Hout kan je onderverdelen in twee categorieën: hardhout en zachthout. Hardhout komt van loofbomen, die je kan herkennen aan hun jaarlijkse bladverlies. Naaldbomen, die het hele jaar door groen blijven, produceren zachthout. Die benaming kan voor verwarring zorgen. Wie denkt dat alleen hardhout sterk genoeg is en geschikt voor de bouwsector, heeft het mis. Juist het zachtere naaldhout blijkt een ideaal materiaal om mee te bouwen.
Naaldhout heeft namelijk een relatief lage dichtheid in vergelijking met loofhout. Een groot voordeel, want dat maakt het hout lichter, waardoor het gemakkelijk te bewerken en vervoeren is en ook eenvoudiger te verwerken is op de werf. Ondanks het lichte gewicht heeft naaldhout een heel goede sterkte-gewichtsverhouding, wat betekent dat het toch sterk genoeg is voor dragende constructies.
Sterkteklasse
Binnen de categorie naaldhout kunnen de mechanische eigenschappen wel flink variëren, het blijft tenslotte een natuurlijk product, in tegenstelling tot abiotische materialen zoals beton en staal. De sterkte van het naaldhout is afhankelijk van de locatie van de stam en de tijd van het jaar waarin de boom is gegroeid. Daarom wordt het hout geselecteerd op sterkte. Belangrijk is dus om voor je houtbouwproject de juiste sterkteklasse te kiezen.
Naaldhout wordt veel gebruikt in de vorm van CLT of cross-laminated timber en LVL of laminated veneer lumber, waarbij houten platen kruislings worden verlijmd om sterke, grote bouwplaten te vormen. Dit verhoogt de structurele sterkte van het hout en maakt het mogelijk om het te gebruiken in hoogbouw en grote constructies. In Europa gebruikt de houtindustrie vooral vuren en grenen, respectievelijk hout van de fijnspar en hout van dennen. Dat naaldhout is vooral afkomstig uit de boreale bossen in het noorden van Europa.
Raakt het bos dan niet uitgeput?
“Bos is een geruisloze houtfabriek. In een bos wordt hout gemaakt, met als grondstoffen CO2 uit de lucht en water met wat voedingsstoffen uit de bodem. Zolang bomen leven, groeien ze. Zolang bomen groeien, vormen ze hout. Bos als houtfabriek: er gaat CO2 in – daar hebben we te veel van - er komt hout uit – daar krijgen we nooit genoeg van!” Zo omschrijft Simon Klingen de levenscyclus van hout in zijn boek ‘Houtfabriek – 21 misverstanden over bomen en bos.
Oftewel, hout is een oneindige grondstof, want het bos blijft groeien. Dit geldt echter wel alleen voor duurzaam beheerde bossen, die onder toezicht staan van de Forest Stewardship Council (FSC) of het Program for the Endorsement of Forest Certification (PEFC). Zij spelen een belangrijke rol bij het tegengaan van ontbossing en illegale houtkap en zo in het behoud van alle ecosysteemdiensten van het bos. Je herkent hout uit deze bossen aan het FSC- of PEFC-label.
Duurzaam en circulair bouwmateriaal
Door slechts 65% van de jaarlijkse bijgroei te oogsten staat er netto steeds meer houtvolume per hectare in een duurzaam beheerd bos. Het bos herstelt zichzelf na de oogst, en is dit niet het geval, dan worden er bomen bij geplant. In Europa is twee derde van de bossen gecertificeerd, waardoor er jaarlijks 600.000 ha bos bijkomt.
Bij veel mensen heerst het misverstand dat bossen worden uitgeput. Maar een goed beheerd bos kan dus eindeloos hout leveren, zonder dat het aan kwaliteit inboet. Dat is de belangrijkste eigenschap van het bos, dat het groeit. Er groeit hout.
Bovendien is naaldhout een snelgroeiende houtsoort, wat het zowel duurzaam als economisch interessant maakt als bouwmateriaal. Wie dus graag duurzaam en circulair wil bouwen, zit met hout op de juiste weg. Het is op dit moment het belangrijkste biobased materiaal in de bouw.