Wie Kasterlee binnenrijdt, zal zich over enkele jaren kunnen vergapen aan een prominent nieuw gebouw in een eigenzinnige vorm. Architects in Motion ontwierp Il Cielo op een driehoekig perceel langs de belangrijkste invalsweg naar de Kempische gemeente, de N19. Het werd een tot de verbeelding sprekende afgeschuinde ellips die de overgang tussen natuur en cultuur materialiseert.
Eiland
Bart Janssens van Architects in Motion (AIM) kreeg de opdracht om op het hoekperceel op de N19 bij het binnenrijden van Kasterlee een qua functie nog niet honderd procent gedefinieerd gebouw te ontwerpen.
Het driehoekvormige terrein ligt op de belangrijkste invalsweg naar Kasterlee op de splitsing van de Noord-Zuidlaan (N19) en de Turnhoutsebaan, de weg die rechtstreeks naar het centrum van de gemeente leidt. Het specifieke ‘eilandkarakter’ van het perceel en de toekomstige zichtbaarheid als accent in de omgeving van het te ontwerpen gebouw vraagt om een weloverwogen aanpak. Een extra aandachtspunt is de schaal van die omgeving. Het terrein ligt dicht bij de Hoge Rielen en het Provinciaal Groengebied Hoge Mouw, twee natuurgebieden met een typisch Kempisch landschap. De N19 vormt letterlijk de scheiding tussen de bebouwde kom van de groene provinciestad Kasterlee en de uitgestrekte natuur. Bart Janssens wou met zijn ontwerp inspelen op de maat van de provinciestad maar ook de overgang tussen natuur en cultuur materialiseren.
Zoektocht naar evenwicht
Op het terrein rustte nog een typische verkaveling voor een appartementsgebouw. Omdat de traditionele voorschriften de unieke identiteit van de plek niet dienden en er diverse opportuniteiten verloren zouden gaan, ging Bart Janssens samen met de opdrachtgever gesprekken aan met de stedenbouwkundige diensten, het was immers duidelijk dat een standaardoplossing niet de beste oplossing zou zijn.
Bart Janssens: ‘De zoektocht naar een evenwicht tussen de ziel en de historiek van de plek, het draagvlak van de buurt, de visie van het bestuur en de functie moet een drijfveer zijn voor de architect om zijn architecturale ambities te versterken in plaats van te zoeken naar een compromis. De locatie van Il Cielo is een plek die vraagt om een focus. Deze focus zou zich kunnen vertalen in een landmark maar krijgt hierdoor vaak een negatieve connotatie.’
Dat evenwicht waarvoor de ontwerper pleit is echter fragiel en vereist een goed inlevingsvermogen in de eigenheid van de locatie. Enerzijds moet hij zich bescheiden opstellen en de schaal van de omgeving respecteren, anderzijds mag het ontwerp geen architectuur representeren die wil opvallen door zich te baseren op een voor zo’n plek al te evident en traditioneel esthetisch vocabularium.
Trompe l’oeil
De vorm van het perceel, de stedenbouwkundige- en brandvoorschriften en de stallingsnormen in de bouwcode lieten de architect afzien van een met de naburige gebouwen gelinieerde architectuur met ondergrondse parking. Bart Janssens koos ervoor om in het centrum van het perceel een prominent uniek icoon in een eigenzinnige vorm te ontwerpen. Het resultaat is een tot de verbeelding sprekende afgeschuinde ellips waarvan de hoogte afgestemd werd op de kruinen van de hoogstammige eiken en beuken in de naastgelegen tuinen. De hoogste verdiepingen van het gebouw bevinden zich tussen de kruinen, een ingenieuze vondst om de groene omgeving visueel en gevoelsmatig met de dorpskern te verbinden. Op het schuin aflopende dak van de ellips wordt een intensief groendak ontworpen alsof de architect met de bekende spreuk primus inter pares in het achterhoofd een inspirerende knipoog wil geven naar de omgeving en eventuele volgende initiatieven. Duidelijk is dat, zelfs op een op vele vlakken uitdagende locatie, met een uitgekiend ontwerp veel mogelijk is.
