In Ledeberg, deelgemeente van Gent, werd vorig jaar voor het eerst in ons land een in hout voorgemaakt huis met een kraan tussen twee bestaande rijwoningen geschoven. Het huis is gebouwd met twee zogenaamde Mobbles of geprefabriceerde houten modules om woningen mee te maken. Het bestaat uit ecologische en recuperatiematerialen, en is volledig demonteerbaar en aanpasbaar. “Daarnaast biedt het ‘inschuifhuis’ meer oppervlakte dan zijn voorganger en zorgt de creatie van een tuin ervoor dat het bouwperceel een hoger ruimtelijk rendement heeft”, vertelt architect Nikolaj De Meulder.
Het verhaal van het eerste inschuifhuis van ons land begint enkele jaren geleden met een oproep van LabLand, een vzw die samen met experts én bewoners vernieuwende en betaalbare renovatiemodellen ontwikkelt door onbenutte ruimte circulair te verbouwen. “Wij ontwikkelen verschillende concepten en projecten, één daarvan is het inschuifhuis in Ledeberg”, vertelt Jan Van Loo, coördinator bij LabLand. “Onderzoeken tonen aan dat 80% van de mensen terugdeinst voor renoveren, ook al hebben ze er de middelen voor. Ze zien op tegen het werk en kunnen tijdens de werken vaak niet in hun woning blijven. Daarom lanceerden we in 2018 een oproep om mensen te vinden voor wie houtskeletprefabbouw een oplossing zou zijn bij de vervangbouw van hun rijwoning. Uiteindelijk hebben we een vijftigtal mensen gesproken. Die gesprekken resulteerden in de uitwerking van tien voorstudies. Het project in Ledeberg, met Klara Malschaert als opdrachtgever, is daar als eerste uitgekomen.”
“Toen we hoorden over de Mobble, een geprefabriceerde module in houtskelet om huizen mee te bouwen, hebben we geen moment getwijfeld om gesprekken aan te gaan over een samenwerking. Deze module ontstond als wedstrijdontwerp aan de UGent en werd gecommercialiseerd door inhout. Het prototype en de eerste woningen die ermee gebouwd werden waren vrijstaand, maar wij zagen ook mogelijkheden om niet-renoveerbare woningen op een efficiënte én ecologische manier te vervangen. En sneller dan het geval is bij een traditionele verbouwing: in slechts enkele weken tijd.”
“Daarin verschilt bouwen met de Mobble van traditionele houtskeletbouw, waarbij nog veel handelingen op de werf gebeuren. Die zijn dus onderhevig aan de weersomstandigheden”, vult Kristof de Jaegher van inhout aan. “Een woning gebouwd met deze module is bovendien demonteerbaar of makkelijk uitbreidbaar met andere modules. Ze is ook in haar geheel verplaatsbaar, zodat je ze kan gebruiken in een ander project. Zo onderscheidt ze zich van andere modulaire prefabhoutskeletbouwoplossingen.”
Het vergunningstraject voor bouwen met de module verschilt volgens de Jaegher overigens niet van dat van een traditioneel bouwproject. “Tenzij je de module gebruikt om een zorgwoning te bouwen die slechts drie jaar zal blijven staan, dan heb je enkel meldingsplicht. Die termijn kan je op dezelfde manier nog eens met drie jaar verlengen.”
DE VRAAG: MEER RUIMTE EN EEN TUIN
De vraag van Klara: het kleine rijhuisje met slechts een gelijkvloerse verdieping en een beklemmende ruimte onder een zadeldak omtoveren tot een woning met meer leefruimte – van één naar twee bouwlagen – én een tuin. “Klara kon uit het perceeltje waar haar woning stond inderdaad meer ruimtelijk rendement halen”, vertelt architect Nikolaj De Meulder. “Maar haar project werd door LabLand in de eerste plaats geschikt bevonden, omdat uit de voorstudie bleek dat de woning heel wat vochtproblemen kende en structureel niet meer te redden viel. Want vergis je niet: LabLand wil vanuit duurzaamheidsstandpunt enkel zulke projecten realiseren als een gewone renovatie waarbij de structuur behouden kan blijven, niet mogelijk is.”
DE OPLOSSING: MOBBLEWONING MÉT ECOLOGISCHE EN RECUPERATIEMATERIALEN
De nieuwe rijwoning van Klara, twee opeengestapelde Mobbles, werd gemaakt in de fabriek van inhout in Eeklo en was na vier maanden klaar. “Het grote voordeel van het feit dat 99% van de woning geprefabriceerd wordt in het atelier, is dat je kan doorwerken ongeacht de weersomstandigheden, waardoor je sneller kunt bouwen”, legt de Jaegher uit. “Een ander voordeel is dat de klant in zijn huidige woning kan blijven tot de uitvoering van de werken ter plaatse. En nog een pluspunt is dat ze betaalbaar is. De bouwsector is een erg traditionele sector waarin de laatste jaren weinig vooruitgang geboekt is op het vlak van efficiëntie. Door in een atelier te werken hebben we geen last van regen en wind, en kunnen we het bouwproces optimaliseren door gebruik te maken van standaardprocessen en -werkmethodes door automatisatie. Dat leidt in combinatie met het schaalvoordeel, doordat we meerdere projecten tegelijkertijd kunnen bouwen, tot lagere kosten.”
