Een gebouw van een voormalig automobielbedrijf omvormen tot een polyvalent industriepark, aangepast aan de activiteiten van start-ups die zich toespitsen op de automatisering van drones: dat was de opdracht van Draft & Project Architectures in het kader van het Diginnovproject in Nijvel. Het ontwerpteam realiseerde een nieuw, energie-efficiënt complex en gaf het tegelijkertijd een markante identiteit, onder meer via het terugkerende gebruik van cortenstaal op verschillende strategische punten in het gebouw.
De site, die in het verleden fungeerde als opleidingscentrum voor autofabrikant Peugeot, omvatte klaslokalen, een grote technische hal
voor praktische workshops en een bedrijfsrestaurant: een indeling die bijzonder geschikt was voor de realisatie van een multifunctioneel complex.
“De opdrachtgever – oorspronkelijk de incubator CAP Innove en de InBW – wenste een centrum dat uit verschillende polen bestond: een ruimte die geschikt is voor industriële experimenten en tests, gemengde zones met kantoren die gekoppeld zijn aan ontwikkelingsateliers en tot slot een restaurant, dat is opgevat als
centrale ontmoetingsplaats en is uitgerust om de ateliers van kleine en middelgrote voedingsproductiebedrijven, zoals chocoladefabrieken, te huisvesten”, vertelt François Guilmot, projectarchitect bij Draft & Project Architectures.
Nieuwe ingangen en openingen
Gezien de compactheid van het oorspronkelijke gebouw, was een van de grootste uitdagingen bij de renovatie het binnenbrengen van natuurlijk licht. Dit vereiste de afbraak van een grote overspanning – een delicate operatie – om een open binnenplaats te creëren, die fraai werd ingericht en vergroend. Vervolgens heeft
het architectenteam – bestaande uit François Guilmot, Ada Orban en Jérôme Dinaux – meerdere ingangen gecreëerd, zoals de architect uitlegt.
“Het oude gebouw had slechts één ingang in het voorste volume, die geen deel uitmaakt van het nieuwe Diginnov-complex. Er moesten dus nieuwe ingangen komen. Onze bijna chirurgische ingreep bestond uit de creatie van een nieuw volume van 140 m², dat bedoeld was als hoofdingang en naar de openbare ruimte gericht was. Dit volume werd vervolgens bekleed met een ‘tweede huid’ van hout.”
Om de verschillende functies van het nieuwe gebouw optimaal te kunnen bedienen, werd ook een tweede, meer vertrouwelijke ingang gecreëerd langs de binnenstraat, die reeds door de Intercommunale du Brabant Wallon (InBW) was aangelegd.
32 scenario's voor de integratie van de oude staalstructuur
De oude staalstructuur van het vakwerkdak van het industriële gebouw werd behouden voor integratie in het nieuwe complex. Na het uitwerken van niet minder dan 32 scenario’s om deze integratie te verwezenlijken en tegelijk de vereiste brandweerstand te garanderen, koos het architectenteam voor een sprinklerinstallatie in heel het gebouw. Ook de isolatie van het gebouw is drastisch verbeterd. Voor het dak was het een kwestie van versterking van de als structureel zwak aangeduide delen door eenvoudigweg isolatie toe te voegen. Voor de voorgevel moest de eerste metalen huid verwijderd worden, waarvan bepaalde delen uit asbesthoudende golfplaten bestonden, vooraleer er een extern isolatiesysteem kon worden geplaatst, dat vervolgens bekleed is met een metalen huid.
“We hebben gekozen voor een bekledingssysteem met speciale profielen, een oplossing die door ArcelorMittal is ontwikkeld en die de indruk geeft van een patroon dat kan worden beschouwd als een streepjescode. Dit doorbreekt de monotonie van een repetitieve bekleding, die over grote lengtes onaantrekkelijk kan ogen”, voegt François Guilmot toe. De onregelmatige bekleding, met een oppervlakte van bijna 1000 m², creëert ook variabele lichteffecten en verandert de aanblik van de gevel naargelang de stand van de zon.
Daarnaast heeft het ontwerpteam de energie- efficiëntie van het gebouw verder verbeterd door kappen, luifels en zonneschermen aan te brengen op de schil, die de koelbehoefte aanzienlijk verminderen.
Weerval staal 'corten' als estetisch hulpmiddel
Door de stalen spanten in de grote zaal zichtbaar te houden, staalkolommen te gebruiken voor de nieuwe volumes en de luifels en kappen te bekleden met cortenstaal, hebben de architecten het gebouw een opmerkelijk esthetisch cachet gegeven.
“Met zijn bijzondere roestkleurige patina wekt cortenstaal het gebouw tot leven. Het staal kwam ongeroest aan, maar het zal na verloop van tijd en onder invloed van het weer van kleur veranderen en pas over een jaar of twee zijn definitieve tint verkrijgen. Dit is vooral van belang voor het volume van de hoofdingang, dat is afgewerkt met een beige cederhoutbekleding die het staal perfect aanvult en het gebouw een sterke identiteit geeft,” legt Francis Guilmot uit. Deze combinatie wordt herhaald bij de andere ingang en fungeert zo als een esthetische rode draad voor het complex. De grote fietsenstalling, die boven de sprinklertank is gebouwd, maakt eveneens gebruik van deze visuele dialoog tussen cortenstaal en hout aan de ene kant en ‘barcodebekleding’ aan de andere kant.
Door performantie en esthetiek te combineren, onderscheidt het Diginnov-complex zich als een nieuw state of the art bedrijvencentrum: een inspirerende, comfortabele en perfect aangepaste plek voor de ontwikkeling van jonge bedrijven, die kunnen profiteren van een optimale werkomgeving in een uniek gebouw.