Jaarlijkse architectenmonitor: sector hapt naar adem in administratieve modderpoel

De jaarlijkse architectenmonitor, een NAV-enquête afgenomen bij meer dan 400 architecten, geeft geen rooskleurig beeld van de sector. De bouw heeft het moeilijk en architecten kampen vooral met moeizame vergunningsprocedures en de afbouw van financiële stimulansen vanwege de overheid. Bijna 9 op de 10 klaagt over de administratieve last waaronder ze gebukt gaan. Ook de steeds zwaardere verantwoordelijkheden en de vaak stuitende voorwaarden bij architectuurwedstrijden zijn veel architecten een doorn in het oog. Bijna de helft van de architecten ziet redenen genoeg om uit het beroep te stappen.

De Vlaamse architectenorganisatie vroeg aan 409 architecten om de knelpunten in hun sector te benoemen en ze een score te geven van totaal overdreven tot heel ernstig. Bijna 9 op de tien noemt de administratieve rompslomp ‘ernstig tot heel ernstig’, en de steeds groeiende verantwoordelijkheden kunnen op eenzelfde score rekenen. Ruim de helft zwoegt op de vergunningsprocedures. 57,4% beoordeelt dit als een ernstig tot heel ernstig obstakel.

 

Korte metten maken met Kafka?

“De overheid kondigt al jaren enkele administratieve vereenvoudigingen aan die het onze sector eenvoudiger zouden moeten maken”, aldus NAV-voorzitter Kati Lamens. “Denken we maar aan de digitale bouwaanvraag en daarop volgend de omgevingsvergunning. Maar die digitale bouwaanvraag kampt nog met groeipijnen. Steeds meer, maar nog altijd te weinig gemeentes maken er gebruik van. Onze leden signaleren ons bovendien dat er niet erg efficiënt met het systeem wordt omgesprongen. Zo wordt in sommige gemeenten de aanvraag eerst uitgetest op papier en daarna overgetikt op het digitale formulier. Ook de omgevingsvergunning, waarbij de milieu- en bouwvergunning worden samengevoegd, belooft veel goeds voor ons. We hopen echter dat de lokale besturen hier beter worden op voorbereid, want dit zal nog een grotere omslag betekenen dan de digitale bouwaanvraag. Hervormingen moeten in theorie leiden tot efficiëntere en snellere procedures, maar alles hangt af van een doordachte uitvoering. Ook de recente ideeën voor de M-score en een eengemaakt woningattest moeten we daarom kritisch tegen het licht houden.”

 

Architectuurwedstrijden: stortvloed aan ‘gratis’ ontwerpen?

Ook de architectuurwedstrijden aan slechte voorwaarden springen in het oog. Bijna 7 op 10 (68,5%) haalt dit aan als ernstig tot heel ernstig. “Ontwerpwedstrijden zijn momenteel schering en inslag”, aldus Kati Lamens. “Op zich zijn ze dan ook niet oninteressant voor architecten en hun architectuur: ze kunnen een hefboom vormen voor kleinere bureaus, en de creativiteit aanscherpen. Momenteel echter heerst er een echte wildgroei aan wedstrijden. Ze zijn niet altijd nodig, en vaak vragen ze enorm veel energie van álle deelnemende bureaus. De sector lijdt hierdoor dan groot economisch verlies: tegenover elke gewonnen wedstrijd staat per bureau een veelvoud aan verloren wedstrijden, met telkens honderden onvergoede werkuren tot gevolg. Een situatie waar opdrachtgevers en overheden zich alles behalve van bewust lijken te zijn.”

NAV zet dit thema dan ook hoog op de syndicale agenda. “De afgelopen tijd hebben we voor een aantal specifieke gevallen opdrachtgevers aangesproken en hen uitgelegd wat het probleem is. We hebben daarvoor front gevormd met andere beroepsverenigingen en de Orde van Architecten. In de toekomst zullen we opdrachtgevers nog meer de richting wijzen over hoe ze hun wedstrijden moeten vormgeven.”

 

Heil in nieuwe vormen van (samen)werken

De architecten werd ook gevraagd om het functioneren van hun bureau te beoordelen. De helft van de bevraagden (51,3%) geeft aan kopzorgen te hebben over de rentabiliteit daarvan. Dik de helft daarvan (58,6%) wijt dit aan het feit dat ze te weinig gepresteerde uren kunnen doorrekenen.  Een derde vindt het ereloon te laag in verhouding tot de opdracht. 51,3% geeft aan dat ze omwille van die slechte rentabiliteit een ander beroep zouden overwegen.

De Vlaamse architect gelooft in het bundelen van de krachten. Een derde (32,8%) ziet samenwerken met andere architecten wel zitten. Een kleine 40% ziet een oplossing weggelegd in het multiprofessioneel de markt opgaan, samen met bijvoorbeeld ingenieurs of interieurarchitecten. Eenzelfde deel van de respondenten ziet heil in een specialisatie in een bepaalde niche. 

Deel dit artikel:
Onze partners