Hout voert boventoon in nieuwe kinesistenpraktijk (Van de Wiel Architectuur)

De nieuwe kinesistenpraktijk, De Kiné genaamd, werd uit de grond gestampt door kinesist Nick Jacobs. “Nick werkte in een kinesistepraktijk in een andere gemeente en wilde een eigen praktijk bouwen vlak naast zijn eigen woning. Daarvoor kwam hij bij ons aankloppen”, begint Steven Van de Wiel te vertellen. “Hij stelde twee grote voorwaarden: het moest een losstaand volume worden en het gebouw moest op de een of andere manier toch een geheel vormen met zijn woonst, een woning in hoevestijl. Daarom kozen we ervoor de kinesistenpraktijk de look van een houten schuur te geven. We besloten de voorkant open te werken met een grote raampartij. De praktijk zou immers ook beschikken over een fitnessruimte en het is veel aangenamer te kunnen sporten in een zekere openheid.”

De praktijk heeft twee niveaus. Het gelijkvloers biedt plaats aan vier kabinetten, een balie en een gedeelte van de fitness. Op de eerste verdieping, die opengewerkt werd, bevindt zich het andere deel van de fitness. De totale oppervlakte van de praktijk beslaat zo’n 150 m². “Om een benepen gevoel in het fitnessgedeelte op de eerste verdieping te voorkomen, hebben er we niet alleen een soort van mezzanine van gemaakt, maar hebben we de ruimte ook opengewerkt tot in de nok. Omdat hout zo’n licht materiaal is, volstonden enkele minimalistische stalen trekkers om dat mogelijk te maken.”

Bouwfase van slechts enkele maanden

Een derde reden om voor houtbouw te kiezen, was volgens de Steven Van de Wiel de snelheid van bouwen die inherent is aan de bouwmethode. “De voorbereidende werken, bestaande uit het graafwerk, het storten van de betonplaat en de rioleringswerken, namen twee weken in beslag. Daarna heeft CEDAK op zes weken tijd de volledige houtskeletbouw gerealiseerd. Het afwerken van de gevels en het dak, nam ook nog enkele weken in beslag. Een kleine vier maanden nadat de eerste schop in de grond ging, kon de laatste afwerking en de inrichting al gebeuren.”

Gevelsysteem met brandklasse B

De keuze voor Forestlines als buitenschil was weloverwogen. “We wilden een houten systeem dat zowel voor het dak als voor de gevels bruikbaar was, bestond uit verschillende plankbreedtes én dat een goede brandweerstand had”, verduidelijkt Steven Van de Wiel. “Zo kwamen we eigenlijk automatisch uit bij Forestlines van Houthandel Paulussen. Dat systeem heeft brandklasse B en dat zonder dat het hout behandeld werd. Het geheim zit in het feit dat de latten van onbehandeld hout aan een aluminium profiel geschroefd zijn op zo’n manier dat tussen elke lat wat ruimte zit. Door die microcompartimentering kon Houthandel Paulussen de brandoverslag tussen de verschillende latten sterk verminderen. Bovendien gaat het om een circulair systeem: de aluminium profielen worden, net als de latten tegen de profielen dus, geschroefd en dus omkeerbaar verbonden met de gevel.”

Forestlines is beschikbaar in verschillende houtsoorten. Steven Van de Wiel koos voor padoek. “Een tropische hardhoutsoort die van nature een isolerende werking heeft en heel vormvast is – al is de laatste eigenlijk niet eens zo belangrijk aangezien het Forestlines-systeem dus ruimte voorziet – de onbrandbare stroken – tussen de verschillende latten. Voor het stuk gevel waarop in gouden letters de naam van de praktijk kwam kozen we dan weer voor latten in gebrande accoya, om de letters te accentueren. Padoek vergrijst met de tijd en dat is mooi, maar het zou de letters wel minder doen afsteken.”

Een laatste voordeel van de keuze voor Forestlines dat de architect benoemt, is er een dat hem zelf verraste: “Op het dak werken de aluminiumstroken als een soort gootjes waarin al het regenwater verzameld wordt.”

Cédric Vervoort, zaakvoerder van CEDAK legt uit hoe de wand- en dakopbouw van de nieuwe kinesistenpraktijk er in zijn totaliteit uitziet. “Achter de bekleding zitten regellatten bevestigd aan tengellatten. In het dakgedeelte kwam daaronder een damopen onderdak, achter de gevels een dampopen ondergevel. Dan volgt de isolatie en aan de binnenzijde werden dak en gevels afgewerkt met een osb-plaat.”

Financieel interessant

De keuze voor bouwen met hout heeft de kostprijs van het project volgens Steven Van de Wiel danig kunnen drukken. “Mocht hetzelfde gebouw in baksteen of beton gerealiseerd zijn, was het realiseren van de draagstructuur zonder twijfel duurder uitgevallen. En dat terwijl je, doordat de muren dan dikker zouden geweest zijn, met minder vierkante meters bruikbare oppervlakte was geëindigd.”

Slotsom: zowel Cédric Vervoort als Steven Van de Wiel blikt tevreden terug op het project. “Steven liet veel ruimte voor overleg. Dat was aangenaam werken en heeft geleid tot de meest optimale keuze op alle vlakken. Het project, dat ik nog altijd heel knap vind, heeft me ook Forestlines leren kennen. Ik heb de gevelbekleding intussen zelf toegepast bij mij thuis en bied het ook altijd graag aan in projecten. Om esthetische redenen, maar zeker ook omdat het zo duurzaam is ”, aldus die eerste. 

“Vandaag zijn zowat 50% van onze ontwerpen in houtskelet, maar de praktijk in Nijlen was, als ik het me goed herinner, ons allereerste houtskeletgebouw. Dat we dan vandaag nog zo tevreden zijn over het eindresultaat, zegt toch iets”, besluit Steven Van de Wiel trots.