Human Centric Lighting: duidelijke impact, extra onderzoek is nodig

In het panelgesprek over verlichting, georganiseerd door intsite.be en architectura.be, kwamen twee courante begrippen uit de sector regelmatig aan bod: ‘relighting’ en ‘Human Centric Lighting’. We vroegen de specialisten rond de tafel naar de zin en onzin van deze aspecten.

Wanneer het vandaag de dag over verlichting gaat, valt regelmatig de term ‘human centric lighting’ (HCL). Hierbij wordt de verlichting volledig aangepast aan de behoeften van de gebruiker. Het doel: het nabootsen van daglicht met kunstlicht. Is het een hype of een revolutionair concept in de verlichtingswereld? “Ik ben ervan overtuigd dat over tien jaar de luxwaarden in normeringen minder zullen doorwegen dan de HCL-effecten”, zegt Jan Van Riel (Trilux).

Kristof Vlaemynck (Studiebureau Boydens): “De term op zich is een hype en zal niet blijven bestaan. Die term wordt nu nog teveel misbruikt. Maar de principes zijn de jongste jaren steeds meer onderzocht en zijn nu ook wetenschappelijk gegrond.”

Onderzoek

“Er is nood aan extra onderzoek, zeker omdat HCL potentieel een grote maatschappelijke impact heeft”, zegt Catherine Lootens (KULeuven / Groen Licht Vlaanderen). In dat verband haalt ze het TETRA-onderzoeksproject van de KU Leuven in samenwerking met Howest aan: “In drie gebouwen (een woonzorgcentrum, een kelderkantoor zonder daglicht en de productieafdeling van een bedrijf) wordt HCL getest. Men kijkt naar de impact op activiteit, slaap, fouten, welzijn en ziekteverzuim. Er beweegt heel wat op wetenschappelijk vlak. Tien jaar geleden dacht men nog dat de variërende kleurtemperatuur een grote impact had, nu weten we al dat aspecten als de juiste golflengte in het spectrum en voldoende licht op het oog belangrijker zijn.”

“Ook opdrachtgevers staan hier steeds meer voor open”, zegt Hanna Meskens (M-INT). “In kantooromgevingen houdt men steeds meer rekening met welzijn en de impact op productiviteit. Er is een war for talent aan de gang, en HCL speelt een belangrijke rol in het aantrekken en houden van talent. Ook in hospitality begint men het toe te passen om klanten een beter gevoel te geven, als USP, voor een betere beleving, om te gebruiken in hun marketing, storytelling,… Ik verwacht dat HCL ook in retail ingang zal vinden, vanwege dezelfde redenen.”

Filip Staelens (Orbit Lighting): “Men is het eens over de meerwaarde, maar de prijs van HCL-oplossingen ligt momenteel nog erg hoog. Verdere technologische evoluties, onder meer op vlak van connected lighting, zullen een rol spelen in het betaalbaarder maken van HCL.”

Relighting

Relighting is een ander vaak terugkerend begrip, maar er zijn meerdere vormen. Catherine Lootens (KU Leuven en Groen Licht Vlaanderen): “Relighting is het vervangen van een armatuur door een nieuw en beter armatuur. Maar er is ook relamping (waarbij je hetzelfde armatuur behoudt) en retrofit (een bestaande lichtbron die wordt vervangen door een betere: de soms ondoordachte massale shift van TL-verlichting naar ledbuizen is daar een uitstekend voorbeeld van).”

Lootens vervolgt: “Soms blijkt uit een lichtstudie dat men van pakweg tien naar zes armaturen kan gaan. Dat brengt echter kosten aan het plafond met zich mee. De relightingpremie wordt hier dus gebruikt om de werken aan het plafond te bekostigen. Om die reden heeft men het in Engeland eerder over ‘refurbishment’. Relighting is een typisch Belgische term.”

Onderdeel van groter plan

Hoewel er een premiestelsel voor relighting bestaat, vragen opdrachtgevers zelden specifiek om relighting. “Doorgaans maakt dit deel uit van een groter project, zoals het herinrichten van een winkel of kantoor”, zegt Harold Demaeght (Light Consult). “We komen zelden tegen dat men heel doelgericht de verlichting wil aanpakken”, voegt Filip Staelens (Orbit Lighting) toe. “In winkels werkt men vaak met renovatiecycli van vijf à zes jaar. Dan pakt men de volledige zaak aan en werkt men aan een rebranding van de winkel. Op dat moment komt ook een aanpassing van verlichting in aanmerking.”

“Premies zijn een teaser, een wortel die men kan voorhouden. Toch is een premie nooit dé reden om echt iets te gaan doen. Het is bovendien niet eenvoudig om zo’n subsidiëring in een goede regelgeving te schrijven. Behalve dan in de Angelsaksische wereld, waar men tegelijk slaat en zalft: men krijgt een premie, maar wie de nodige maatregelen niet uitvoert moet nog extra betalen”, zegt Jan Van Riel (Trilux).

Bovendien wordt de premie niet zomaar uitgedeeld. Lootens: “Er dient een doordachte lichtstudie uitgevoerd te worden, en er zijn allerhande randvoorwaarden, zoals de noodzaak om sensoren voor afwezigheidsdetectie te plaatsen. Als je geen duidelijke energiebesparing kunt voorleggen, riskeer je de premie mis te lopen. Daarom raden we verlichtingsbedrijven aan om zeker niets te beloven aan hun klanten omtrent zo’n premie.”

Deel dit artikel:
Onze partners