Als een glinsterende diamant zweeft het nieuwe onderkomen van het Havenbedrijf Antwerpen boven van de voormalige brandweerkazerne in Haven Kattendijk. Zaha Hadid Architects won de competitie voor het nieuwe hoofdkantoor met een uitgesproken verticale uitbreiding boven een monumentaal pand. Hoewel het contrast tussen oud en nieuw nauwelijks groter kan zijn, is het ontwerp gebaseerd op een zorgvuldige historische analyse van ZHA en Origin consultants. Betrokken partners bij dit project zijn Ingenium, Bureau Bouwtechniek, Mouton, Interbuild, VBSC en Groven+.
De voormalige brandweerkazerne waarin het Havenbedrijf tegenwoordig is gevestigd, werd ontworpen als replica van het Hanze Huis in Haven Kattendijk dat in 1893 in vlammen op ging. Vanwege de alzijdigheid en vier gelijkwaardige gevels van het gebouw besloot ZHA geen horizontale, maar een verticale uitbreiding te realiseren. Bovendien was in het oorspronkelijke ontwerp een toren opgenomen die nooit is gerealiseerd. Dit ‘stoutmoedige verticale statement’, zoals het bureau de oorspronkelijke toren noemt, krijgt met de uitbreiding een nieuwe interpretatie.
Gevel
Het nieuwe volume hangt als los object boven het bestaande gebouw, met de punt richting de Schelde als de boeg van een schip. Driehoekige transparante en dichte gevelelementen weerkaatsen de wisselende tinten van de haven en de lucht. Platte en rimpelende vlakken wisselen elkaar af zoals golven op het water. Als enorme glinsterende diamant refereert het gebouw duidelijk naar de handel van Antwerpen.
Twee werelden
De ruimtelijk vakwerkconstructie van het nieuwe volume wordt gedragen door een aantal kolommen. De betonnen holle poot die aan de zuidzijde voor de gevel staat, gaat over in een buitendek dat uitkijkt over de haven, en fungeert tevens als vluchtroute. Het hof in het bestaande pand is met een atrium dak overdekt en vormt tegenwoordig de nieuwe entreeruimte. Vanuit hier steken schuine kolommen dwars door het glas en vertrekken liften richting het nieuwe volume. Doordat de onderkant van het nieuwe volume als ‘zesde gevel’ is behandeld, wordt ook hier benadrukt dat oud en nieuw geen eenheid vormen. De bijna surrealistische beelden die hieruit ontstaan, bekrachtigen nogmaals de visionaire blik van de onlangs onverwacht overleden architect.