Op het Tour & Taxisterrein in Brussel kunnen architectuurliefhebbers zich voortaan vergapen aan een van de meest spraakmakende projecten van de voorbije jaren. Het betreft het nieuwe hoofdkantoor van Leefmilieu Brussel, een indrukwekkend, centraal gelegen passiefcomplex. Het ontwerp verenigt talloze aandachtspunten en eisen – intelligente klimatisatie, toegankelijkheid, compactheid, iconische waarde, functionaliteit, ... – in een transparant gebouw dat smeekt om verder ontdekt te worden. Architect van dienst was het Nederlandse bureau Cepezed.
Een instantie als Leefmilieu Brussel is het aan zijn stand verplicht om stadsgenoten de weg te wijzen naar een duurzame toekomst. Vanaf heden kan het deze voortrekkersrol eindelijk kracht bijzetten met een gebouw dat de verregaande ambities illustreert en demonstreert. Het voormalige gebouw van Leefmilieu Brussel in Woluwe liet qua locatie en (energie-)efficiëntie te wensen over, en dus besloot de organisatie tabula rasa te maken en een nieuw hoofdkantoor te laten bouwen op de Tour & Taxissite, een centrale, makkelijk bereikbare locatie die de komende jaren zal fungeren als spil van het nieuwe Brussel.
Ecologisch visitekaartje
Architect van dienst was het Nederlandse bureau Cepezed, dat in de eerste plaats de opdracht kreeg om een hoogwaardig ecologisch concept uit te denken. Het nieuwe gebouw moet immers gaan fungeren als een bolwerk van energie-efficiëntie en duurzaam bouwen. Dat dit aardig zal lukken, blijkt uit het feit dat het ontwerp al een BREEAM Excellentcertificaat toebedeeld kreeg. “Aangezien passiefbouw in Brussel vanaf 2015 de norm wordt, spreekt het voor zich dat Leefmilieu Brussel niets minder dan een uiterst performant passiefkantoor wil,” vertelt architect Jan Houtekamer (cepezed). “We hebben het gebouw dan ook zo compact mogelijk ontworpen. De grootte van het geveloppervlak is beperkt, zodat er minder transmissieverliezen zijn. Het gebolde dak loopt naadloos over in de sterk beglaasde gevel, die is opgebouwd uit hoogisolerende zwarte sandwichpanelen. Ook de driedubbele beglazing en de thermische onderbreking van de geveldelen dragen bij aan de hoge isolatie- en luchtdichtheidsgraad.”
Uiteraard is het gebouw eveneens uitgerust met een resem innovatieve technieken. Een mechanisch ventilatiesysteem dat warmte recupereert uit de afgevoerde lucht van het atrium zorgt voor een aangenaam binnenklimaat, al zal er gedurende zomer grotendeels op natuurlijke wijze geventileerd worden en is het mogelijk om de ruimtes individueel bij te verwarmen en te koelen. Voorts gebeurt de verwarming en koeling van het complex overwegend aan de hand het massaprincipe, meer bepaald via betonkernactivering en koude-warmteopslag in de bodem. Anderzijds maakt het gebouw dankzij zijn zuidelijke oriëntatie optimaal gebruik van de zonnewarmte. Zonwerend glas, buitenzonwering aan de kantoren en binnenzonwering in het atrium (inclusief ventilatie van de spouw tussen het glasdak en de neergelaten zonwering) vermijden oververhitting. In de 'dakgevel' zijn ook PV-cellen verwerkt.
Iconisch én toegankelijk
Omdat het nieuwe gebouw van Leefmilieu Brussel moet gaan fungeren als een visitekaartje voor ecologische innovatie, was het eveneens belangrijk dat het een aantrekkelijk complex met een herkenbare, krachtige en iconische uitstraling zou worden. De compactheid van het gebouw levert in dit opzicht ook een architecturale meerwaarde. Het volume ‘staat’ er echt, maar lijkt je anderzijds ook als vanzelf in de armen te sluiten. “Het is tegelijk dus ook een 'vriendelijk' en toegankelijk gebouw,” aldus Jan Houtekamer. “Leefmilieu Brussel draagt transparantie en openheid hoog in het vaandel. Het wil de Brusselaars maximaal betrekken bij zijn organisatie en activiteiten. Het wordt een uitnodigend gebouw waarin bezoekers zich welkom voelen, maar waarvan ze anderzijds toch ook wat onder de indruk zullen zijn.”
Ook in het gebouw zelf zet deze visie zich door. Bij het betreden ervan kom je terecht in een groot, met glas omgeven atrium. Op de eerste twee niveaus bevinden zich aan weerszijden van deze imposante inkomhal beuken die onder meer plaats bieden aan een auditorium, een bezoekerscentrum, een mediatheek, vergaderruimtes, een restaurant en een laboratorium met grote, transparante wanden. Daarboven komen er kantoorbeuken die verbonden zijn met de achterzijde van het gebouw, zodat er rondom het atrium een U-vorm ontstaat. De vloeren van de beuken aan de rechterzijde lopen trapsgewijs terug, zodat er op de koppen terrassen ontstaan die kunnen worden ingevuld met groen en publieke verpozingsruimtes. Een cascadetrap die doorloopt tot op het bovenste niveau zorgt voor de nodige samenhang.
De laatste loodjes
Intussen is het nieuwe complex klaar. “Het is niet eenvoudig geweest – denk maar even terug aan het strenge winterweer vorig jaar – maar uiteindelijk zijn de werken behoorlijk goed verlopen,” vertelt projectdirecteur Geert Kinget van aannemer Van Laere. “Daar zijn we fier op, want het project bracht toch wel een aantal belangrijke uitdagingen met zich mee. Zo maakte de strakke planning – oorspronkelijk zeventien kalendermaanden, toch wel vrij kort voor een gebouw van een dergelijke omvang – dat er weinig ruimte was voor foutjes. Ten tweede was er het passiefgegeven. Het nieuwe kantoor van Leefmilieu Brussel zal het grootste passiefkantoor in België zijn. Het was dan ook geen sinecure om het plaatje bouwkundig te laten kloppen. Ten derde vereiste het gebouw een piekfijne afwerking (veel zichtbeton, veel glas, …). Kortom: een bijzonder project dat we met veel plezier hebben uitgevoerd!”
Noot: Dit artikel verscheen eerder al in Bouwen aan Vlaanderen.