Door de snijlijn en de vorm van het gebouw goed te bestuderen, werpt het geheel geen hinderlijke schaduw af en is ook hier de impact van het gebouw op de omgeving, zonder zelf in de anonimiteit te vervallen, tot een minimum herleid. En daar blijft het niet bij. Een ellips stelt een ontwerper ook voor geometrische en functioneel organisatorische uitdagingen. Enkel al om deze vorm bouwkundig optimaal uit te zetten en de binnenruimtes een goede vormelijke beleving te geven vraagt bijzondere aandacht. Bart Janssens koos er met zijn team voor om de verhoudingen en de vorm grafisch te optimaliseren met behulp van de four centre ellipse method waarin hij een goede gids vond om de verhouding tussen de betonnen kern, de ellipsvorm, de inplanting van de ramen – zowel horizontaal als verticaal –, de terreinbezetting, … te bepalen. Alle ramen zijn opendraaiend en anderhalve op anderhalve meter groot, en met de inplanting werd aan de hand van een bepaalde hoekverdraaiing maximaal rekening gehouden met de gevelverhoudingen, zichtlijnen en zonlichttoetreding. De ramen in de zijgevels staan bij wijze van trompe l’oeil dichter bij elkaar dan op de kopgevels van de ellips.
Boom tussen de bomen
Het gebouw bestaat uit vijf bouwlagen waarvan de eerste twee qua vorm afwijken van de andere drie. Om het gebouw te ‘aarden’ en met het achterliggende motel te laten aansluiten werd de ellipsvorm van de twee onderste bouwlagen deels ‘ingeschreven’ in een rechthoek. De zichtbare halve ellips richt zich als ‘wig’ naar waar de N19 en de Turnhoutsebaan splitsen. Aan twee van de drie perceelgrenzen worden in totaal 35 parkeerplaatsen voorzien. De toegang van het terrein ligt aan de Turnhoutsebaan. Wat in het gevelontwerp ook meteen opvalt is het zeer eigenzinnige materiaalgebruik.
De vierkante ramen worden in geaccentueerde bronskleurige aluminium gevelcassettes geplaatst. Het materiaal aluminium contrasteert qua textuur met de houten gevelbekleding. Planken met verschillende breedtes en lengtes in padouk worden verticaal onzichtbaar gemonteerd. Padouk behoort tot de duurzaamste en meest stabiele houtsoorten. Omwille van de specifieke celstructuur vervormt of krimpt het hout niet en verkleurt het zeer uniform. Net als het intensieve groendak is deze gevelbekleding een meer dan overduidelijke verwijzing naar het idee dat het gebouw een ‘boom onder de bomen’ is en zich wars van welke typologie ook wil manifesteren.
Durf en visie
Bart Janssens van AIM tekent met Il Cielo in Kasterlee een constructie, een bouwwerk dat het epitheton ‘gebouw’ gedurfd in vraag stelt. Op het moment dat het project nog geen specifieke invulling heeft, baseert hij het ontwerp op andere dan puur praktische aspecten om toekomstige diverse functies optimaal te kunnen faciliteren. Op die manier ontstaat er een boeiende tweerichtingscommunicatie met de omgeving. Het ontwerp eist esthetisch z’n plek op, bundelt de plaatsgebonden eigenheden in één uniek vormelijk icoon dat enerzijds prominent aanwezig is en zich anderzijds toch bescheiden opstelt tussen de inspirerende natuurlijke elementen. Kasterlee, de parel der Kempen, heeft er een architecturale parel bij die een provinciestad op verschillende vlakken overstijgt.
Dit gebouw is allesbehalve een compromis. Het getuigt van durf maar ook en vooral van visie.