Vorig jaar werden knappe imponerende stations van Luik en Antwerpen geopend of heropend. Volgende jaren zullen er veel andere stations en staionsbuurten een serieuze transformatie ondergaan: Hasselt (gerechtsgebouw), Gent, Ronse, Knokke (Zaha Hadid), Roeselare, Mechelen, Brugge (Kamgebouw), ...
Hasselt: Poort naar de stad
Door haar poortfunctie speelt een stationsomgeving een
voortrekkersrol voor een stad of een regio. De stationsomgeving is het
visitekaartje van de stad. Het opvallende gerechtsgebouw, dat ontworpen
is door het Berlijnse
J. MAYER H. Architekten in samenwerking met
a2o-architecten,
Lens°Ass architects (Twins) en het studiebureau
Eurostation,
past perfect in de culturele identiteit van Hasselt. De naam Hasselt
komt immers van 'Hasaluth', dat staat voor "plaats waar hazelaren
staan". Ook in het wapenschild van de stad prijken drie hazelaren. In
het centrale gedeelte van het nieuwe gerechtsgebouw herken je duidelijk
de structuur van een boom. De hazelaar wordt dankzij het nieuwe gebouw
dan ook terug een kenmerkend baken van de stad. Bovendien verwijst de
boomstructuur naar de eerste vormen van rechtspraak, die plaatsvonden
onder de beschutting van het bladerdak van grote bomen die centraal in
een dorp of stad stonden.
Architect Jürgen Mayer H. is ervan overtuigd dat het gerechtsgebouw
niet alleen een nieuw dynamisme op gang brengt voor de
stationsomgeving, maar ook voor Hasselt zelf. Het gebouw wordt immers
een ‘landmark’ voor de stad. “Bovendien is de keuze voor deze hedendaagse architectuur een fantastisch statement van de stad”, zegt Jürgen Mayer H., “Hasselt laat hierdoor zien dat ze geen provinciestadje is en dat de stad vernieuwend en toekomstgericht denkt.”
Gent: Multimodaal knooppuntNa de restauratie en
uitbreiding van Antwerpen-Centraal krijgt Jacques Voncke van Eurostation
met Gent Sint-Pieters opnieuw de opdracht om een ‘spoorwegkathedraal’
in te passen in een toekomstgericht stationsontwerp. Het is dus de tweede keer dat Voncke van Eurostation de opdracht kreeg
om een historisch patrimonium te integreren in een toekomstgericht
stationsontwerp.
JV:
“Ik ben vertrokken van het station als multimodaal knooppunt. Ik ken
weinig stations waar in de toekomst de verwevenheid tussen de
verschillende vervoersmiddelen zo groot zal zijn met loopafstanden tot
een absoluut minimum herleid. Dit hebben we kunnen realiseren door
driedimensionaal te ontwerpen. Trein, tram, bus, fiets en auto staan
letterlijk boven en onder elkaar. Het comfort van openbaar vervoer wordt
steeds belangrijker en het station van Gent met zijn 90.000 op – en
afstappende reizigers is hier absoluut een van de komende koplopers.
Ik noem dat een integere benadering van
architectuur. Voor mij moet architectuur immers niet alleen mooi zijn,
maar ook een doel hebben. Natuurlijk moet je als ontwerper niet stoppen
bij het functionele. De meerwaarde bij mijn ontwerp ligt in het scheppen
van interessante sferen. Zo moet een station meer zijn dan een
overstapmachine, het moet er ook aangenaam vertoeven zijn. Een juiste
sfeer creëer je door in te zetten op details. Ik wist dat door het
gebruik van (natuurlijk) licht en door het scheppen van hoogte in een
redelijk vlakke constructie, het gebouw zou opleven.
Het station
heeft momenteel een onderdoorgang die 120 meter lang en 4,5 meter hoog
is. Boven deze onderdoorgang liggen 12 sporen en perrons. Een donkere
tunnel dus, met weinig of geen daglicht. Wel, ik heb de ingenieurs
aangespoord om een spoorconstructie te ontwerpen die een minimum aan
ruimte in beslag neemt. Hierdoor kon ik ruimte vrijgeven aan de
onderdoorgang. Omdat perrons minder draagkracht nodig hebben dan
spoorinfrastructuur, kon ik onder de perrons maar liefs 2 meter
teruggeven aan de onderdoorgang. Bovendien gebruik ik hier
lichtdoorlatende vloeren, zodat het daglicht in de onderdoorgang
getrokken kan worden. Het resultaat is dat het tunnelgevoel volledig zal
verdwijnen. Men wordt als het ware uitgenodigd om van de ene kant van
het station naar de andere kant te wandelen.
Ronse: Een terminus als nieuw begin
De projectpartners
zien het station als terminusstation of eindpunt van het spoor. Het
buitendienst stellen van de in onbruik geraakte spoorlijn richting Leuze
biedt schitterende kansen. Vanaf het stationsplein wordt de voormalige
spoorlijn heringericht als fiets- en wandelpad met ontsluiting naar het
westen en het zuiden (verbinding sportzone). Deze groene ader fungeert
als ruggengraat voor een nieuw stedelijk landschap langs de bestaande
bebouwing. Aangezien Ronse over een groot aantal leegstaande panden
beschikt, hebben de projectpartners ervoor gekozen om het hergebruik van
deze panden te stimuleren, eerder dan nieuwe gronden aan te snijden
voor stedelijke verdichting.
