Interview Constantin Brodzki: 'We vergeten maar al te vaak dat beton geen hard materiaal is'

Architect Constantin Brodzki (1924) bracht in de jaren 70 een verschuiving teweeg in het denken over beton. Dankzij een doorgedreven methodologie en een fascinatie voor industrialisering, realiseerde hij voor cementproducent CBR een iconische hoofdzetel. In 1980 werd het zogenaamde CBR-gebouw door het Museum of Modern Art (MoMa) in New York opgenomen als referentiewerk in de tentoonstelling ‘Transformation in Modern Architecture’ (Transformaties in de Moderne Architectuur). De catalogus noemde het gebouw “een betekenisvolle stap in de ontwikkeling van het modernisme in de wereld.” Naar aanleiding van 50 jaar tijdschrift BETON vertelt Brodzki hoe één van zijn belangrijke realisaties tot stand kwam.

BETON: Het gebouw van CBR is een icoon van de betonarchitectuur. Had u al van in het begin van uw carrière een voorliefde voor beton?

Constantin Brodzki: “Zoals iedereen ben ik klein begonnen. Ik betekende niets. Op dat moment was CBR vooral geïnteresseerd in waterdammen en bruggen. Via één van mijn eerste opdrachtgevers, de advocaat Bandin, ben ik op René Célis gebotst, de rechterhand van mijnheer Vanhoof, de voormalige grote directeur van CBR. We sloten zeer snel vriendschap en we deelden op heel wat vlakken dezelfde mening. Misschien omdat hij ook Schorpioen als sterrenbeeld had? Enfin, bij CBR heb ik een soort ‘vrije afdeling’ kunnen starten, net het tegengestelde van de bruggen en de waterdammen.”

“Op dat moment nam ook CBR zelf een vlucht. Het was zeker nog niet het bedrijf dat het zou worden. maar een onderneming die zichzelf aan het zoeken was. René Celis had iemand nodig die hem daarbij kon helpen. Ik kwam met hem in contact en lichtte mijn theorie toe. We vergeten te snel dat beton geen hard materiaal is, dat het aanvankelijk vloeibaar is. Door die vloeibaarheid te benadrukken heb ik de manier waarop we naar beton kijken veranderd: door die visie heb ik duidelijk gemaakt dat betonelementen niet per definitie een rechte vorm moeten hebben.”

 

BETON: Zag men onmiddellijk in dat dit een goede visie op beton was? Moest u uw klant overtuigen?

Constantin Brodzki: “Neen. Wanneer men iemand moet overtuigen, is het resultaat niet puur genoeg. Meneer Célis gaf me ongelooflijk veel vertrouwen, en hij kreeg zelf enorm veel vertrouwen van de top. Het is dankzij dat vertrouwen dat we het gebouw van CBR hebben kunnen realiseren.”

 

BETON: Hoe nieuw was het idee zelf om beton als gevelelement te gebruiken?

Constantin Brodzki: “Op zich niet, maar het was de eerste keer dat vormen werden gebruikt die niet rechtlijnig waren.”

 

BETON: Herinnert u zich welke de grootste problemen of uitdagingen waren?

Constantin Brodzki: “Mijn theorie was dat je de problemen vooraf moet oplossen. Dat was zelfs mijn voornaamste missie. Je moet de problemen begrijpen vooraleer je aan iets begint.”

“Voor het gebouw van CBR hebben ze me in die mate ondersteund dat ik twee ‘proefgebouwen’ mocht realiseren op een industriële site (de toekomstige bedrijfsterreinen van Ergon in Lier, n.v.d.r). Het ene was een proef voor de vrije vormen en werd daarna een refter. Het andere was een test voor de rechthoekige elementen, de latere burelen van de productie. Ik werd met heel wat risico’s geconfronteerd, en die moesten allemaal opgelost worden voor de productie startte. Ik had de volledige controle. Dat is uitzonderlijk, want meestal houden industriëlen niet van de esthetiserende visie van architecten. Na deze voorbereiding konden we de productie starten met een minimum aan risico’s.”

 

BETON: Is het dankzij deze industrialisatie dat u deze elementen hebt kunnen maken?

Constantin Brodzki: “Het was net omgekeerd. We hebben beslist om te industrialiseren en daarna hebben we ons afgevraagd welke vorm we nodig hadden. Tot dan maakte men bekisting op de werf en ontkistte men ter plaatse. Wat ik wilde, was bekistingen maken in de fabriek en de elementen transporteren naar de werf. Dat was een enorme vooruitgang.”

