Doorheen het jaar werden in Vlaanderen tal van nieuwe architecturale projecten gerealiseerd. Om 2010 in stijl af te sluiten geeft Vlaamsearchitectuur.be nog eens een overzicht van de twaalf meest in het oog springende gebouwen en ontwerpen.
MAS (Museum aan de stroom, Antwerpen)
Reeds in 1998 werd door het Antwerpse stadsbestuur beslist dat er in de toekomst een nieuw museum moest komen dat zowel voor de skyline als voor de culturele uitstraling van de Scheldestad een meerwaarde zou vormen. Wat de locatie van dit project betreft, is Het Eilandje met z’n cruciale plaats in het Antwerpse stadsbeeld een uitstekende keuze.
Het ontwerp is van de hand van het Nederlandse bureau Neutelings-Riedijk. Zij gingen uit van een torenconcept waarbij de gestapelde betonnen gebouwblokken telkens met een kwartslag gedraaid werden ten opzichte van elkaar. Hierin zullen de tentoonstellingen gehouden worden. De ruimte errond zal functioneren als atrium en semipublieke straat die na de sluitingsuren ook nog toegankelijk is. Een mozaïek van Luc Tuymans kleurt het binnenplein.
De materiaalkeuze voor de gevel is uniek in België: voor het eerst wordt er geopteerd voor gekloven Indische hardsteen en gebogen glaspanelen. Ook binnenin het gebouw wordt dit doorgetrokken. Voorts verzachten metalen ornamenten (in de vorm van handjes die aangekocht kunnen worden om zo het geheel te sponsoren) en medaillons respectievelijk het monumentale torenvolume en het ruwe interieur. De ruwbouw en de afwerking vielen zoveel mogelijk samen. Zo hebben de betonnen wanden langs de binnenkant door een speciale bekistingstechniek het uitzicht van houten panelen.
Willem-Jan Neutelings over het Museum aan de Stroom
Uitbreiding van deSingel (Antwerpen)
Een tweede belangrijk project dat dit jaar gerealiseerd werd, is de uitbreiding van DeSingel, de befaamde kunstcampus in Antwerpen. Voor het uittekenen van de plannen deed men een beroep op Stéphane Beel, die al eerder betrokken was bij verbouwingswerken in het complex met onder andere zijn speciale ‘patattendeuren’ (waarbij de vorm van de ovalen ramen terugkwam in de deuren). Beel werkt sinds 2003 aan het ontwerp van de nieuwbouw, waarin zowel expositieruimtes als het Conservatorium ondergebracht zullen worden. De officiële opening vond plaats in oktober.
De constructie bestaat uit twee grote delen: een laagbouw (een gesloten plint) en een hoogbouw (een horizontale schijf) die structureel onafhankelijk zijn. Hiertussen bevindt zich een transparante doos met publieke functies. Beel speelde op het gevoel van verwondering en koos vanuit deze optiek voor ruimte circulaties die het publiek langs de buitenzijden van het gebouw voeren. Grote ramen waarborgen het contact met de buitenwereld. De bezoekers worden voorts geprikkeld via verrassende doorkijken, plots in elkaar overlopende ruimtes en onverwachte dieptezichten.
Opvallend is ook de houten gevelbekleding. Naast de ecologische motivatie was het vooral de bedoeling om van deSingel een uniek en herkenbaar complex te maken. De eenvoudige aanbreng, het makkelijke onderhoud, de lage kosten en de duurzaamheid zijn bijkomende voordelen. Gaandeweg zal het Noorse dennenhout verkleuren en interageren met de omliggende gebouwen.
Een derde belangrijk project van dit jaar was de afwerking van Campus Kantienberg aan de Gentse Arteveldehogeschool. Crepain Binst Architecture opteerde voor de contrastrijke combinatie van een laag volume en een toren. Het campusgebouw werpt zich op als een nieuw baken aan de Muinkkaai. Het lage baksteenvolume komt los van de glooiende oever van de Opperschelde en overkapt de inkompartij en de mediatheek. Een trappenpartij die de natuurlijke helling volgt, leidt het schoolgebouw binnen of steekt door naar de patio. Het bouwblok in baksteen wordt achteraan gesteund door een bescheiden toren met ''levende gevels''. Het complex stelt zich ook open voor het grote publiek, onder andere via het mooie wandelpad aan de Muinkschelde.
Woon- en winkelcentrum K (Kortrijk)
In het hartje van de Kortrijkse binnenstad werd op 11 maart het gloednieuwe woon- en winkelcentrum K ingehuldigd. Dit prestigieus ontwerp van Robbrecht en Daem werd op amper tweeënhalf jaar gerealiseerd. Nadat men in 2007 de bestaande gebouwen op de 100.000 m² grote site had gesloopt, begon men in 2008 ‘in stross’ te bouwen: de ondergrondse parkeergarage en het bovenliggende winkelcentrum werden tegelijk geconstrueerd. Het bouwproces verliep hierdoor zeer snel. Uiteindelijk herbergt het complex 85 winkels, 40 appartementen (20 boven het winkelcomplex, 20 in een toren op de Veemarkt), een parkeergarage van 1100 plaatsen en een fietsenparking voor een 550-tal fietsen.
