Hoe kan circulair bouwen economisch rendabel zijn?

Circulair bouwen wint aan belang in de bouwsector. De ondertekening van de Green Deal Circulair Bouwen op Batibouw onderstreept opnieuw hoe het bedrijven en organisatie uit uiteenlopende sectoren menens is om van circulair bouwen een dagelijkse realiteit te maken. Maar is circulair bouwen ook rendabel? Op het panelgesprek dat architectura.be over circulair bouwen organiseerde, wierpen de gesprekspartners een blik op de kosten en opportuniteiten die circulaire bouwprojecten met zich meebrengen.

“Circulair bouwen heeft meer slaagkans in een groot bouwproject. Een kleine KMO zal er minder snel aan beginnen dan grote spelers: kijk maar naar TATA Steel, Mitsubishi liften, Tarkett, Philips,…, die hier effectief mee bezig zijn”, zegt Krys Blykers (a-tract architecture). Tom Rommens (Gyproc) nuanceert. “Het hangt er vanaf wat je verstaat onder ‘circulair bouwen’. Bokrijk staat vol met circulaire gebouwen, want tot de jaren 1950 was elk gebouw in principe circulair. Pas nadien is het misgelopen.”

Mieke Vandenbroucke (VIBE): “De doorsnee projectontwikkelaar zal zich nog niet snel wagen aan circulariteit. Dat is te wijten aan een gebrek aan kennis én interesse. Maar toch is het mogelijk om ook op kleinere schaal aan circulair bouwen te doen. Alles hangt ervan af hoever je gaat.”

 

Ecologische en sociale kosten

BC Architects & Studies neemt ook kleinschalige projecten aan, aldus Ken De Cooman: “Als het over rendabiliteit gaat, spelen voor ons ook de ecologische en sociale kosten en baten een rol. Als het alleen om de economische rendabiliteit gaat, dan is het inderdaad een moeilijker verhaal. Maar mits je de nodige creativiteit aan de dag kan leggen, zijn er mogelijkheden.”

Circulair bouwen wordt haalbaar als we producten op een andere manier gaan bekijken, zegt Erik De Bisschop (Tarkett): “Onze producten zijn allemaal C2C-gecertificeerd en kunnen na gebruik door ons volledig worden ge-upcycled. Er worden nieuwe tapijttegels van gemaakt. Het probleem is dat er te weinig terug binnenkomen. De politieke wereld werkt onvoldoende mee: alles in de verbrandingsoven dumpen is nog altijd te goedkoop. Daarom zijn we gestart met ‘flooring as a service’: we bieden  een volledig pakket aan, met onderhoud en recyclage inbegrepen. Maar het ‘product as a service’-model schrikt nog teveel mensen af. Nochtans zijn mensen wel vertrouwd met fenomenen als Netflix of fietsdelen. Mensen moeten gewoon de juiste klik kunnen maken.”

Voor Derbigum is ‘product as a service’ echter geen optie, zegt Koen Sneiders: “De levensduur van onze producten is te lang, tot 40 jaar. In feite zijn we zo het slachtoffer van onze eigen hoge kwaliteit. Uiteindelijk zal de wetgeving op termijn iedereen verplichten om zijn duit in het zakje te doen en een bepaald percentage hergebruik te halen.”

Ook in de staalsector is een hoge levensduur van de producten vanzelfsprekend. “Daarom zetten we sterk in op de oprichting van een CESCo (Circular Economy Service Company’)”, zegt Paul Penners (Kloeckner). “Dankzij zo’n samenwerkingsverband wordt het mogelijk om met gelijkgestemden naar hetzelfde doel te kunnen werken. Staalschrijnwerk dat nu nog op de schroothoop of de verbrandingsoven belandt, kan deels afgeroomd worden. Daar kunnen de architecten alleen maar blij van worden.”

 

Duurder

Als het over de financiële kant van de zaak gaat, leidt de discussie automatisch naar het hardnekkig vooroordeel dat circulair bouwen duurder is. “Dat hoeft niet automatisch het geval te zijn, er zijn reeds producten op de markt met een lage initiële kostprijs. We moeten ook durven kijken naar de volledige financiële impact inclusief toekomstige vervangingen en renovaties, niet enkel naar de initiële impact”, zegt Mieke Vandenbroucke (VIBE). Kristof Debrabandere (C2C Platform) ziet een sturende rol weggelegd voor de overheid: “Het primaire product zou nooit goedkoper mogen zijn dan het product met gerecycleerde content. De overheid moet zorgen voor het juiste kader om nieuwe evoluties een kans te geven.”

Tom Rommens is het daarmee eens. “Dat is de enige taal die producenten verstaan. Onze primaire grondstoffen worden alleen maar duurder. Dan toont de industrie plots wel interesse in gerecycleerd materiaal.”

“Het verspreiden van de boodschap begint bij de producenten”, zegt Paul Penners. “Zij moeten hun relaties en onderaannemers opvoeden. Dat begint op kleine schaal, met kleine projecten en samenwerkingen. Gaandeweg kunnen ze er meer mee uitpakken en de boodschap naar alle producenten laten weerklinken.”

Deel dit artikel:
Onze partners