Dit inschuifhuis verschilt niet alleen van eerdere Mobbleprojecten omdat het om een rijhuis gaat. Er werd voor de woning ook doorgedreven gebruik gemaakt van ecologische en recuperatiematerialen. Van Loo: “Met LabLand zetten wij sterk in op die materialen. Aan de hand van een hergebruikinventaris proberen we zo veel mogelijk materialen te recupereren, zowel in de bestaande woning als elders. Zo is de tafel van Klara gemaakt uit hout afkomstig van de spanten van de oude woning. Daarnaast recupereerden we ook de voordeurdorpels en een oud raam. Met het uitgespaarde geld door het hergebruik van het raam kon driedubbelglas worden gefinancierd voor alle andere ramen in het inschuifhuis.”
“Waar hergebruik niet kon, hebben we ingezet op gerecycleerde materialen. Alle nieuwe ramen van de woning hebben bijvoorbeeld een kern uit 100% gerecycleerd pvc. Het substraat van het groendak dat de woning heeft, is voor een derde gemaakt van steenpuin. Nieuwe materialen die we in onze projecten toevoegen, zijn bij voorkeur nagroeibaar. Voorbeelden bij deze woning zijn hout voor de structuur, cellulose als isolatie en een kurken vloer.”
“Zo is de woning dus een knap staaltje circulair bouwen. Maar een Mobblewoning is eigenlijk sowieso al heel circulair”, vult de Jaeger aan. “Ze is eenvoudig aanpasbaar, wat haar levensduur zou moeten verlengen, en makkelijk demonteerbaar, wat hergebruik van de woning of minstens van delen ervan faciliteert. De hele woning steekt geschroefd in elkaar. Alle binnenwanden zijn eenvoudig te verplaatsen. En je kan de achterwand van het inschuifhuis makkelijk weghalen om de woning aan die kant nog uit te breiden. Ook de vezelcementplaten die gebruikt zijn om de gevel af te werken, zitten vast met schroeven.”
DE UITVOERING: ADEM INHOUDEN BIJ INSCHUIVEN
Het slopen van de bestaande woning en het gieten van een noodzakelijke nieuwe fundering namen een vijftal weken in beslag. Het inschuiven van de woning met een kraan gebeurde vervolgens in enkele uren tijd. De afwerking, met onder meer het maken van een mooie aansluiting op de aangrenzende woningen, duurde daarna nog enkele dagen. Hoewel het inschuiven van de woning vlot verliep, was het toch even nagelbijten bij dat proces. De Jaeger: “Het inschuiven was dé uitdaging in dit project. Doordat de bestaande woning er nog stond, moest de aangestelde landmeter in 3D opmeten hoe breed die precies was. Zo konden we weten hoe breed de twee modules voor het inschuifhuis precies moesten zijn. Want je kunt wel een beetje speling nemen, maar de rijwoning is al beperkt in breedte dus we konden daar zeker niet in overdrijven. Aan één kant was het uiteindelijk kantje boordje, doordat de muren van de bestaande woning aan die kant niet helemaal recht waren. Maar het is gelukt.”
WAT BETER KON: VERTRAGING
“Een huis ontwerpen met de Mobble heeft enkele voordelen. Zo ben je er als architect zeker van dat het budget niet zal worden overschreden, omdat er van onvoorziene kosten zo goed als geen sprake is. Een ander groot voordeel is dat je een bijzonder strak bouwtraject kan uittekenen. Maar dat is ook een nadeel, omdat je slachtoffer kan worden van je eigen efficiëntie”, aldus De Meulder. “Zo zijn veel bouwactoren het niet gewoon om met zo’n strakke timing te werken. Dat leverde soms vertraging op. Zo duurde het bouwen van de woning in het atelier vier maanden, maar dat had eigenlijk sneller gekund. Want we hebben drie maanden moeten wachten op de levering van het schrijnwerk.”
“Nog een voorbeeld: toen we nieuwe fundamenten wilden gieten voor het inschuifhuis, stelden we vast dat er een kelder onder de bestaande woning zat. Die was van de buren en was in de plaatsbeschrijving niet afleesbaar, waardoor we die niet mee hadden opgemeten. De plannen voor de fundering moesten dus worden aangepast. Uiteindelijk leverde die onaangename verrassing ons nog eens een week vertraging op. Een week is niet veel in een traditioneel bouwtraject, maar wel in dit project met zo’n korte doorlooptijd. Ook de afkoppeling van het gasnetwerk duurde langer dan we eigenlijk hadden gewild.”