De gebieden gelegen ter hoogte van
de oude spoorlijn zullen geherwaardeerd worden als een opeenvolging van
groene, landschappelijke kamers, elk met een eigen identiteit, in een
nieuw stadspark. Deze opeenvolging zorgt voor een ritme in de beleving
van het fiets- en wandelpad dat aansluit op het station dat ook uiting
geeft aan het meervoudige landschap van de Vlaamse Ardennen. Zoals
dichter en journalist Paul Scott Mowrer wist te zeggen: “A fine
landscape is like a peace of music, it must be taken at the right
tempo”. Bovendien draagt de uitbouw van deze landschappen bij tot de
broodnodige biodiversiteit.
Roeselare: Doorkijkstation maakt breuklijn tot open pleinDe stationsbuurt van Roeselare met zijn ingewikkeld verkeerskluwen wordt
vandaag als zeer onaantrekkelijk ervaren. Hier komt verandering in
dankzij een langs vier zijden toegangkelijk nieuw stationsgebouw, dat
oa. via open pleinen de dialoog met de omgeving aangaat.
“Een stationsomgeving is een interessante plek in de stad. Het is een sociaal laboratorium waar alle lagen van de bevolking samenkomen. Op bovenlokaal niveau verbindt een station steden met elkaar. Op lokaal niveau echter zorgt de spoorinfrastructuur nog te vaak voor een breuklijn in het stedelijke weefsel. Als ontwerper kan je een statement neerzetten en voor het stationsgebouw van Roeselare heb ik bewust gekozen om een ontwerp uit te tekenen waar ‘verbinden’ en ‘dialoog’ centraal staan”zegt Roosmarijn Bisschop (architect
Eurostation).
“En juist omwille van deze dialoog, eindigt het ontwerp niet bij het gebouw. Het loopt naadloos verder in het stationsplein, het spoorviaduct en opent zich naar toekomstige ontwikkelingen. Deze elementen zaten eveneens vervat in het stedenbouwkundige plan van Euro Immo Star. Ik heb ze nog krachtiger en explicieter gemaakt”, alsnog Roosmarijn Bisschop.
Momenteel opent het stationsgebouw zich enkel naar het
stadscentrum. Samen met het hoge talud waarover de treinen sporen, vormt
het een breuklijn die het stadscentrum scheidt van de wijk Krottegem.
Het ontwerp voor de vernieuwde stationsomgeving heft die barrière op.
Om de doorgang onder spoorwegviaduct te verbreden en aldus de
centrum- en de achterliggende wijken beter met elkaar te verbinden,
schuift het stationsgebouw meer dan twintig meter op. De metalen
constructie die vandaag het stationsgebouw en de treinperrons overkapt,
blijft evenwel staan.
“Die overkapping, het stationsgebouw en het spoorwegviaduct verbinden tot een geheel dat tegelijk zeer transparant is, was een hele uitdaging”, vertelt architect
Edward Sorgeloose.
Mechelen: Ontmoetingsruimte
Het ontwerp van het nieuwe stationscomplex van
Mechelen focust zich op de mens in al zijn wisselende gedaanten: de
reiziger, de bewoner, de toevallige passant, de werknemer en de
genieter. Het ontwerp van Salvatore Bono (Euro Immo Star)
slaagt er in om een nieuwe dialoog op gang te brengen tussen het
station en de stad. Ook het archetype van het station wordt verlaten.
Waar een station traditioneel gekenmerkt wordt door een stationsplein,
een ontvangstgebouw en een perronoverkapping, vloeit het
stationsgebeuren in het ontwerp van Bono haast naadloos over in de
openbare ruimte. Het station overstijgt hierdoor het
‘mobiliteitstransferium’ en wordt een plek waar mensen elkaar kunnen
ontmoeten. Dit past perfect in onze tijdgeest die de schaarste van de
ruimte erkent en daardoor de noodzaak voelt om een publieke ruimte niet
eenzijdig, maar juist dialogerend en met een wisselende beleving in te
vullen. Het station wordt een open binnenplaats, een ‘urban lounge’.
Toen de Italiaanse architect ruim een half jaar
geleden door Euro Immo Star gevraagd werd de stationsomgeving van
Mechelen te ontwerpen, stelde hij snel vast dat de site een specifieke
ontwerpuitdaging inhield. De projectsite en de ruimere omgeving worden
gekenmerkt door een complexe infrastructuur, die omringd wordt door
waardevolle groenstroken, een waterloop, tal van historische relicten,
woonwijken en een industriële werkplaats van de NMBS (het Arsenaal). Het
huidige station vormt een barrière waarop de historische stad en het
stadsleven doodloopt. Dit was dan ook de belangrijkste ontwerpopdracht:
het station mag niet langer het eindpunt van de stad Mechelen zijn, maar
moet juist fungeren als de schakel tussen de historische en de
toekomstige stad. Belangrijk was het om het station en de sporenbundel
transparant te maken. Salvatore Bono liet de verschillende
omgevingselementen het ontwerp mee bepalen, waarbij het nieuwe
stationsgebouw een relatie legt in plaats van een barrière opwerpt. Het
nieuwe station vloeit samen met de stad en opent zich naar de nog te
ontwikkelen nieuwe stad.
3D-video van Mechelen in beweging over de toekomstige Mechelse stationsbuurt