‘In nog te veel gebouwen wordt de stap richting led niet gezet’

Anders dan in andere sectoren, lijkt het in de wereld van verlichting een uitgemaakte zaak: led is de beste en enige optie voor duurzame en energiebesparende verlichting. Maar op het panelgesprek dat intsite.be en architectura.be organiseerden rond verlichting, bleek dat er toch nog een kloof gaapt tussen theorie en praktijk. In sommige sectoren wordt de stap naar led nog te weinig gezet.

Dat verlichting een belangrijk onderdeel kan zijn van een pakket energiebesparende maatregelen is algemeen geweten. Er zijn al heel wat stappen gezet, stelt Catherine Lootens (KULeuven en Groen Licht Vlaanderen): “Sinds de komst van ledverlichting is het aandeel van verlichting in het energieverbruik sterk gedaald. Tertiaire en schoolgebouwen waren traditioneel echte probleemgevallen, maar het voorbije decennium zien we duidelijk verbetering. Toch zijn er nog heel wat gebouweigenaren die blind blijven voor heel dit verhaal. We zien nog te veel gebouwen waar de stap richting led nog niet gezet wordt, ook al gaat het om eenvoudige en besparende maatregelen.”

Dat de opkomst van led een ware revolutie ontketend heeft, ontkent niemand: “De laatste jaren wordt led niet meer in vraag gesteld. Het is uitgegroeid tot de enige aanvaardbare optie. Alle andere verlichtingsbronnen zijn gedoemd om te verdwijnen”, zegt Yves Marginet (XAL/Wever & Ducré).

Te lange terugverdientijd

Toch lijken de specialisten die we rond de tafel brachten van mening dat nog niet al het potentieel benut wordt. Harold Demaeght (Light Consult): “Zeker bij relighting is er een probleem. Die investering kan op enkele jaren tijd terugverdiend worden, maar toch worden we regelmatig geconfronteerd met opdrachtgevers die de terugverdientijd te lang vinden. Daarom gaan ze de investering niet aan. In nieuwbouw speelt dat probleem niet zozeer, want dan gaat men automatisch op zoek naar de meest efficiënte producten.”

Dat vindt ook Hanna Meskens (M-INT): “Als men een gebouw stript en volledig heropbouwt zal men sowieso kiezen voor ledverlichting. Als relighting enkel slaat op het vervangen van de armaturen, zonder de rest van het gebouw aan te pakken, ziet men het soms als een kortetermijnmaatregel. Dan is energiezuinige verlichting niet de grootste prioriteit.”

Veel hangt af van hoeveel er nu precies bespaard kan worden: “De vuistregel is: ledverlichting zorgt voor een besparing van 50 procent. Maar hoeveel dat precies wordt op de factuur, hangt af van de gebruiksduur”, aldus Jan Van Riel (Trilux). “In gangen in ziekenhuizen brandt het licht altijd, en dus zal men snel een verschil zien. In scholen, waar je kan uitgaan van om en bij de 200 lesdagen en het licht alleen maar gedeeltelijk overdag brandt, ligt dat al helemaal anders.”

Controle

Is er dan misschien strengere regelgeving nodig?  “De huidige wetgeving is niet slecht,” zegt Filip Staelens (Orbit Lighting). “Alleen zou de overheid iets meer aandacht moeten besteden aan controle en handhaving van de bestaande normen. Er zijn in België amper ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Economie die bevoegd zijn voor de controle op conformiteit. Gezien de recente wildgroei van trading vennootschappen die rechtstreeks verlichtingstoestellen importeren uit Shenzhen laat men de-facto de controle over aan het kwaliteitsdepartement van de Chinese leverancier.“

Catherine Lootens (KULeuven en Groen Licht Vlaanderen) pleit ervoor om bepaalde sectoren een duwtje in de rug te geven: “Zo blijven kleine handelaars nog vaak vasthouden aan halogeenverlichting, die dan nog eens de hele dag blijft branden. Gelukkig werd vanuit Europa recent een nieuwe ecodesign verordening gepubliceerd die de verkoop van niet-efficiënte verlichtingsbronnen verder aan banden zal leggen. Bovendien komt er voor kleine, niet-residentiële panden in 2020 wel een nieuwe EPC-wetgeving, maar er zal ook daar meer controle nodig zijn.”

Niet alleen maar energiezuinigheid

Energie is niet het enige dat telt. Kristof Vlaemynck (Studiebureau Boydens): “Verlichting kent echter heel wat aspecten die van belang zijn. Ook de esthetische kant en de invloed op het welzijn van de mens spelen een rol bij het maken van een keuze.”

Daar sluit Jan Van Riel (Trilux) zich bij aan: “Als we alleen maar aandacht hebben voor energiebesparing, dan doen we best al het licht uit. Zeker de laatste jaren zien we steeds meer aandacht voor de mens en zijn omgeving, zodat die in alle comfort en welzijn kan leven en werken. We evolueren van BREEAM (‘het groene denken’) in de richting van de WELL Standard (‘het blauwe denken’), de norm voor gezonde gebouwen. Ook de verlichtingsniveaus worden in de normen verhoogd. Dat komt onder meer omdat we steeds langer werken. Iemand die 65 jaar oud is heeft veel meer licht nodig dan een 25-jarige.”

Circulaire verlichting

Circulariteit is in de hele bouwsector een actueel begrip. Zal ‘light as a service’ ingang kunnen vinden? De meningen zijn verdeeld. Jan Van Riel (Trilux): “Een circulair project kost drie à vier keer meer dan gewoon armaturen kopen en plaatsen, maar dit is dan wel inclusief alle services en onderhoud, en ook met terugname van de oude armaturen aan het einde van de cyclus.”

“De eindklant zal altijd meer betalen voor die service”, zegt ook Harold Demaeght (Light Consult). “Voor grote projecten en voor overheidsprojecten is het een interessant gegeven, bij kleinere projecten heb ik mijn twijfels.” Hanna Meskens (M-INT): “Ik heb me als interieurarchitect al verdiept in de mogelijkheden, maar op dit moment staat het principe nog in de kinderschoenen en komt er heel wat administratie bij kijken. Voor kleinere projecten is dit momenteel niet haalbaar.”

Filip Staelens (Orbit Lighting): “Light as a service is te snel gelanceerd. Men had beter gewacht op nieuwe technologie, zoals de move naar DALI-2, die het mogelijk maakt om gegevens uit armaturen op gestandaardiseerde wijze tot bij de fabrikant te krijgen. Bovendien is light as a service nog iets anders dan circulariteit. Er zijn meer inspanningen nodig dan alleen maar light as a service om tot een circulair lichtontwerp te komen.”

Deel dit artikel:
Onze partners