 

BETON: Welke waren de obstakels die overwonnen waren dankzij de twee testgebouwen?

Constantin Brodzki: “In welke richting we de planken van de bekisting moesten plaatsen, welk hout we moesten gebruiken. De uitdagingen situeerden zich eerder op het niveau van de bekisting, omdat daar geen theorie over bestond. De grote problemen heb ik kunnen oplossen omdat ik zoveel vertrouwen genoot van meneer Célis. Hij gaf me carte blanche. Dat is een heel belangrijk gegeven. Je moet op het juiste moment op de juiste plaats zijn.”

 

BETON: Had u grote uitdagingen op het niveau van de technologie van het beton?

Constantin Brodzki: “We zijn vertrokken van bij Gaudí. Gaudí is niet echt mijn inspiratiebron, maar mijn voorganger. Hij maakte vrije vormen in beton, maar dan zonder mallen. Het waren unieke stukken. Wij zochten net industrialisering en serieproductie. Een element maken dat vermenigvuldigbaar is, is nog relatief eenvoudig. Maar men moet alle problemen voor het gebouw in zijn geheel oplossen.”

 

BETON: Hier in uw woonkamer staat een gedetailleerd mock-up van het CBR-gebouw in plaaster, waar u al verschillende malen naar verwijst. Die maquette is blijkbaar belangrijk geweest voor u?

Constantin Brodzki: “Voor deze maquette heb ik samengewerkt met twee Portugese broers, die al heel hun leven met plaaster werkten. Er zijn verschillende tests gedaan.”

“Wat interessant is aan dit project is dat ik van een wit blad vertrokken ben, en een volledige methodologie heb kunnen ontwikkelen. De methodologie bestond er ook in om iedereen op dezelfde lijn te krijgen. Deze maquette was bestemd voor de fabriek: die bovenaan, die onderaan, de hoekmodules en de modules van de verschillende verdiepingen. Ik wilde dat de arbeiders in de fabriek wisten wat ze maakten en waarvoor het zou dienen. Om een dergelijk complex project tot een goed einde te brengen, was het van groot belang dat iedereen perfect wist waar hij mee bezig was.”

 

BETON: U noemt Gaudí als voorganger. Bent u voor het CBR-gebouw op zoek gegaan naar de meest organische vorm die binnen de mogelijkheden van de industrialisatie lag?

Constantin Brodzki: “Neen. Gaudí is een genie. Maar hij leefde in een ander tijdperk in een ander land. De context was totaal verschillend. Ik zocht naar de methodologie van industrialisatie die mij zou toelaten om een gebouw neer te zetten dat volledig geprefabriceerd kon worden op industriële basis. Ik heb die wens kunnen waarmaken.”

 

BETON: Wat was de mening van uw confraters over het project CBR?

Constantin Brodzki: “Ze waren in die mate voorbijgestoken dat ze niets zeiden. Een fabriek ter beschikking hebben voor één gebouw, dat is behoorlijk uitzonderlijk voor een architect. Ik had uiteraard het geluk om een fabriek als klant te hebben, aan wie ik bovendien heb kunnen zeggen: maak mij een klein testgebouw. Tot dan toe maakten zij alleen rechte elementen. Ook dat ze met wit beton wilden werken was voor mij een grote meevaller.”

 

BETON: Aan het eind van de jaren zeventig werden verschillende iconische gebouwen gerealiseerd met betonelementen die meer organische vormen kregen. We denken aan de ROB Supermarkt en het stadhuis van Oudergem. Na het begin van de jaren tachtig is deze trend verdwenen. Hebt u enig idee om welke reden?

Constantin Brodzki: “De formule waarbij iedereen op dezelfde lijn zat, verdween. Er waren geen klanten meer die de materie helemaal begrepen, noch aannemers, noch arbeiders of vaklieden. Zulke complexe gebouwen kun je alleen maken als iedereen aan dezelfde kar trekt. Op een gegeven moment was dat niet meer de manier waarop men werkte. Ik heb op alle niveaus met hoog opgeleide mensen kunnen werken. Ik kreeg de best mogelijke medewerkers. En ik had ook een klant die systematisch zei: “U hebt gelijk”. We hadden toen nog echte ambachtslieden. En we hebben op een bepaalde manier vakmanschap geïntegreerd in de industrie.”

Deel dit artikel:
Onze partners