Het einde van de Vlaamse Bouwmeester

Halfweg volgend jaar eindigt het mandaat van Peter Swinnen als Vlaams Bouwmeester. Daarmee eindigt ook de Vlaams Bouwmeester tout court. De nieuwe regering gaat voortaan voor een college van vijf deeltijdse experten. Geert Sels was de eerste die het nieuws bracht in De Standaard van 25 juli.

Dat de functie van Vlaams Bouwmeester geëvalueerd zou worden, was geen verrassing. Dat ze afgeschaft zou worden wél. De beslissing werd aangekondigd in een terloopse passage in het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering. ‘Na het mandaat van de huidige Vlaamse Bouwmeester, richten we een Bouwmeestercollege op’, stond er te lezen.

Een maand geleden werd bekendgemaakt dat de jaarlijkse Prijs Bouwmeester zou vervangen worden door de (tweejaarlijkse) Prijs Wivina Demeester. Dat was een voorbode. Er zou namelijk geen bouwmeester meer zijn om een prijs uit te reiken.

Dat wil niet zeggen dat Vlaanderen voortaan overgeleverd is aan ongecontroleerde bouwdrift. De nieuwe regering wil haar architectuurbeleid anders organiseren.

Voortaan komen er vijf deeltijdse expert-architecten met een tijdelijk mandaat. Elk lid van dat college kan advies verlenen bij projecten van de Vlaamse overheid en bij lokale besturen.

‘De functie van Vlaams Bouwmeester is uitgebreid van de kwaliteit van gebouwen tot ruimtelijke planning’, zegt Bart Huybrechts, adviseur bij het kabinet van Geert Bourgeois (N-VA). ‘Dat leek ons dubbelop met de diensten Ruimtelijke Ordening, die ook adviezen verstrekken. Door het Bouwmeestercollege in te kantelen bij Ruimtelijke Ordening kunnen ze lopende projecten beter op elkaar afstemmen.’ Met de nieuwe werkwijze denkt de regering meer continuïteit in haar beleid te kunnen leggen. Huybrechts: ‘Bob Van Reeth is een planoloog, Marcel Smets een stedenbouwkundige en Peter Swinnen is architect. Dat zijn drie verschillende achtergronden. Met een college kun je vermijden dat er per mandaat andere accenten gelegd worden. De uitgeschreven ontwerpopdrachten zullen eenduidiger beoordeeld worden.’

 

Te elitair?

De nieuwe werking komt tegemoet aan de wensen van de brede waaier van architectenbureaus die weleens een opdracht willen binnenhalen. Op het webplatform Architectura bekloeg het architectengild zich onlangs dat de Vlaams Bouwmeester zijn opdrachten toekende aan een klein clubje, aan te veel buitenlandse ontwerpers en zich te elitair opstelde.

‘De methode van de open oproep, waarbij bureaus kunnen kandideren voor een opdracht, loopt vlot’, zegt Huybrechts. ‘Ik heb er diverse projecten van opgevolgd. De kans is groot dat we de werkwijze behouden. Maar als in de markt de perceptie leeft dat de toewijzing niet transparant verloopt, kan het een stuk comfort opleveren om het eens anders aan te pakken.’

De vraag is of een Bouwmeestercollege evenveel pertinentie aan de dag kan leggen als het verkozen is door het architectengild. Dat vindt namelijk dat Peter Swinnen te ambitieus mikt en daardoor veel teams in de kou laat staan.

In het huidig beleid heeft de techniek van de open oproep tot hoogwaardige projecten geleid die tot in het buitenland bijval genieten. Weinig gevestigde en origineel denkende teams grijpen er hun kansen. Daarnaast daagt de bouwmeester met pilootprojecten bureaus uit om innoverend te denken over thema’s als zorg, onderwijs of collectief wonen.

‘Ik ben verrast door deze beslissing’, zegt Christoph Grafe van het Vlaams Architectuurinstituut. ‘Het beleid met open oproepen en pilootprojecten werpt vruchten af. In het buitenland vindt men dat Vlaanderen een levendige architectuurcultuur heeft met een innovatief profiel. Een bouwmeester moet kunnen functioneren als een onafhankelijk denker en ontwerper, die zeker niet aan de leiband moet gaan lopen.’ Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen wenste gisteren niet te reageren.

Deel dit artikel:
Onze partners