Hoe geven we bestaand patrimonium een duurzame toekomst?

Hoe ziet het Brusselse Passage 44 er binnenkort uit? En hoe kunnen de waardes van modernistische architectuur uitgedaagd worden? Op deze vragen zochten 21 internationale ontwerpers een antwoord tijdens de workshop Challenging Modernism. “Hieruit zijn inspirerende, utopische projecten ontstaan die goed geworteld zijn in de uitdagingen van de toekomst en welke rol architecten daarin kunnen spelen. Ik ben gecharmeerd door het sociaal engagement van de ontwerpers”, zegt Frederique Hermans, architect bij a2o architecten en coach tijdens de workshop.

21 internationale ontwerpers gingen tijdens Challenging Modernism op zoek naar een duurzame toekomst voor Passage 44 in Brussel, een modernistisch meesterwerk dat haar oorspronkelijke functionaliteit heeft verloren. Vrijdag werd het programma afgesloten met de voorstelling van de mogelijke plannen. De drie groepen zochten een antwoord op hoe het gebouw verbindingen kan aangaan in de stad en rekening kan houden met tijd en ecologie. Deze workshop was op initiatief van a2o architecten, WDJA (NL), Multiple, WIT en Koen Van Synghel.

Weg met koning auto? Bouwen voor de mens

Tijdens de workshop keken de ontwerpers op een vrije en open manier naar modernisme. De groep van architect Catheline Roggen heeft gefocust op de sociale ruimte en stelde zich de vraag ‘Wat als we spelen met de open ruimte in plaats van de bebouwde ruimte?’. “Bij modernisme ontwerpen ze heel vaak een gebouw van bovenaf. Ze focussen op de structuur, het open plan, de kolommen… Dat zijn basisregels die overal worden toegepast in het stedelijk weefsel, maar men kijkt niet naar de menselijke schaal die vandaag zeer relevant is. Toen focusten ontwerpen op een jachtige stad met veel auto’s. Nu staat het perspectief van de (tragere) voetganger centraal.”

Om de focus op de sociale ruimte door te trekken, heeft de groep de vide in het bouwblok onderzocht. Ze pasten deze in als open ruimte en gingen dan als een parasiet eten aan de bouwblok om erachter te komen wat er dan gebeurt. “Er bestaat geen vaste conclusie. Dat is net het boeiende aan deze workshop. De tool van het creëren van ruimte biedt meer mogelijkheden”, vertelt Catheline. “We zijn niet oplossingsgericht te werk gegaan. We hebben het gebouw op de proef gesteld op een extreme en utopische manier waardoor er veel ruimte voor debat is losgeweekt.”

De uitdagingen van de toekomst

Verstedelijking en in de stad wonen slaat de klok, maar dan moet de kwaliteit van het wonen in de stad ook verbeteren. Dat is één van de grote uitdagingen van de toekomst. Frederique Hermans ziet dat de deelnemers deze boodschap begrepen hebben. “Alle ontwerpers denken op een heel natuurlijke manier vanuit een sterk sociaal engagement voor de bewoners van Brussel, de gebruikers van het gebouw en de ecologische aspecten. Het charmeert me dat ze met veel respect buiten de lijntjes durven kleuren en zich niet laten beperken. Het waren utopische projecten, maar goed geworteld in de uitdagingen van de toekomst en welke rol architecten daarin kunnen spelen.”

Revolutionaire architectuur

Brussel barst van de intrigerende, modernistische meesterwerken. Tegelijk worden ze vaak stiefmoederlijk behandeld en lijken ze voor veel betrokken stakeholders vooral te staan voor betonrot en stedelijke verloedering. Het is in deze context dat de ontwerpers aan de slag gingen. Ze daagden de principes van deze architecturale stijl die de tweede helft van de 20ste eeuw domineerde, uit. Hoe kan een dergelijk patrimonium bewaard worden zonder af te stappen van haar uitgangspunten? De architecten gingen met deze uitdaging aan de slag door deze te koppelen aan de nood aan duurzame groei van steden in de 21ste eeuw.

Catheline bevestigt dat de gebouwen worden ondergewaardeerd en ziet de schoonheid en functionaliteit er wel van in. Daarom richtte ze ook Scale mee op, een collectief dat zich inzet voor ons cultureel patrimonium. “Modernistisch erfgoed is geen massaproductie van een naoorlogse periode. De open, flexibele structuur is heel belangrijk geworden in de huidige architectuur. Modernistische infrastructuren voldoen al aan deze eisen. Het is dus net wel revolutionaire architectuur.”

Het landschap als gebouw

De drie ontwerpgroepen hebben elk op een andere schaal en op hun eigen manier gewerkt. Op het einde van de week resulteerde dit in een mooie concepttekening rond de ring van Brussel met drie stromingen die erdoorheen lopen: de natuur, de directe omgeving rond het Pachecogebouw en de schaal van de stoep tot het gebouw. “De drie delen lopen mooi in elkaar over. Het gebouw kan worden gezien als een landschap, maar het landschap kan ook gezien worden als een gebouw en dat bindt alles mooi samen”, besluit Catheline.  

 

Deel dit artikel:
Onze partners