Met een 150-koppig publiek in de zaal en 700 mensen die het event via livestream volgden, kan Design Express, distributeur van van CAD/BIM software Vectorworks, tevreden terugblikken op Inspirium. Dat event, op 13 september in het Elisabeth Center in Antwerpen, gaf zes architecten die Vectorworks gebruiken een podium om te komen spreken over wat hen raakt en drijft.
Deze zes architecten gaven een lezing op Inspirium: Els Kuypers van OSAR architects, Daan Bruggink van ORGA Architect, Bart Hollanders van Eagles of Architecture, Benjamin Denef van DMOA, Jeroen Dirckx van KCAP en Johannes Robbrecht van Robbrecht en Daem architecten.
Na een heerlijke lunch met uitzicht op de Antwerpse Zoo en een welkomstwoord door Design Express beet Els Kuypers van OSAR architects de spits af. Zij benadrukte tijdens haar lezing vooral hoe belangrijk ze het vindt om de stem van de eindgebruiker mee te nemen bij het ontwerpen van een gebouw. “Wij tekenen heel vaak voor mensen met een bepaalde kwetsbaarheid: ouderen, zorgbehoevenden, jongeren in de jeugdzorg, … In veel ontwerpen voor die doelgroepen die wij vandaag zien, houdt het programma van eisen te weinig rekening met de stem van die mensen. Wij vinden dat dat anders moet en daarom bezoeken wij gerealiseerde gebouwen voor die doelgroepen, maar bekijken wij ook relevante documentaires en televisieprogramma’s, om ook daar inspiratie uit te putten. Het contrast tussen de mooie woningen van de topdokters in het gelijknamige tv-programma en hun werkplek waar amper daglicht aanwezig is, vinden wij bijvoorbeeld frappant”, klonk het onder meer.
Vervolgens was het aan Daan Bruggink van ORGA Architect. Hij lichtte aan de hand van enkele projecten toe hoe zijn bureau steevast focust op biofilie en biomimetica. Bijzondere aandacht ging naar basisschool De Verwondering die ORGA ontwierp in Almere, een gebouw waar hout de boventoon voert. “Ik heb als kind veel in bomen gespeeld en ontwikkelde zo een voorliefde voor dat materiaal. Ik wilde dan ook bioloog worden, maar ik was helaas niet zo goed in natuurkunde. En dus werd ik architect, daar kon ik mijn voorliefde voor de natuur ook in kwijt”, vertelde Bruggink. “Onderzoek wijst uit dat hoe meer we de natuur in bouwprojecten ervaren, hoe gelukkiger we ons voelen. Er gaan zelfs stemmen op over het verantwoordelijk stellen van gebouweigenaren voor gebouwgerelateerde ziekten, al valt zoiets natuurlijk moeilijk te bewijzen.”
Net voor de koffiepauze mocht ook nog Bart Hollanders van Eagles of Architecture het podium bestijgen. Hij vertelde dat vernieuwende architectuur volgens zijn bureau niet bestaat en lichtte die visie toe aan de hand van enkele eigen projecten. “Enerzijds halen wij onze inspiratie uit vakliteratuur en kunst, anderzijds uit de gebouwde werkelijkheid. Want wij zijn ervan overtuigd dat hoe origineel een idee ook is, het altijd voortbouwt op de geschiedenis van de dingen. Het komt nooit uit het niets. Brand new bestaat niet in de architectuur”, vertelde hij. “Onder de naam ’Friday I’m in love’ organiseren wij daarom in ons bureau elke vrijdag sessies waarin we niet werken aan opdrachten, maar bestaande architectuur hertekenen om eruit te leren. Ik geef ook les en probeer met de studenten veel te reizen, zodat ze architectuur kunnen beleven in het echt, in plaats van van achter een scherm.”
Na de koffie mocht eerst Benjamin Denef van DMOA vertellen over enkele referentieprojecten van zijn bureau. Onder meer de verschillende Maggie-projecten en het eigen kantoor, KRUUL, gerealiseerd op een minuscuul perceel in Leuven, passeerden de revue. Die twee projecten zijn immers exemplarisch voor de realisaties van DMOA, dat architectuur probeert te verzoenen met ambachten en de toepassing van natuurlijke materialen. “De Maggie-tenten die worden ingezet in humanitaire projecten zoals vluchtelingenkampen worden steevast geïsoleerd met lokale en natuurlijke materialen, denk aan zand, stenen, gras. We proberen daar ook altijd de plaatselijke bevolking bij te betrekken om zo met onze projecten niet enkel ecologische maar ook sociale duurzaamheid te bewerkstelligen. De gevel van KRUUL werd dan weer opgebouwd met stampleem die onze werknemers, ikzelf incluis, mee maakten.”
Daarna nam Jeroen Dirckx van KCAP als voorlaatste spreker van de inspiratiedag het woord. Hij vertelde meer over stedenbouw en hoe dat een proces zou moeten zijn dat niet alleen door de ontwerper, maar evengoed door de gebruiker vorm wordt gegeven. Ook pleitte hij voor het mengen van functies in stedelijke ontwikkelingen. “Stedenbouw is eigenlijk het constant aan knoppen draaien”, aldus Dirckx. “Je moet als ontwerper van steden een evenwicht zoeken tussen controle en laissez-faire. In het project HafenCity, een werk- en woonwijk in Hamburg, waar wij in een eerste fase aan meewerkten, was het initiële plan bijvoorbeeld om in een tweede fase woningen met tuintjes te creëren in plaats van opnieuw appartementen en woningen met een minder individueel karakter. Van dat idee werd uiteindelijk afgestapt omdat de vraag naar meer van dezelfde woningen als die die er al waren heel groot bleek.”
Johannes Robbrecht van Robbrecht en Daem architecten mocht de boeiende namiddag afsluiten. Het eigen kantoor in Gent, het belang van ongeprogrammeerde ruimte in de stad en het unieke maatsysteem dat zijn bureau ontwikkelde vormden de hoofdmoot van zijn lezing. “Je moet als ontwerper ongeprogrammeerde ruimte durven toe te laten binnen het stedelijk weefsel”, zo vertelde hij. “Want ook die brengen je project tot leven. Een mooi voorbeeld is bijvoorbeeld ons ontwerp van de Gentse Stadshal, waar onder de overkapping spontaan allerlei activiteiten georganiseerd werden. Uiteenlopende activiteiten bovendien, wat in een strikt geprogrammeerde ruimte niet mogelijk is.”
Wie deze lezingen wil herbekijken, kan dat doen via deze link, waarlangs Inspirium integraal te herbekijken is. Het inspiratie-event Inspirium werd georganiseerd door Design Express en geïnspireerd door Vectorworks.