Waarom zouden fabrikanten de stap naar een circulair verdienmodel zetten? Tot op heden lijkt traditioneel bouwen nog goedkoper dan circulair bouwen. Maar dat ligt niet aan zozeer aan de het verdienmodel zelf, wel aan de manier waarop het vaak geïnstalleerd wordt in de sector. Hoe kunnen fabrikanten en leveranciers profijt halen uit een circulair verdienmodel? Je hoort het in de Circubuild-podcast ‘Wat is de kostprijs van circulair bouwen?’ met Toon Possemiers (Cenergie), Jona Michiels (Groep Van Roey) en Joep Römgens (Schüco Benelux).
Traditioneel bouwen is goedkoper dan circulair bouwen. Althans als je geen rekening houdt met de ‘cost of ownership’. Met circulair bouwen verdien je terug op lange termijn. Pas als je de renovaties of de afbraak mee calculeert in de totale kostprijs, brengt het op. Betrek daar dan nog eens de kosten bij van het gebruik van het gebouw en de werknemerslasten, dan is het stuk bouwsom nog maar een klein onderdeel van het grote geheel.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Circulair bouwen gaat om het in de kringloop houden van grondstoffen. Circulaire bouwproducten worden ontworpen om zo lang mogelijk mee te gaan. Dat betekent per definitie dus wel minder verkoop, althans in het huidige lineaire economische model. Waarom zouden fabrikanten dan inzetten op circulaire bouwproducten? “Het begint bij maatschappelijke verantwoordelijkheid. Die moet iedereen nemen. Producten moeten zolang mogelijk in hun levenscyclus blijven, waarbij we focussen op onderhoud, beschikbaarheid van materialen enzovoort”, vertelt Joep Römgens, productmanager bij Schüco Benelux.
As-a-Service dé opstap?
De focus van Joep brengt ons tot bij een as-a-Service-model. Een model dat Toon Possemiers, directeur van Studie- en Adviesbureau Cenergie, een noodzaak vindt bij circulair bouwen: “In een as-a-Service model heeft de fabrikant meer greep op de grondstoffen en kan hij deze op termijn dus makkelijker hergebruiken. Zo wordt het dan ook financieel interessant voor hem. Vandaag verkoopt de sector al wel veel as-a-Service, maar zonder dat het veel duurzamer is dan de traditionele wijze.”
Jona Michiels bevestigt dit als procesmanager innovatie bij groep Van Roey. “Veel as-a-Service modellen zijn begonnen vanuit een economisch standpunt en niet vanuit een duurzaamheid standpunt. Dus circulair is niet per definitie duurzaam. As-a-Service is geen wonderoplossing”, waarschuwt hij. “Het is afhankelijk over welk materiaal of bouwsysteem het gaat. Technieken, meubilair, energieverbruik… hebben een korte doorlooptijd, dus daar is een as-a-Service model snel toepasbaar. Maar in sommige structuren is het gewoon niet haalbaar.”
Waarden verhogen
In het huidige systeem ligt de focus sterk op economisch rendement. Bij as-a-Service draait het voor Jona meer om het verhogen van waarden: “Wij doen ook aan klantenbinding. We volgen klanten nauw op en pakken hun bezorgdheden aan. Een duurzame relatie met de klant is evenveel waard als financieel rendement.” Het as-a-Service model werkt dit ook in de hand omdat je als leverancier verantwoordelijk blijft voor je product. Dan blijf je automatisch meer betrokken met de kwaliteit.
Korte ketens: wapen tegen de crisis
De grondstoffen worden steeds schaarser en dus ook steeds duurder. Daardoor lijken fabrikanten steeds meer genoodzaakt over te schakelen naar een circulair verdienmodel. De stap naar dat verdienmodel gaat gepaard met lokale ketens. Volgens Jona een van dé wapens tegen de huidige crisis. “De prijzen stijgen vooral door het logistieke probleem. De coronacrisis stuurt de globale supply chains om zeep. Dezelfde containerschepen varen nog, maar kosten 4 keer meer. Met korte ketens kan je veel beter weerstand bieden tegen zo’n geglobaliseerde crisis.”