Met een paar sterke troeven zou Vlaanderen de logistieke regio bij uitstek kunnen zijn. Maar is het dat ook? Op Bedrijventerreinen & Logistiek Vastgoed 2015, het jaarlijkse evenement voor de logistieke sector in Herentals, debatteerden enkele grote spelers in de sector over die vraag.
Logistiek vastgoed doet het niet slecht in Vlaanderen, maar in vergelijking met de buurlanden kan het veel beter. Vlaanderen heeft immers alle troeven om een logistieke toplocatie te zijn. Dat is de mening van Kim Cornille, country manager Goodman en de moderator van het evenement. De combinatie van een uitgebreid transportnetwerk, havens vlakbij en een rijke afzetmarkt moet logistieke bedrijven vlot naar hier kunnen lokken. In het verleden gebeurde dat ook, met grote distributiecentra zoals die van Caterpillar en Nike. Nieuwe voorbeelden zijn echter schaars. De grote struikelblokken? De hoge loonkost, stakingen en het fileleed op de Vlaamse wegen.
Vraag van gebruikers
Een andere lacune is de beschikbaarheid van grote terreinen. De grote e-commercebedrijven die naar Europa komen, zoeken allemaal terreinen van minstens 20 hectare. Dat merkte Freddy Hoorens, partner bij Quares Real Estate, op tijdens de Q & A met hem en Jan Blancke, directeur bedrijventerreinen bij POM Antwerpen. “Houden we wel rekening met de vraag van gebruikers? Stel dat de loonkosten in België de komende jaren dalen, zijn we dan klaar om de grote distributiecentra naar hier te lokken? Want ik merk dat studies zich vaak richten op de huidige gebruikers, maar die hebben we natuurlijk al gestrikt. Wat verwachten de grote buitenlandse bedrijven van een logistieke locatie in Vlaanderen?” Blancke was het daarmee eens: “Dat is inderdaad een pijnpunt. Een goed beleid start bij een goede registratie van de vraag. Dat ligt natuurlijk niet alleen aan de studies zelf, want bedrijven geven die informatie zelf niet graag prijs.”
Een voorbeeld van zo’n studie kwam van Pieter De Witte, consultant Vastgoed & Gebiedsontwikkeling bij IDEA Consult voorstellen. Zijn model voorspelde de vraag naar logistieke en vastgoedterreinen in Vlaanderen op de lange termijn, en daaruit bleek dat de gebieden die nu al gewild zijn, nog populairder zullen worden.
Watergebonden hub
In het tweede deel van de namiddag kwamen er drie projecten aan bod. Tech Lane Ghent Logistics, de watergebonden hub aan de kruising van de Ringvaart en het Scheldekanaal aan het bedrijvenpark Eiland Zwijnaarde, zet volop in op watergebonden transport. Vanuit het projectgebied zijn er ontsluitingen naar de havens, Frankrijk, Nederland en het centrum van Gent. Op het terrein komen naast logistieke ruimtes ook gebouwen van de Gentse Universiteit en kantoren. De ontwikkeling werd bestempeld als ‘future-proof’, maar dat werd, met onder andere maar 50 procent eigen energie-opwekking, door enkele deelnemers in twijfel getrokken.
Bert Selis, Cargo en Logistics Manager van de luchthaven van Luik, presenteerde de ontwikkeling rond de Luikse vrachtluchthaven, de achtste van Europa. Het ontwikkelingsplan voor logistieke bedrijven rond de site, een onderdeel van het Marshallplan van de Waalse regering, maakte indruk. Zo komt er onder ander een nieuw treinstation vlakbij de luchthaven, Liège Carex, met een TGV-verbinding voor cargo. “75 procent van de vrachtvliegtuigen in Europa landen in de driehoek Parijs-Amsterdam-Frankfurt. Luik ligt daar middenin. We hebben al een enorm voordeel op vlak van truckingtijden, maar spelen met het nieuwe treinstation en de luchthaven volop in op multimodaliteit.”
Ünal Aytan, senior manager Operations Mobis Parts Europe, sprak ten slotte over het nieuwe distributiecentrum van Hyundai Mobis Europe in Beringen. Alle overzeese inbound van het bedrijf zal via de Limburgse gemeente naar de rest van Europa worden getransporteerd. Het logistieke project van 55.000 vierkante meter levert zo’n 200 banen op voor de regio. Aytan: “Beringen heeft veel troeven: dicht bij het Albertkanaal en de E313, goede verbindingen, lage grondprijzen, bekwaam personeel in de buurt – Limburg is een automotive provincie – en subsidies van de overheid. In de lente verhuizen we naar de site, en we verwachten in juni operationeel te zijn.”