DE TROEVEN
“Een van de grootste troeven van de nieuwe woning van Klara is dat ze meer ruimte biedt dan de woning die ze kocht”, gaat De Meulder voort. “We hebben een woning met een gelijkvloers niveau en een onhandige ruimte onder het zadeldak vervangen door een woning met twee bruikbare bouwlagen. We kozen er daarbij bewust voor om de slaapkamer beneden te installeren en de leefruimte en keuken boven.”
“Maar we creëerden nog meer ruimtelijk rendement. De vorige woning had een koertje van 10,6 vierkante meter. Door de woning minder diep te maken heeft Klara nu een tuintje van meer dan 21 vierkante meter, te bereiken langs een trap vanuit de keuken. Dankzij het bel-etageconcept heeft Klara vanuit haar keuken een mooi uitzicht op de Franse Vaart, die achter de tuinmuur ligt. Dit project toont dat je niet naar het platteland moet vluchten om kwalitatief te wonen, maar dat het ook gewoon in de stad kan.”
“Dankzij de verplaatsbare binnenwanden is het bovendien geen enkel probleem om de indeling te veranderen. De woning is daar ook op het vlak van technieken op voorzien. Dankzij het modulaire karakter van de woning is een uitbreiding of inbreiding ooit mogelijk: je haalt dan een module weg of zet er eentje op. Zo kan de woning meegroeien met de noden van de bewoners.”
De Meulder geeft wel nog een waarschuwing mee. “We kunnen de vraag naar kennismakingsgesprekken maar moeilijk bijhouden. Maar daar zitten ook vragen tussen van mensen wiens huis eigenlijk nog perfect te renoveren valt. En soms is dat duurzamer dan alles platgooien en een Mobblewoning zetten. Wij zullen in dat geval altijd pleiten voor de meest duurzame optie, al hebben wij daarin natuurlijk niet altijd het laatste woord.”
DUURZAAM, CIRCULAIR EN … KLIMAATBESTENDIG
Ons klimaat zal in de toekomst warmer zijn en we kunnen ons hier het best tegen wapenen. Architecten worden daarom opgeroepen om klimaatbestendig te bouwen. Het project in Ledeberg geeft gehoor aan die oproep. Maar wat is dat juist, klimaatbestendig bouwen? En waarom is het inschuifhuis daar een voorbeeld van?
“Klimaatbestendig bouwen betekent dat je zo bouwt dat je een woning ondanks de klimaatverandering toch relatief makkelijk koel kan houden in de zomer”, legt De Meulder uit. “Een houtskeletwoning heeft veel minder massa binnenin dan een bakstenen woning. Ze warmt daardoor sneller op en koelt sneller af. Door het creëren van een tuin en een groendak dringt de hitte minder binnen en zal de woning van Klara toch relatief koel blijven in de zomer. En dat op natuurlijke wijze. Binnenkort wordt er nog een pergola geplaatst die zal dienen als zonnewering.”
“Het idee dat massieve woningen makkelijker koel te houden zijn, is trouwens stilaan voorbijgestreefd. Dat is maar zo voor een paar dagen. En omdat hittegolven vandaag steeds langer duren, moet een massief gebouw uiteindelijk toch afgekoeld worden. Dat duurt langer dan bij een houtskeletbouw het geval is. We zijn voorbij het punt dat massiefbouw een werkelijk voordeel heeft op het vlak van hittebestrijding.”
“Klimaatbestendig bouwen betekent daarnaast dat je er alles aan doet om de milieubelasting van de woning tot een minimum te beperken en de opwarming van de aarde, waar je je met je woning dus moet tegen wapenen, ook probeert af te remmen. Het inschuifhuis doet dat op verschillende manieren. De tuin en het groendak zorgen ervoor dat er waterinfiltratie kan plaatsvinden op een plek waar dat eerder niet kon. Daarnaast capteert hout CO2 in plaats van het te veroorzaken. En de duurzaamheid van een houtskelet zit ook in de aanpasbaarheid en demonteerbaarheid ervan. Door voor de afwerking gebruik te maken van ecologische materialen én door het gebruik van een warmtepomp en zonnepanelen is de woning eveneens heel energiezuinig en daardoor een BEN-woning.”
Dit artikel kadert in een reeks met inspiratieprojecten rond ruimtelijk rendement in samenwerking met Departement Omgeving. In deze reeks tonen we hoe de 10 kernkwaliteiten uit de strategische visie Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (2018) in de praktijk worden gebracht.