Het was expliciet de bedoeling om het complex in te planten in het hart van de stad en dus niet aan een of andere invalsweg. De moeilijkheid bestond erin om de woon- en winkeloppervlakte af te werken zonder de bestaande context daarbij te hinderen. Drie ondergrondse tunnels leiden naar de ondergrondse parkeergarage. Op hetzelfde niveau bevindt zich ook de leveringszone voor de winkels. De ruimte dient bijgevolg ondersteund te worden door erg grote stalen liggers.
Voorts wordt de overgang van de omgeving naar het winkelcentrum verzacht door een speciaal deurensysteem en winkels die uitgeven op de straat. Het geheel is gecentreerd rond een binnenplein in ruwe witte natuursteen met een indrukwekkende glazen koepel van 110 op 30 meter.
Begin dit jaar werd de vernieuwde Lokettenzaal in het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers officieel geopend. Het vroegere ontwerp was van de hand van Victor Bourgeois en kenmerkte zich door het grote volume van de publieke binnenruimte en de binnenwanden die afgewerkt werden met dezelfde materialen als de buitengevels. Eind 2007 stelde Het Vlaams Parlement Stefan Schöning en Guiseppe Farris aan om de ruimte een andere invulling te geven.
Het duo renoveerde het geheel zonder het historische karakter ervan aan te tasten. Hun ontwerp omvat een leeshoek, een brasserie, een tentoonstellingsruimte en een parlementswinkel. De verschillende faciliteiten zijn niet naast elkaar geplaatst in de grote zaal, maar samengegoten in één losstaand paviljoen. Dat paviljoen staat fysisch los in de ruimte doordat het op een zwevend platform gebouwd is. De constructie is opgebouwd uit staal en afgewerkt met hout. Toch kenmerkt ook dit nieuwe ontwerp zich door openheid en transparantie.
Tevens ontwikkelden Farris en Schöning een nieuwe ontvangstbalie, dat net als het paviljoen een zwevend element is geworden. Het onthaal is opgetrokken uit glas, waardoor men van op de straat kan binnenkijken in het complex. Zo wil men de nieuwsgierigheid van de voorbijgangers wekken.
De laatste jaren onderging het Bijlokecomplex een grondige herstructurering. Zo werd het vroegere Bijlokemuseum, dat via een historische collectie de geschiedenis van de stad Gent representeerde, vervangen door het nieuwbakken Gentse Stadsmuseum (STaM). Naast de oude relieken zullen er voortaan ook grote stedenbouwkundige en architecturale plannen aan het publiek voorgesteld worden. De werken werden dit jaar afgerond.
De gebouwen van het Bijlokemuseum werden volledig gerenoveerd en gerestaureerd: de daken zijn hersteld, de muren kregen een vochtwerende behandeling, de gebouwen werden intern gereorganiseerd én daarbovenop werd er nog een nieuwbouwvleugel gebouwd die dienst zal doen als hoofdingang voor het museum in wording. Deze laatste werd ontworpen door Koen Van Nieuwenhuyse.
C-Mine (Genk)
In september opende het C-Mine Cultuurcentrum in Winterslag (Genk) z’n deuren. 51N4E, het architectenbureau van Vlaamse Bouwmeester Peter Swinnen, leverde het ontwerp. De nieuwe infrastructuur werd toegevoegd aan de vroegere energiecentrale uit gelaagde baksteen en is gebaseerd op de 5-meter hoge tussenstructuur waar de machinekamers zich bevonden. Door deze tussenstructuur uit te breiden met twee nieuwe betonnen structuren ontstond er een diep basisniveau en ruimte voor een labyrintvormige foyer met kantoren, tentoonstellingsruimten, toegangen tot twee nieuwe theaters, … Deze laatsten werden ontworpen naar het voorbeeld van een machinekamer, waarin de oude bakstenen structuur fungeert als basis voor een nieuw podium
Het cultuurcentrum is niet het enige project op de C-Mine-site. Ook andere architecten waren er reeds actief: De Gregorio en Partners tekenden het masterplan, Bogdan & Van Broeck ontwierpen de Media & Design Academie (waarvoor ze bekroond werden op de Architectuurbiënnale in Boekarest), a2o bouwde een ondergrondse parking en Vincent Cops Architecten realiseerde het bioscoopcomplex Euroscoop. Het totaalproject werd al bekroond met de Regio Star Award, een onderscheiding van de Europese Commissie die innovatieve projecten bekroont die zogenaamde brownfieldsites herwaarderen.
Umicore (Hoboken)
Het nieuwe Umicore-kantoorgebouw in Hoboken behoort zeker ook tot deze lijst van meest opvallende projecten van 2010. Conix Architects stond in voor het ontwerp en kreeg er de Archizinc Trophee in de categorie ‘Technical Performance’ voor.
