te weten komen over de visie van Maarten Desmet en Hanne Mangelschots over participatie in het ontwerpproces en duurzaam ondernemen.

Deel dit artikel:
Onze partners