Ontdekken en zich laten betoveren door kleine details. Sommigen vallen meteen op, anderen pas na een tijdje observeren,... Door zijn klein formaat laat baksteen talloze (combinaties van) metselverbanden en accenten van texturen en kleuren toe. Een uitstekend voorbeeld: sociaal woonproject ‘Harlekijn’ in Oostende, van FVWW architecten.
Door zijn ligging als toegangspoort tot de tuinwijk ‘Westerkwartier’ in Oostende speelt dit hoekgebouw met negen appartementen een strategische rol. Het voelt vertrouwd aan ten opzichte van de naburige tuinwijk, maar is ook duidelijk nieuw en anders.
subtiele herinterpretatie
FVWW architecten heeft bepaalde karakteristieke elementen uit de omgeving hergebruikt in een subtiele herinterpretatie, om kracht, domestieke en architectonische kwaliteit te geven aan dit sociale woonproject. De belangrijkste verwijzing naar de buurt ligt in de detaillering en materiaalkeuze. De witte bakstenen herinneren aan de lichte bakstenen die typisch zijn voor de kust; de groene geglazuurde bakstenen zijn een knipoog naar de art deco elementen van een andere nabijgelegen wijk. Deze kleuraccenten sieren de plint en de bovenkant van het gebouw en van de ramen, als wimpers die de ogen beschermen.
De getrapte volumetrie sluit aan op de naastliggende gebouwen en maakt het mogelijk om de hoek van het gebouw te accentueren. Door de sprong is er ruimte ontstaan voor een collectief dakterras. Het uitzicht over de stad is fantastisch, terwijl het toch op schaal van de woningen van de wijk blijft door het kleine volume op twee niveaus … nog een knipoog naar de woningen van de Westerkwartier.
Schijnbaar banale elementen
Het was belangrijk voor de architecten om het detailniveau tot het uiterste te ontwikkelen zelfs - of vooral - in de meest schijnbaar banale elementen. Domestieke kwaliteit zoeken in de gewonigheid, op mensenmaat, was de rode draad van de architecten in dit project. De subtiliteiten worden gaandeweg ontdekt: de verdiepte plint die de ingang markeert en beschermt, de smalle rode fietspoort die aan een garage doet denken, het tweekleurige schrijnwerk dat de massiviteit vermindert, de brievenbus in de vorm van de doorsnede van het gebouw, het rode ventilatierooster dat een schoonheidsvlekje op de gevel wordt, …
Ten slotte is het neonlichtsculptuur ‘both slept longer than intended’ van kunstenaar Dennis Tyfus geïntegreerd op de gevel, als knipoog aan de bloeiende uitgangscultuur van Oostende in de jaren ’70. Op de overgang tussen collectief en privaat; als geschenk voor de stad.
Zo bedachten de architecten een perfecte mix van in de buurt aanwezige ingrediënten en persoonlijke toegevoegde accenten. Het project wordt door de buurt gedragen dankzij zijn sterke maar vertrouwde identiteit.