Het is een gebouw met zinken bekleding dat door zijn expressieve vorm de nieuwe corporate identity van Umicore illustreert. Gedurende de laatste tien jaar investeerde het bedrijf immers in veilige en eco-efficiënte processen. Conix Architects kreeg de opdracht om dit door te zetten in de morfologie van de gebouwen en om tevens de hele industriële site te herstructureren. Het gebrek aan structurele samenhang werd aangepakt, wat zich op architecturaal gebied vertaalt in een grote geglooide zinkplaat die uitmondt in het hart van de site. De eyecatcher van dit masterplan is het nieuwe kantoorgebouw, waarvoor het bureau zowel het architecturaal concept als de interieurinrichting, de signalisatie en de productontwikkeling verzorgde. De doorgedreven detaillering en de duurzame kwaliteiten van de constructie (het gebouw wordt verwarmd door de nabijgelegen stoomcentrale, zink is een recycleerbaar materiaal) maken dat het nieuwe Umicore-kantoorgebouw een knap staaltje architectuur is geworden.
Het Antwerpse Sportpaleis kreeg dit jaar een nieuw dak. De renovatiewerken startten midden april en werden onder andere verzorgd door ABV+ Architecten, ATAB en Renolit. De groene kleur werd vervangen door een blauwe tint. Desalniettemin wist het toch een groot deel van z’n groene karakter weten te behouden doordat het dankzij zonnemodules in z’n eigen energie kan voorzien.
De bouwwerken verliepen in verschillende fasen. Eerst werd de vroegere dakbedekking hersteld en werd de dakvloer extra bevestigd aan de onderconstructie met behulp van 91.000 speciale houtbouten. Vervolgens bracht men een isolatielaag van 13 centimeter dik aan om het geboouw zowel thermisch als akoestisch te isoleren. Hier bovenop werd tot slot een nieuwe blauwe dakhuid aangebracht, die opgebouwd is uit dakbanen in vijf verschillende kleuren.
Bibliotheek Dendermonde
BOB361 schonk de stad Dendermonde in 2010 een nieuwe multifunctionele bibliotheek. Het gebouw, dat ook een sociaal restaurant en een polyvalente zaal heeft, is gelegen tussen de belangrijkste verkeersas van de stad en de groene oever van de Dender en vormt zo de overgang tussen stad en landschap.
In het gebouw zelf zijn als het ware twee landschappen over elkaar gelegd: enerzijds is er het parkeerplein op het dak, dat de polyvalente zaal en de sociale functies op de verdieping ontsluit. Daaronder heb je het bibliotheeklandschap, een grote golvende ruimte, ingericht met “overkijkbaar” meubilair. Deze twee landschappen worden van elkaar gescheiden door een plooiend betonnen vlak. De plooien hiervan werden zo gepositioneerd en gedimensioneerd dat het daglicht overvloedig kan binnenvallen. Verdere troeven zijn de nachtventilatie en het zaalakoestische ontwerp.
De Vlijt – Gazet van Antwerpen
De site van De Vlijt – Gazet van Antwerpen werd in de loop van dit jaar omgetoverd in een nieuwe bedrijvenzone met gemengde functies. Het masterplan werd op poten gezet door ELD partnership. Zij ontwierpen een innovatief bedrijfsgebouw dat niet enkel alle redactionele en ondersteunende diensten van de “Gazet van Antwerpen” groepeert, maar ook van een aantal andere bedrijven die deel uitmaken van de Concentra groep en mediagerichte ondernemingen zoals tijdschriften, uitgevers, een lokale radio, een productiehuis, ... Alle afdelingen zijn gegroepeerd rond een centrale patio en een binnenstraat, wat uitwisseling van informatie automatisch stimuleert.
Toegepaste gevelmaterialen versterken de achterliggende gedachte van sculpturele expressie: het ritme van de ramen op de verdiepingen en hun slanke vormgeving, afgewisseld met baksteen penanten, geven het gebouw een dynamiek die enerzijds de klassieke saaiheid van een kantoorgebouw doorbreken en anderzijds massiviteit en degelijkheid uitdrukken, geschraagd door een beglaasde sokkel die een grote transparantie nastreeft.
Een laatste groot architectuurproject van dit jaar situeert zich nabij de Gentse Vrijdagmarkt: de komende tijd zal een bouwblok daar uitgroeien tot een gezonde mix van wonen en winkelen. Architectenbureau Bontinck wil deze momenteel oncoherente site transformeren in een boeiende mix tussen oud en nieuw, met bijzondere aandacht voor een groen binnengebied. De architecten moesten dus trachten moderne architectuur en hedendaagse eisen te verzoenen met het waardevolle historische karakter van het gebied.
Een van de grootste kwaliteiten van het ontwerp is wellicht de omvorming van de versnipperde, weinig aantrekkelijke woonruimtes tot een nieuw aangenaam geheel van hedendaagse wooneenheden. De woonentiteiten bevinden zich hierbij boven de commerciële ruimten (vanaf niveau +1) en behelzen een mix van woningen en appartementen van verschillende grootte. Ondergebracht in zowel historische panden als nieuwbouwdelen brengen ze een vitaliteit in het blok die sinds lang verloren was. Alle woonentiteiten zijn toegankelijk vanaf het gemeenschappelijke binnengebied dat bestaat uit een netwerk van patio’s op de eerste verdieping en een opvallende stadstuin op de tweede verdieping.