Met een aantal sprekende anekdotes eert Jan Geysen van PUUR interieurarchitecten het pas overleden interieuricoon Paul ibens. “In de ontwerpateliers die ik van Paul had was ik verrast door de jeugdigheid van denken van hem en zijn gevoel voor humor”, aldus Geysen.
Ik heb de eer gehad om in mijn laatste jaar interieurarchitectuur in 1999 van Paul ibens begeleiding te hebben gekregen in de ontwerpateliers. Het was het laatste jaar dat Paul lesgaf aan het toenmalige Henry Van De Velde instituut (nu Universiteit Antwerpen) in Antwerpen.
Paul ibens was voor mijn generatie medestudenten veruit de bekendste, en werd aanzien als de beste interieurarchitect van zijn tijd. Er heerste een ongelooflijk groot respect voor het oeuvre van Bataille & Ibens zowel bij studenten en nog meer bij alle docenten. De interieurs van zijn bureau dat hij had samen met Claire Bataille waren dan ook van een constante uitzonderlijke kwaliteit. Hun interieurs haalden een ongezien internationaal niveau door hun wiskundig correcte ruimtes qua verhouding, gebaseerd op de gulden snede. Gecombineerd met een uitermate gesofisticeerd materialenpallet, en een aanvullende ver doorgedreven detaillering. Allrd in hun interieurs was ontworpen, tot het meubilair toe.
Elk interieur door hen ontworpen dat ik heb bezocht straalde eenvoud en rijkdom tegelijkertijd uit. Omdat zij veel winkelprojecten in Antwerpen realiseerden, kon ik op een makkelijke manier veel interieurs van hen bezoeken: de winkels van Princess, de eerste Verso en Company. Eén voor één interieurs die een ongelooflijke architecturale kwaliteit uitstraalden op een manier zoals internationaal een David Chipperfield in zijn eerste winkelprojecten toonde.
In de ontwerpateliers die ik van Paul had was ik verrast door de jeugdigheid van denken van hem en zijn gevoel voor humor. Je zou van iemand die altijd op zoek is naar eenvoud in zijn werk, een ernstiger iemand hebben verwacht. Niet dus, en hij kon enorm out-of-the-box denken. Toen ik in onze ontwerpopdracht voor het Groenhoven kasteel (een kasteel dat zij toen zelf aan het verbouwen waren) geen ruimte meer zag om een dressing te tekenen, stelde hij voor een paar haken aan de muur en een kist te voorzien voor kleding op te bergen in plaats van een ruime dressing. Ik vond het openbarend om zo een open minded advies te krijgen.
Persoonlijk had ik hem graag nog veel beter leren kennen. Nochtans woonde ik maar 2 km van zijn eigen woonst, hoewel ik dat pas laat ontdekt heb. Zijn woning lag afgelegen tussen de weilanden, maar was eigenlijk al Vlaamse architectuur avant la lettre, als je het succes van de huidige Vlaamse architectuur ziet. De voormalige arbeiderswoning die hij had gekocht, had hij volledig getransformeerd door heel de woning met zwarte leien te bekleden. De ramen waren allemaal geaccentueerd door grijsblauwe kaders. In de ruime tuin stond een woonwagen, die hij als bureau gebruikte. In mijn eerste jaren interieur kwam ik Paul zelfs een paar keer tegen in een Wuustwezelse bruine kroeg, ik vond het fascinerend hoe ik Belgisch beste interieurarchitect daar tegenkwam. Jammer genoeg had ik toen nog niet het lef om hem te storen en de duizend vragen die ik had aan hem te stellen. Een gemiste kans.
In ons laatste jaar hadden wij voor het vak meubel, als eindproef een meubel op schaal 1/1 moeten maken. Voor onze eindjury hadden we een nieuwbouw cascoruimte ter beschikking gekregen op de Leopold de Waelplaats vlak over het museum van Schone Kunsten. Nadien mochten onze meubels een week in de vorm van een tentoonstelling daar blijven staan.
Bert Serneels een medestudent sprak me aan en zei dat Paul Ibens zojuist een bezoek had gebracht. Paul had Bert verteld dat hij het meubel van Bert het tweede beste vond wat hij daar te zien had gekregen. Bert had een frame in een oude koffer verwerkt, waardoor er met 4 aluminium poten een zitmeubel ontstond. Door het gevoel van humor van Paul begreep ik onmiddellijk waarom hij er fan van was. Toen ik vroeg wiens meubel Paul dan het beste vond, bleek hij mijn boekenkast als ruimteverdeler het allerbeste te vinden. Ik was aangedaan door het compliment. De verhoudingen waar ik uren naar had gezocht in mijn meubel en eindeloos heb aangepast, de keuze van het semitransparante materiaal geparelstraalde plexi en de zoektocht naar de eenvoud van detaillering zijn achteraf gezien exact de zaken waar Paul heel z’n oeuvre heeft naar gezocht en elke keer met succes heeft gevonden. Het was dan ook een eer dat hij die kwaliteiten in mijn meubel zag. Hij heeft niet alleen mij, maar velen getoond hoe het beroep interieurarchitect echt vakmanschap inhoudt.
Paul, jouw oeuvre en kennis blijft verder leven niet alleen bij mezelf maar bij meerdere generaties interieurarchitecten, daar zullen we jou altijd dankbaar voor blijven!